ECLI:NL:RBDHA:2020:10188

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
14 oktober 2020
Publicatiedatum
12 oktober 2020
Zaaknummer
8507159 RL EXPL 20-8369
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Verbintenissenrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot betaling van kosten voor reiniging en reparatie van gordijnen en lamellen met geschil over opslagkosten

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Den Haag op 14 oktober 2020 uitspraak gedaan in een geschil tussen [eiser] en [gedaagde] over de betaling van kosten voor de reiniging en reparatie van gordijnen en lamellen. De procedure begon met een dagvaarding op 29 april 2020, gevolgd door een mondelinge behandeling op 3 september 2020. De kantonrechter heeft kennisgenomen van de stukken en de verklaringen van partijen. De kern van het geschil betreft de vraag of [gedaagde] de door [eiser] gevorderde kosten, inclusief opslagkosten, dient te betalen.

De feiten zijn als volgt: [eiser] heeft op 7 november 2019 een servicebon ingevuld en ondertekend door [gedaagde], waarin werkzaamheden voor het reinigen en repareren van de gordijnen en lamellen zijn vastgelegd. Na de gereedmelding op 14 november 2019 heeft [eiser] een bedrag van € 3.372,68 aan [gedaagde] gefactureerd, met de mededeling dat opslagkosten van 5% per week in rekening zouden worden gebracht indien niet tijdig betaald werd. [gedaagde] heeft echter betwist dat zij akkoord ging met de opslagkosten en heeft slechts een bedrag van € 1.551,95 als verschuldigd erkend.

De kantonrechter heeft geoordeeld dat [gedaagde] de opdracht voor de werkzaamheden heeft gegeven en dat de vordering van [eiser] grotendeels toewijsbaar is. De kantonrechter heeft de opslagkosten als niet onredelijk bezwarend beoordeeld en heeft de vordering van [eiser] tot betaling van € 7.199,25, vermeerderd met wettelijke rente, toegewezen. Tevens is [gedaagde] veroordeeld in de proceskosten. De uitspraak is gedaan door mr. I.F. Dam, kantonrechter, en is openbaar uitgesproken.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats ’s-Gravenhage
IFD\B
Rolnummer 8507159/20-8369
14 oktober 2020
Vonnis van de kantonrechter in de zaak van:
[eiser] ,wonende te [woonplaats] ,
eiser,
gemachtigde: [gemachtigde 1] ,
tegen
[gedaagde] ,
wonende te [woonplaats] ,
gedaagde,
gemachtigde: [gemachtigde 2] .
Partijen worden aangeduid als [eiser] en [gedaagde] .

1.Procedure

De kantonrechter heeft kennis genomen van:
  • de dagvaarding van 29 april 2020;
  • de conclusie van antwoord;
  • de brief van de heer [gemachtigde 1] van 25 augustus 2020 met een USB-stick met bestanden.
De mondelinge behandeling heeft plaatsgevonden op 3 september 2020. Partijen en hun gemachtigden waren aanwezig, alsmede de echtgenote van [eiser] . De griffier heeft aantekeningen gemaakt van hetgeen is gezegd. Ook daarvan heeft de kantonrechter kennis genomen.
De uitspraak is vervolgens bepaald op heden.

2.Feiten

Op grond van de onweersproken inhoud van de stukken gaat de kantonrechter van het volgende uit.
2.1
Op 7 november 2019 is [eiser] met zijn echtgenote langs gegaan in de woning van [gedaagde] . [eiser] heeft toen ter plekke een servicebon ingevuld waarin onder meer is vermeld:
Opdracht uitvoeren (codes zie boven of op extra bijlage)
U aantal Type breedte lamellen prijzen (standaard)Totalen
C 7 HJ 16 mm á € 14,- m2/m1
R 7 HJ 16 mm á € 100,- pst
C 3 gor á € 20,- m2/m1
C 5 div á € 15,- per stuk
C 2 gor á € 30,- per m2”
en
Verbruikt onderdelen:basisprijs ber. prijs Totalen
………. m. koord á € 1,60”
en
Bijzonderheden/extra info van deze overeenkomst en/of montage
Jaloezieën en jaloezieën zijn zelf gedemonteerd door cliënt, jaloezieën hebben
schade, allen nazien op reparatie, cliënt monteert zelf gordijnen.”
en
Voorrijtarief(tot. kms) á € 60, x 2 = € 120,-
Eenheden 7x € 24,- opnieuw vast monteren = € 168,-
H.J. steunen bij cliënt aanwezig”.
en
U: Uitvoering
C: Reinigen
R: Reparatie
HJ: Horizontale jaloezie
gor: gordijnen”.
[gedaagde] heeft vervolgens de servicebon ondertekend. Tevens heeft zij een handtekening gezet onder de leverings- en betalingsvoorwaarden van [eiser] . In die voorwaarden is onder andere bepaald:

