In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 5 oktober 2020 een beschikking gegeven naar aanleiding van een verzoek van de officier van justitie tot voortzetting van een crisismaatregel voor een betrokkene, geboren in 2000. De crisismaatregel was eerder opgelegd op 29 september 2020, na een incident waarbij de betrokkene een overdosis tabletten had ingenomen. De rechtbank heeft de mondelinge behandeling van het verzoek telefonisch gehouden, vanwege de geldende veiligheidsmaatregelen rondom COVID-19. Tijdens de zitting is naar voren gekomen dat de betrokkene suïcidale gedachten heeft en dat er een vermoeden bestaat van een psychische stoornis, waaronder ernstige depressieve klachten en mogelijk autisme. De vader van de betrokkene heeft zijn zorgen geuit over de behandeling en het gebrek aan resultaat. De rechtbank heeft vastgesteld dat er sprake is van onmiddellijk dreigend ernstig nadeel, waaronder levensgevaar en ernstig lichamelijk letsel. De rechtbank heeft besloten om de machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel te verlenen, met een geldigheidsduur van drie weken. De beschikking is gegeven door mr. M.L. Sandberg-Crommelin, rechter, en is uitgesproken ter openbare zitting. Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.