ECLI:NL:RBDHA:2020:10240
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing asielaanvraag van Marokkaanse eiser op grond van veilig land van herkomst
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 12 oktober 2020 uitspraak gedaan in een asielprocedure. Eiser, van Marokkaanse nationaliteit, had op 28 augustus 2020 een asielaanvraag ingediend, maar deze werd door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid afgewezen als kennelijk ongegrond. Eiser stelde dat de situatie in Marokko slecht is door corruptie, onderdrukking en economische omstandigheden, en dat hij zijn land had verlaten voor een beter bestaan in Europa. Hij had echter in verschillende Europese landen verbleven zonder een asielaanvraag in te dienen.
De rechtbank oordeelde dat de nationaliteit van eiser geloofwaardig was, maar zijn identiteit en herkomst niet. De rechtbank concludeerde dat de problemen in Marokko niet onder het Vluchtelingenverdrag vallen en dat Marokko als veilig land van herkomst kan worden beschouwd. Eiser had niet aannemelijk gemaakt dat zijn situatie anders was dan die van andere Marokkanen. De rechtbank stelde vast dat eiser niet de benodigde documenten had overgelegd om zijn identiteit te onderbouwen en dat zijn sociaaleconomische motieven niet voldoende waren om asiel te verlenen.
Uiteindelijk verklaarde de rechtbank het beroep ongegrond en oordeelde dat de staatssecretaris terecht had besloten dat eiser Nederland onmiddellijk moest verlaten. De uitspraak werd gedaan door mr. M. van Nooijen, rechter, en mr. A. Badermann, griffier, en werd openbaar gemaakt. Eiser kan binnen een week na bekendmaking hoger beroep instellen bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.