Opslagkosten depot met factor 5% per week over de eindnota. Client betaalt geen opslagkosten gedurende eerste twee weken na “gereedmelding” indien totaalbedrag binnen 24 uur “gereedmelding” voldaan is”.
Ook het formulier met specificatie van prijzen en toeslagen heeft [gedaagde] ondertekend.
[eiser] heeft de gordijnen en lamellen meegenomen.
2.2
Op 14 november 2019 heeft [eiser] aan [gedaagde] de gereedmelding gestuurd.
2.3
Hij heeft haar verzocht € 3.372,68 te betalen. Verder heeft hij bericht dat er pas kan worden afgeleverd na betaling. In de betreffende mail heeft [eiser] tevens vermeld dat na 7 dagen het opslagtarief van 5% per week over het totaalbedrag in werking treedt. Bij de gereedmelding heeft [eiser] 7 bijlagen meegestuurd, waaronder de verder als volgt ingevulde servicebon:
”Opdracht uitvoeren (codes zie boven of op extra bijlage)
U aantal Type breedte lamellen prijzen (standaard)Totalen
C 7 HJ 16 mm á € 14,- m2/m1 € 387,52
R 7 HJ 16 mm á € 100,- pst € 700,-
C 3 gor ……… á € 20,- m2/m1 € 640,-
C 5 div ……… á € 15,- per stuk € 75,-
C 2 gor ……… á € 30,- per m2 € 489,60
en
Verbruikt onderdelen:basisprijs ber. prijs Totalen
74,2 m. koord á € 1,60 € 118,72
15 koordspreider á € 1,50 € 22,50
1 equelizers á € 7,50 € 7,50
8 bovenb. einddop á € 4,50 € 36,00
5 onderlat clip á 4,50 € 22,50”
en
”Nota: te declarerenTotalenmet evt. verhogende tarieven
Voorrijden: € 120,-
De-,montage: € 168,-
Reinigingskosten: € 387,52
Reparatiekosten: € 700,-
Onderdelen: € 207,22
Diversen: C. Gor.gevoerd: 240x340)2 € 489,60
C. Gor.standaard: 255x560)2135x255 € 640,-
C. 5x Embrasse’s€ 75,-
Totaal excl. BTW€ 2.787,34
BTW 21%€ 585,34
Totaal incl. BTW€ 3.372,68”.
2.4
Tussen partijen heeft vervolgens een mailwisseling en telefonisch contact plaatsgevonden. [eiser] heeft diverse malen aan [gedaagde] verzocht om de hoofdsom en de oplopende opslagkosten te betalen. Op 9 december 2019 heeft [gedaagde] geantwoord niet akkoord te gaan met de opslagkosten en de kosten van het vervangen van alle koorden en onderdelen van de Luxaflex:

Wij hebben u gevraagd de Luxaflex te reinigen en na te lopen, dit is wat anders dan alle koorden en onderdelen te vernieuwen en ons daar een bedrag van € 1.097,74 extra voor in rekening te brengen zonder uitleg.”
2.5
Bij brief van 8 april 2020 heeft de gemachtigde van [gedaagde] bericht dat [gedaagde] slechts het overeengekomen bedrag van € 1.551,95 verschuldigd is.

3.Vordering, grondslag en verweer

3.1
[eiser] heeft gevorderd dat bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad, [gedaagde] wordt veroordeeld tot betaling van € 7.199,25 inclusief wettelijke rente, te vermeerderen met
€ 170,32 voor elke week dat de spullen van [gedaagde] na 5 april 2020 nog bij [eiser] in depot liggen, gemaximeerd op 24 november 2020, ook met wettelijke rente. Tenslotte vordert [eiser] een veroordeling van [gedaagde] in de kosten van de procedure.
3.2
[eiser] legt aan zijn vordering ten grondslag dat hij in opdracht en voor rekening van [gedaagde] schoonmaak- en reparatiewerkzaamheden heeft verricht aan de lamellen en gordijnen van [gedaagde] . Omdat [gedaagde] niet betaalt voor de werkzaamheden, houdt [eiser] de spullen in opslag. Op grond van de toepasselijke algemene voorwaarden is [gedaagde] bij opslag kosten verschuldigd.
3.3
[gedaagde] heeft verweer gevoerd. Zij stelt dat [eiser] posten opvoert waarmee zij niet akkoord is gegaan. Zij is slechts akkoord gegaan met werkzaamheden voor een bedrag van
€ 1.551,95. Voorts vindt zij de opslagkosten buitensporig hoog en niet in verhouding staan tot de daadwerkelijke kosten; daarom vernietigt [gedaagde] het betreffende artikel uit de algemene voorwaarden op grond van art. 6: 233a BW.

