Op 19 oktober 2020 heeft de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die betrokken was bij een gewelddadige overval op een juwelierszaak in 's-Gravenhage op 24 december 2019. De verdachte, die samen met een of meer anderen handelde, heeft tijdens de overval gouden sieraden, horloges en een geldbedrag weggenomen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte de benadeelde partij, [slachtoffer 1], met geweld heeft bedreigd en wederrechtelijk van zijn vrijheid heeft beroofd. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van 36 maanden en heeft hem hoofdelijk veroordeeld tot schadevergoeding aan de benadeelde partij van € 19.030,-, vermeerderd met wettelijke rente vanaf de datum van de overval. De rechtbank heeft de ernst van de feiten, de impact op het slachtoffer en de rol van de verdachte in de overval meegewogen in de strafoplegging. De verdachte heeft een blanco strafblad, maar de rechtbank oordeelt dat de ernst van de feiten een onvoorwaardelijke gevangenisstraf rechtvaardigt. De vordering van de benadeelde partij is gedeeltelijk toegewezen, waarbij de rechtbank de materiële schade en immateriële schade heeft erkend, maar enkele vorderingen heeft afgewezen wegens onvoldoende onderbouwing.