ECLI:NL:RBDHA:2019:9760

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
8 juli 2019
Publicatiedatum
16 september 2019
Zaaknummer
09/777085-18
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Jeugdstrafzaak met meerdere woninginbraken, witwassen en bezit van drugs

Op 8 juli 2019 heeft de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in een jeugdstrafzaak tegen een verdachte, geboren in 2001, die in voorlopige hechtenis zat in het Forensisch Centrum Teylingereind. De zaak betrof meerdere strafbare feiten, waaronder vijf woninginbraken, een poging daartoe, een inbraak in een bestelbus, witwassen en bezit van verdovende middelen. De verdachte werd bijgestaan door zijn raadsman, mr. H. Weisfelt, terwijl de officier van justitie, mr. C.A.M. Eijgenraam, de vervolging voerde. Tijdens de zittingen op 21 maart, 27 mei en 24 juni 2019 werd het onderzoek ter terechtzitting gevoerd. De rechtbank achtte de verdachte schuldig aan de tenlastegelegde feiten, waarbij de verdachte op de zitting van 24 juni 2019 een bekennende verklaring aflegde. De rechtbank oordeelde dat de verdachte zich schuldig had gemaakt aan de feiten 1 tot en met 9, die voornamelijk bestonden uit inbraken en witwassen. De rechtbank legde een jeugddetentie op van 208 dagen, met aftrek van de tijd die de verdachte al in voorarrest had doorgebracht, en een maatregel betreffende het gedrag van de jeugdige (GBM) voor de duur van 12 maanden. De rechtbank volgde de adviezen van de Raad voor de Kinderbescherming en de jeugdreclassering, waarbij de verdachte verplicht werd om deel te nemen aan verschillende programma's en behandelingen. De rechtbank verklaarde de benadeelde partij niet-ontvankelijk in zijn vordering tot schadevergoeding, omdat de behandeling daarvan een onevenredige belasting van het strafgeding zou opleveren. De rechtbank besloot ook tot verbeurdverklaring van verschillende inbeslaggenomen goederen, waaronder hashish en breekijzers, en bepaalde dat de verdachte en de benadeelde partij ieder hun eigen kosten moesten dragen.

Uitspraak

Rechtbank DEN HAAG
Meervoudige kamer jeugdstrafzaken
Parketnummer 09/777085-18
Datum uitspraak: 8 juli 2019
Tegenspraak
(Promis)
De rechtbank Den Haag heeft dit vonnis gewezen in de zaak van de officier van justitie tegen de verdachte
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 2001,
[adres 1] ,
nu in voorlopige hechtenis in Forensisch Centrum Teylingereind te Sassenheim.

1.Het onderzoek ter terechtzitting

De zaak is op de zittingen van 21 maart 2019 en 27 mei 2019 pro forma behandeld en
op de zitting van 24 juni 2019 inhoudelijk behandeld.
De officier van justitie in deze zaak is mr. C.A.M. Eijgenraam en de raadsman van de verdachte is mr. H. Weisfelt.

2.De tenlastelegging

De officier van justitie verdenkt de verdachte ervan dat hij 9 strafbare feiten heeft gepleegd. Het gaat om 5 woninginbraken en 1 poging daartoe, 1 inbraak in een bestelbus, witwassen, en bezit van verdovende middelen.
De feiten staan in de tenlastelegging in bijlage 1, die deel uitmaakt van dit vonnis.

