ECLI:NL:RBDHA:2020:10082
Rechtbank Den Haag
- Voorlopige voorziening
- C. van Boven-Hartogh
- S. Zohrabian
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek voorlopige voorziening in asielzaak met betrekking tot Dublin-regelgeving
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 23 juli 2020 uitspraak gedaan in een verzoek om een voorlopige voorziening. De zaak betreft een verzoeker die een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd heeft aangevraagd, maar wiens aanvraag door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid niet in behandeling is genomen. De staatssecretaris heeft zich beroepen op de Dublin-regelgeving, waarbij Frankrijk verantwoordelijk is voor de behandeling van de asielaanvraag.
De verzoeker heeft tegen dit besluit beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening. De zitting vond plaats op 9 juli 2020, waar zowel de verzoeker als de verweerder zich lieten vertegenwoordigen door hun gemachtigde. Tijdens de zitting werd ook de aanverwante zaak NL20.11518 behandeld.
De voorzieningenrechter heeft in zijn overwegingen aangegeven dat, gezien de uitspraak in de aanverwante zaak, er geen noodzaak meer is voor een voorlopige voorziening. Daarom heeft de voorzieningenrechter het verzoek om een voorlopige voorziening afgewezen. Tevens is er geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door mr. C. van Boven-Hartogh, in aanwezigheid van griffier mr. S. Zohrabian, en is openbaar gemaakt. Tegen deze uitspraak staat geen rechtsmiddel open.