ECLI:NL:RBDHA:2020:10473
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Verlening van een zorgmachtiging op basis van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg
Op 2 oktober 2020 heeft de Rechtbank Den Haag een beschikking gegeven in een zaak betreffende de verlening van een zorgmachtiging op basis van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz). De officier van justitie had op 11 september 2020 een verzoek ingediend voor een zorgmachtiging ten aanzien van een vrouw, geboren in 1978, die lijdt aan een schizoaffectieve stoornis met ernstige agressieve impulsdoorbraken. De rechtbank heeft vastgesteld dat de vrouw niet bereid was om deel te nemen aan de zitting, maar haar advocaat heeft haar belangen behartigd. Tijdens de zitting is naar voren gekomen dat de vrouw een geschiedenis heeft van gewelddadig gedrag, vooral richting hulpverleners, en dat zij geen ziektebesef heeft. De psychiater en ambulant behandelaar hebben verklaard dat de vrouw moeilijk te behandelen is en dat verplichte zorg noodzakelijk is om ernstig nadeel te voorkomen. De rechtbank heeft geconcludeerd dat er geen minder bezwarende alternatieven zijn en dat de voorgestelde verplichte zorg evenredig en effectief is. De zorgmachtiging is verleend voor de duur van zes maanden, tot en met 2 april 2021, en omvat onder andere het toedienen van medicatie en het beperken van de bewegingsvrijheid. De beschikking is gegeven door mr. M.L. Sandberg-Crommelin, rechter, en is uitgesproken ter openbare zitting.