ECLI:NL:RBDHA:2019:9950
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Asielaanvraag van Nigeriaanse burger en Dublinprocedure met Italië
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 29 augustus 2019 uitspraak gedaan in een asielprocedure waarbij een Nigeriaanse burger, eiser, een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd heeft aangevraagd. De Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder, heeft de aanvraag niet in behandeling genomen op grond van de Dublinverordening, omdat Italië verantwoordelijk is voor de behandeling van de aanvraag. Eiser heeft tegen dit besluit beroep ingesteld, waarbij hij aanvoert dat de situatie in Italië onder minister Salvini verslechterd is en dat hij daar niet veilig is. Eiser heeft zijn asielaanvraag op 22 maart 2019 ingediend en is op 1 januari 1994 geboren. Tijdens de zitting op 28 augustus 2019 heeft eiser, bijgestaan door zijn gemachtigde, zijn standpunten toegelicht. De rechtbank heeft overwogen dat verweerder zich in redelijkheid op het standpunt heeft kunnen stellen dat er geen aanleiding is om de asielaanvraag op grond van artikel 17 van de Dublinverordening aan zich te trekken. Eiser heeft niet aannemelijk gemaakt dat Italië zijn internationale verplichtingen niet nakomt en dat hij een reëel risico loopt op onmenselijke of vernederende behandelingen. De rechtbank heeft het beroep van eiser ongegrond verklaard en geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gemaakt op 29 augustus 2019 en er kan binnen één week hoger beroep worden ingesteld bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.