4.Beoordeling

4.1
Partijen zijn het erover eens dat [gedaagde] opdracht heeft gegeven voor het reinigen van lamellen en gordijnen, alsmede voor het repareren van in ieder geval het koord van de luxaflex in de keuken. Dit laatste heeft [gedaagde] ter zitting erkend. Dit betekent dat de vordering tot betaling van € 3.406,48 grotendeels zal worden toegewezen.
Partijen verschillen van mening over de overige reparatiekosten en de opslagkosten. Hierover oordeelt de kantonrechter als volgt.
4.2
In de door [gedaagde] ondertekende servicebon is vermeld reparatie van 7 horizontale jaloezieën à € 100,- per stuk. Bij koord is vermeld € 1,60 per meter. Met de hand is bijgeschreven “
jaloezieën hebben schade, allen nazien op reparatie”.
[gedaagde] stelt dat zij alleen opdracht heeft gegeven om de jaloezieën na te zien en niet om ze te repareren, maar de kantonrechter verwerpt dit verweer. [gedaagde] heeft getekend voor reparatie van 7 jaloezieën, zoals zij zelf tijdens de mondelinge behandeling ook heeft erkend.
De servicebon geeft een precieze opgave van de opgedragen werkzaamheden. Weliswaar is aan de hand van de bon niet vast te stellen welk totaalbedrag met de opdracht is gemoeid, maar als [gedaagde] het totaalbedrag had willen weten, had zij daarnaar kunnen vragen bij [eiser] . Ook had zij de servicebon preciezer kunnen bestuderen alvorens te ondertekenen. Dat zij in de haast heeft ondertekend, en kennelijk niet precies wist voor welk bedrag zij tekende, komt voor haar risico.
In ieder geval is het standpunt van [gedaagde] genoemd onder 2.5 onjuist, omdat zij de ingevulde bedragen eenmaal berekent, ook waar duidelijk staat dat zij per meter of per stuk zijn.
4.3
Omdat [gedaagde] niets heeft betaald, heeft [eiser] de gordijnen en lamellen terecht in opslag gehouden. [gedaagde] is niet bereid om daarvoor opslagkosten te betalen, en doet een beroep op vernietiging van de betreffende algemene voorwaarde. De kantonrechter verwerpt ook dit verweer. [eiser] heeft gesteld dat hij de gordijnen en lamellen heeft uithangen en dat ze wekelijks worden gekeerd. [gedaagde] is vele malen gewezen op de verschuldigdheid van de opslagkosten, en op de hoogte ervan, en toch heeft zij ervoor gekozen om niets te betalen, ook niet het door haar erkende gedeelte. Dat de kosten “buitensporig hoog” zijn opgelopen, is de eigen schuld van [gedaagde] . Naar het oordeel van de kantonrechter is er geen sprake van dat de voorwaarde van de opslagkosten onredelijk bezwarend is. Ook de gevorderde opslagkosten zal de kantonrechter toewijzen.
[gedaagde] heeft nog een beroep op matiging gedaan. Dit was echter in een zo laat stadium van de procedure, namelijk na een uitgebreide mondelinge behandeling, na schikkingsonderhande-lingen en vlak voordat de kantonrechter de vonnisdatum meedeelde, dat daarmee geen rekening wordt gehouden. Overigens was het niet onderbouwd.
4.4
Uit het voorgaande volgt dat de kantonrechter de vorderingen van [eiser] zal toewijzen. De maximering van de opslagkosten volgen uit de algemene voorwaarde en zal de kantonrechter eveneens toewijzen. [gedaagde] zal in de proceskosten worden veroordeeld, omdat zij ongelijk heeft gekregen.

5.Beslissing

De kantonrechter:
5.1
veroordeelt [gedaagde] om tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan [eiser] te betalen een bedrag van € 7.199,25, vermeerderd met de wettelijke rente over € 3.406,48 vanaf 1 april 2020 tot de dag van de algehele voldoening;
5.2
veroordeelt [gedaagde] voorts om aan [eiser] te betalen een bedrag van € 170,32 voor elke week dat de spullen van [gedaagde] na 5 april 2020 nog bij [eiser] in depot aanwezig zijn, gemaximeerd op 24 november 2020, met de wettelijke rente over de bedragen vanaf het moment dat zij verschijnen tot de dag der algehele voldoening;
5.3
veroordeelt [gedaagde] tot betaling van de proceskosten aan de zijde van [eiser] , vastgesteld op € 941,08, waarvan € 600,00 aan salaris van de gemachtigde;
5.4
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad;
5.5
wijst af hetgeen meer of anders is gevorderd.
Dit vonnis is gewezen door mr. I.F. Dam, kantonrechter, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 14 oktober 2020 in tegenwoordigheid van de griffier.