3.Bewijsoverwegingen

3.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat de rechtbank de verdachte voor de feiten 1 tot en met 9 veroordeelt, met gedeeltelijke vrijspraak voor het witwassen van enkele goederen genoemd in feit 8.
3.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft verwezen naar de overwegend bekennende verklaring van de verdachte op de zitting en heeft voor een aantal feiten gedeeltelijke vrijspraak gevraagd. Bij feit 1 betwist hij de braak, bij feit 7 het wegnemen van de GoPro-camera, bij feit 8 vindt hij dat het alleen gaat om de JBL geluidsbox en voorts merkt hij op dat het tenlastegelegde witwassen als samenloop met de tenlastegelegde diefstal gezien kan worden.
3.3
De beoordeling van de tenlastelegging. [1]
De verdachte heeft ter zitting bekend de diefstallen, tenlastegelegd onder feit 1 tot en met feit 7, te hebben gepleegd.
De rechtbank zal hierna volstaan met een opsomming van de bewijsmiddelen als genoemd in artikel 359, derde lid, van het Wetboek van Strafvordering, eventueel aangevuld met een overweging omtrent het bewijs.
De rechtbank heeft bij de beoordeling de volgende bewijsmiddelen gebruikt:
Feit 1
- de verklaring van de verdachte, afgelegd op de zitting van 24 juni 2019;
- de aangifte door [naam 1] namens Wonen Midden-Delfland; [2]
- de verklaring van [getuige] . [3]
De rechtbank overweegt dat in de aangifte wordt gemeld dat er verse breeksporen op de deur van de woning zitten, zodat ook de braak bij de diefstal wettig en overtuigend bewezen wordt geacht. Dat de verdachte het feit in vereniging pleegde, volgt behalve uit de verklaring van de getuige ook uit zijn opmerking op de zitting dat een mededader de deur forceerde.
Feit 2
- de verklaring van de verdachte, afgelegd op de zitting van 24 juni 2019;
- de aangifte door [naam 2] . [4]
Dat de verdachte het feit in vereniging pleegde, volgt uit zijn verklaring op de zitting, waarin hij bij de beschrijving van de toedracht van het feit sprak over ‘wij’, ‘ons’ en ‘een van de medeverdachten’.
Feit 3
- de verklaring van de verdachte, afgelegd op de zitting van 24 juni 2019;
- de aangifte door [naam 3] ; [5]
- het proces verbaal van bevindingen over de aanvullende verklaring door de aangever, dat ook een koperen vaas is weggenomen; [6]
- het proces verbaal van bevindingen en de daarop volgende prints van whatsapp-gesprekken tussen de verdachte en een medeverdachte, waaruit blijkt dat de pleegdatum 7 of 8 december 2018 is geweest; [7]
- de uitwerking van de opname van een OVC gesprek tussen de verdachte en [medeverdachte 1] . [8]
Dat de verdachte dit feit in vereniging pleegde, acht de rechtbank bewezen op grond van verdachtes verklaring op de zitting dat hij meedeed zonder te weten wat de opbrengst van de inbraak zou zijn en opgenomen vertrouwelijke communicatie, waarin de verdachte zegt dat een van de zaken die hij heeft bekend, die met de kroonluchters met [medeverdachte 2] is. De rechtbank overweegt dat in de aangifte wordt gemeld dat er schade aan het sluitwerk van het bovenlichtje is ontstaan, zodat ook de braak bij de diefstal wettig en overtuigend bewezen wordt geacht.
Feit 4
- de verklaring van de verdachte, afgelegd op de zitting van 24 juni 2019;
- de aangifte door [naam 4] en de aanvullende verklaring van de aangeefster; [9]
- het proces-verbaal sporenonderzoek van een rietje van een drinkverpakking; [10]
- het rapport van het Nederlands Forensisch Instituut (NFI), betreffende sporenmateriaal op een rietje; [11]
- het rapport van het NFI, van de match van het DNA op het rietje met dat van [medeverdachte 3] . [12]
Feit 5
