ECLI:NL:RBDHA:2020:10147
Rechtbank Den Haag
- Wraking
- Rechtspraak.nl
Wraking van de rechter in bestuursrechtelijke procedure met betrekking tot T-Mobile en de Autoriteit Persoonsgegevens
In deze zaak heeft de wrakingskamer van de Rechtbank Den Haag op 24 september 2020 een verzoek tot wraking van rechter mr. E.S.G. Jongeneel afgewezen. Het wrakingsverzoek was ingediend door een verzoeker die zich benadeeld voelde in een procedure tegen de Autoriteit Persoonsgegevens (AP) en T-Mobile. De verzoeker stelde dat de rechter vooringenomen was, omdat hij T-Mobile als derde belanghebbende had aangemerkt in de beroepsprocedure. De wrakingskamer oordeelde dat de beslissing van de rechter niet onbegrijpelijk was en dat er geen sprake was van vooringenomenheid.
Daarnaast voerde de verzoeker aan dat hij onheus was bejegend tijdens de mondelinge behandeling op 4 september 2020. Hij voelde zich niet gehoord en stelde dat zijn klachten niet serieus werden genomen. De wrakingskamer concludeerde echter dat uit het proces-verbaal bleek dat de verzoeker meerdere keren het woord had gevoerd en dat de rechter niet in de gelegenheid was gekomen om verder op zijn klachten in te gaan, omdat de verzoeker door de rechter heen sprak. De wrakingskamer oordeelde dat er geen concrete feiten waren die de schijn van partijdigheid konden onderbouwen.
De wrakingskamer besloot het verzoek tot wraking af te wijzen en het proces in de hoofdzaak voort te zetten. De beslissing werd openbaar uitgesproken en er stond geen rechtsmiddel open tegen deze beslissing.