ECLI:NL:RBDHA:2020:10167
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing van de machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel in het kader van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 5 oktober 2020 uitspraak gedaan over een verzoek van de officier van justitie tot voortzetting van een crisismaatregel voor een betrokkene, geboren in 1992. De crisismaatregel was eerder opgelegd op 30 september 2020 en was bedoeld om onmiddellijk dreigend ernstig nadeel te voorkomen, dat voortvloeide uit een psychische stoornis, te weten schizofrenie. De rechtbank heeft de zaak behandeld in een mondelinge zitting, waarbij de psychiater en de advocaat van de betrokkene aanwezig waren. De psychiater heeft verklaard dat de betrokkene bekend is met schizofrenie en een persoonlijkheidsstoornis, maar dat er op dat moment geen onmiddellijk dreigend ernstig nadeel meer aanwezig was. De advocaat heeft betoogd dat de betrokkene niet in het systeem gelooft en dat hij goed meewerkt in de huidige situatie. De rechtbank heeft geconcludeerd dat de criteria voor voortzetting van de crisismaatregel niet meer voldaan zijn, en heeft het verzoek van de officier van justitie afgewezen. De beschikking is gegeven door rechter M.L. Sandberg-Crommelin, bijgestaan door griffier F.A.M. Vreeswijk, en is uitgesproken ter openbare zitting.