- de verklaring van de verdachte, afgelegd op de zitting van 24 juni 2019;
- de aangifte door J [naam 5] ; [13]
- de print van een whatsapp-gesprek van de verdachte met een medeverdachte, over onder meer ‘zo een microscoop’. [14]
Dat de verdachte dit feit in vereniging pleegde, acht de rechtbank bewezen op grond van de verklaring van de verdachte dat hij erbij was toen een ander de achterdeur van de woning openbrak.
Feit 6
- de verklaring van de verdachte, afgelegd op de zitting van 24 juni 2019;
- de aangifte en aanvullende aangifte door [naam 6] namens [naam 7] en het proces verbaal van bevindingen; [15]
Feit 7
- de verklaring van de verdachte, afgelegd op de zitting van 24 juni 2019;
- de aangifte door [naam 8] ; [16]
- het proces-verbaal van bevindingen over een whatsapp-gesprek van de verdachte met een ander. [17]
Dat de verdachte dit feit in vereniging pleegde, acht de rechtbank bewezen op grond van de verklaring van de verdachte dat hij wel merkte welke goederen de ander meenam, en de inhoud van een whatsapp-gesprek waarin de verdachte schrijft “we” hadden de spullen verstopt.
Ten aanzien van de feiten 1 tot en met 7 acht de rechtbank bewezen dat deze gedurende de voor de nachtrust bestemde tijd werden gepleegd, op grond van de verklaring van de verdachte op de zitting dat hij de inbraken altijd ’s nachts pleegde.
Feit 8
De verdachte heeft op de zitting bekend dat hij goederen die hij had gestolen, heeft witgewassen. [18] Zijn raadsman heeft opgemerkt dat alleen het witwassen van de JBL-geluidsbox bewezen kan worden verklaard. Deze is op 25 oktober 2018 buitgemaakt bij de diefstal, die hiervoor bij feit 7 bewezen is geacht.
De aangever van feit 2 heeft aan de politie gemeld dat hij een deel van de buitgemaakte goederen heeft teruggekocht. In het onderzoek is een whatsapp-gesprek tussen de verdachte en een medeverdachte beschreven, waaruit blijkt dat zij bezig zijn met de verkoop van de buit van deze inbraak. [19]
Na de aanhouding van [medeverdachte 2] werden bij een huiszoeking in de kelderbox bij diens woning en in een opslagruimte goederen gevonden die buitgemaakt waren bij feit 3, dat hiervoor bewezen is geacht. [20]
Daarmee staat vast dat de verdachte deze goederen heeft overgedragen en zich aan witwassen heeft schuldig gemaakt.
Bij de woninginbraak die onder feit 7 is tenlastegelegd en bewezen geacht, zijn goederen buitgemaakt, waaronder een geluidsbox, merk JBL, en een GoPro camera. In de middag van 25 oktober 2018 heeft de verdachte een JBL-box aangeboden aan een persoon, die in zijn telefoon staat onder de [naam 9] . [21]
Op grond van deze bewijsmiddelen acht de rechtbank wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte zich aan feit 8 heeft schuldig gemaakt, met gedeeltelijke vrijspraak, te weten voor het witwassen van de overige daarin genoemde goederen en voor wat betreft de periode van 1 tot 25 oktober 2018. Ook het deel van het tenlastegelegde dat doelt op “gewoonte-witwassen” is naar het oordeel van de rechtbank niet bewezen.
Feit 9
De verdachte had bij zijn aanhouding op 12 december 2018 18,7 gram cannabis bij zich. [22] [23]
Daarmee heeft hij zich schuldig gemaakt aan overtreding van artikel 3 van de Opiumwet, zoals onder feit 9 is tenlastegelegd.
3.4
De bewezenverklaring
De rechtbank vindt dat op grond van de hiervoor onder 3.3 genoemde bewijsmiddelen volgens de wet bewezen kan worden dat de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan de feiten op zijn dagvaarding.
De rechtbank is er ook van overtuigd dat de verdachte deze feit heeft gepleegd.
De bewezenverklaring staat in bijlage 2, die deel uitmaakt van dit vonnis.

