Uitspraak
Rechtbank den haag
1.De procedure
2.De feiten
1. De voorlopige terbeschikkingstelling aan de Belgische autoriteiten strekt slechts ten behoeve van diens berechting ter zake van de feiten waarvoor de overlevering is toegestaan.
2. Tot voorlopige terbeschikkingstelling wordt overgegaan, nu er in Nederland nog een tegen de opgeëiste persoon gewezen strafvonnis voor tenuitvoerlegging vatbaar is, artikel 36 van de Overleveringswet in dat geval bepaalt dat feitelijke (definitieve) overlevering niet mag plaatsvinden en er redenen zijn om de opgeëiste persoon onder voorwaarden aanstonds ter beschikking te stellen aan de Belgische autoriteiten ten behoeve van diens berechting.
3. De opgeëiste persoon zal door de Belgische autoriteiten in de gelegenheid worden gesteld om aanwezig te zijn bij de behandeling van zijn Nederlandse strafzaak. (...)
4. De opgeëiste persoon blijft voor de duur van de voorlopige terbeschikkingstelling aan België op de Belgische titel gedetineerd. In het geval de Belgische detentietitel komt te vervallen en er in Nederland een detentietitel bestaat op grond van een Nederlandse strafzaak, dan zullen de Belgische autoriteiten de opgeëiste persoon niet in vrijheid stellen en hem naar Nederland begeleiden en aan de Nederlandse autoriteiten overdragen.
5. In het geval de Belgische detentietitel komt te vervallen en er in Nederland geen detentietitel bestaat op grond van een Nederlandse strafzaak, dan zullen de Belgische autoriteiten de opgeëiste persoon in de gelegenheid stellen terug te keren naar Nederland.
7. Zodra de aanwezigheid van de opgeëiste persoon in België niet meer nodig is voor diens berechting en de Nederlandse detentietitel nog van kracht is, zullen de Belgische autoriteiten de opgeëiste persoon naar Nederland begeleiden en aan de Nederlandse autoriteiten overdragen. (...)
3.Het geschil
4.De beoordeling van het geschil
onmiskenbaar onverbindendis wegens strijd met eenieder verbindende bepalingen van verdragen en besluiten van volkenrechtelijke organisaties.
reeds bestaandeNederlandse detentietitel. Nu ten aanzien van eiser momenteel geen Nederlandse detentietitel openstaat, zijn deze voorwaarden feitelijk dus niet van toepassing op eiser. Hoewel niet valt in te zien waarom deze voorwaarden niettemin zijn gesteld, wordt eiser daardoor dus niet geschaad. Om die reden kunnen deze voorwaarden niet tot de conclusie leiden dat de terbeschikkingstelling van eiser onrechtmatig is.