Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen
[eiser], V-nummer [V-nummer], eiser
de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder
ProcesverloopBij besluit van 7 december 2018 (het bestreden besluit) heeft verweerder de aanvraag van eiser tot het verlenen van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd afgewezen als kennelijk ongegrond op grond van artikel 31, eerste lid, van de Vreemdelingenwet 2000 (Vw), gelezen in samenhang met artikel 30b, eerste lid, aanhef en onder e, van de Vw. Voorts heeft verweerder bepaald dat eiser Nederland onmiddellijk dient te verlaten en heeft verweerder aan hem een inreisverbod opgelegd voor de duur van twee jaar.
Overwegingen
Beslissing
mr. A. Badermann, griffier.