Uitspraak
Rechtbank DEN HAAG
1.Het procesverloop
2.De feiten
in de zaak van het verzoek en het tegenverzoek
Over 2018 is jouw beoordeling een “Goed”.
Ik vind dat je nog steeds vaak (veel) beren op de weg ziet en niet snel denkt in oplossingen of verbeteringen. Je blijft dan hangen in hoe de dingen gaan bij Intake of wat er in het verleden is gezegd of bepaald.
- Je spreekt collega’s aan op het feit dat ze veel nieuwe klachten verwerken en/of te hard werken. (…)
- Je klaagt bij collega’s over de voor jou nieuwe manier van het aanvragen van verlof het ruilen van parttime dagen. Dit doe je vaak, en op een manier die jouw collega’s onprettig ervaren. (…)
- Je spreekt je op de werkvloer uit over de manier waarop je de doelstellingen, waarmee we op dit moment een pilot houden, haalt of zou moeten halen. Daarbij hanteren jij werkwijze die andere collega’s niet willen volgen en waarbij zij aangeven het ook niet eens te zijn die werkwijze. Jouw werkwijze genereert namelijk op een oneigenlijke manier een hoge productie. (…)
- Ik heb jou gesproken over jouw houding. In de laatste gesprekken erover zeg je dat je je eigenlijk in alle nieuwe ideeën kunt vinden en daaraan gewoon wilt meedoen en mee wilt denken. In de praktijk vertoon je echter gedrag dat daarmee niet te rijmen valt. Je uit je negatief over veranderingen of trekt ze in het belachelijke, doet daarover onvriendelijk tegen collega’s, maar je spreekt je tegenover mij niet uit over dingen die je dwars zitten.
- Je komt met enige regelmaat dwingend en agressief over op collega’s. Ik heb dat zelf ervaren tijdens onze 1 op 1 gesprekken. (…)
Dit jaar is jouw eindbeoordeling een Onvoldoende.
Dit gesprek vindt plaats in het kader van de verbeterafspraken die zijn gemaakt met [werknemer][ [werknemer] ; toev. kantonrechter]
en het beeld dat daarover is ontstaan gedurende de vakantie van [naam leidinggevende] . Doel is o.a. hoor-en-wederhoor.
een formele waarschuwing stuurde in oktober vorig jaar, ging het de eerste tijd redelijk en nam de vervelende sfeer binnen Intake af. Tijdens de vakantie van [naam leidinggevende] in februari heeft HRM al op haar eerste vakantiedag meerdere signalen van mensen gekregen dat de sfeer weer verslechterd is. Je vertoont weer niet-collegiaal gedrag richting collega’s, maakt misplaatste opmerkingen en je zet je niet positief in voor het kwaliteit overleg voor procesverbetering binnen Intake.
Ik weet dat ik niet perfect ben en dat ik qua communiceren het nodige kan bijleren. Ik heb een aantal initiatieven genomen waarmee ik verder uit de comfort zone probeer te komen maar ik blijf het vaak nog eng vinden dingen in een groep te zeggen. Ik probeer dan te doen alsof ik op m’n gemak ben (of heel verzekerd ben) maar het is nog steeds onzekerheid.”
Op 3 oktober 2019 heb ik samen met mijn collega teammanager klachtproces mevrouw [naam leidinggevende] een gesprek gevoerd met de medewerkers van de afdeling intake Daarbij waren aanwezig de heer [werknemer] en een collega waar hij al lang mee samenwerkte en twee andere collega waar hij recenter mee samenwerkte
In de week voordat mijn manager [naam leidinggevende] terug zou komen van vakantie merkte ik op dat [werknemer] bepaalde taken via een collega naar mij had doorgeschoven die hij zelf ook had kunnen uitvoeren. Ik was in de veronderstelling dat hij op de hoogte was van het feit dat ik in een hectische periode zat (…).
3.Het verzoek
4.Het verweer en het tegenverzoek
5.De beoordeling
in de zaak van het verzoek
Stcrt.2015/12685) zijn daarvoor nadere regels gesteld (Ontslagregeling).