4.De strafbaarheid van de feiten en van de verdachte

De feiten zijn strafbaar. De verdachte is ook strafbaar.

5.De strafoplegging

5.1.
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevraagd de verdachte voor feit 9 schuldig te verklaren zonder oplegging van een straf of maatregel.
De officier van justitie heeft de rechtbank verder gevraagd om de verdachte ten aanzien van de feiten 1 tot en met 8 te veroordelen tot jeugddetentie voor de duur van 210 dagen, met aftrek van de tijd die de verdachte reeds in voorarrest heeft doorgebracht, en aan hem op te leggen de maatregel betreffende het gedrag van de jeugdige (GBM), bij niet voldoen te vervangen door 12 maanden jeugddetentie, bestaande uit
- het niet plegen van een strafbaar feit,
- het hebben van dagbesteding, beginnend bij 070Watt en daarna scholing;
- systeembehandeling door MDFT;
- individuele behandeling bij Brijder.
- elektronisch toezicht gedurende de eerste 3 maanden,
- meewerken aan urinecontroles,
- zich houden aan de afspraken met de Jeugdreclassering in het kader van ITB Harde Kern
programma (totaal 6 maanden) en hierna aan reguliere verplichte jeugdreclassering,
- luisteren naar zijn ouders,
- verbod op gebruik van verdovende middelen.
- een contactverbod met [medeverdachte 3] , [medeverdachte 1] en
[medeverdachte 2]
De officier van justitie heeft gevraagd te bepalen dat het programma bij de GBM dadelijk uitvoerbaar is.
5.2.
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft aangevoerd dat de verdachte zich ernstig heeft misdragen, maar dat de feiten ook gezien kunnen worden als foute keuzes die door een puber zijn gemaakt. De verdachte heeft in de afgelopen maanden kritisch naar zichzelf gekeken en hij wil graag meewerken aan een jaar lang intensieve aanpak van zijn gedrag en zo snel mogelijk zijn school hervatten.
Voor feit 8 heeft de raadsman aangevoerd dat witwassen te zien is in samenloop met diefstal en daarom ten aanzien van het witwassen te komen tot schuldigverklaring zonder oplegging van straf of maatregel.
5.3.
Het oordeel van de rechtbank
Om te bepalen welke straf en/of maatregel voor de verdachte gepast is, kijkt de rechtbank naar de ernst van de feiten, de omstandigheden waaronder ze zijn begaan en naar de persoon van de verdachte.
De verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan inbraken in woningen, een poging daartoe, een inbraak in een bestelbusje, witwassen en bezit van verdovende middelen.
Met het plegen van de inbraken heeft de verdachte laten zien dat hij geen respect heeft voor het eigendomsrecht van anderen en dat hij voor zijn eigen gewin besluit om daarop inbreuk te maken. Het onderzoek bevat informatie die duidt op meer verdenkingen en op het koele voornemen bij de verdachte om het plegen van inbraken als carrière te ambiëren. Dit vindt de rechtbank gewetenloos. De verdachte moet van de spullen van anderen afblijven. Dit soort feiten is heel vervelend voor de mensen die er slachtoffer van zijn. Zeker het in midden in de nacht inbreken in woningen, een plaats waar mensen zich bij uitstek veilig moeten kunnen voelen, neemt de rechtbank de verdachte zeer kwalijk. Door het plegen van witwassen profiteert de verdachte bovendien van criminele opbrengsten en benadeelt hij de integriteit en het vertrouwen dat essentieel is in het economische en financiële verkeer.
Het voorhanden hebben van drugs veroorzaakt gezondheidsgevaren voor de gebruiker zelf, maar bevordert ook de verboden handel in drugs met alle overlast en andere gevolgen van dien.
Uit een uittreksel Justitiële Documentatie blijkt dat de verdachte niet eerder is veroordeeld voor een strafbaar feit.
De rechtbank heeft de rapporten van de Raad voor de Kinderbescherming gelezen en de informatie van de deskundigen van de Raad en van Stichting Jeugdbescherming west op de zitting gehoord. Uit deze informatie komt onder meer het volgende naar voren.
De verdachte functioneert op gemiddeld begaafd niveau, maar sociaal-emotioneel is hij minder ver. Dat hij de feiten heeft gepleegd, kan te maken hebben met zijn forse middelengebruik, contacten met antisociale jongeren en problemen met onder andere zijn impulscontrole. Er zijn aanwijzingen dat de verdachte de feiten ook zou kunnen hebben gepleegd zonder de invloed van zijn drugsverslaving. De verdachte neigt te kiezen voor snelle en makkelijke behoeftebevrediging. Het is niet duidelijk in hoeverre hij echt verantwoordelijkheid neemt en inziet wat de gevolgen van zijn handelen zijn voor de slachtoffers. Hij heeft vooral spijt gericht op de negatieve gevolgen voor hemzelf en zijn naasten. De overgang van Teylingereind naar huis zal gepaard moeten gaan met duidelijke afspraken en regels. De verdachte heeft laten zien dat hij baat heeft bij duidelijke regels en grenzen. Door stevige structuur en sturing zal hij is staat moeten zijn tot een blijvende gedragsverbetering. De verwachting is dat de verdachte het duidelijke kader van de GBM nodig heeft om zich zo gunstig mogelijk verder te ontwikkelen. De mogelijkheid van een time-out is daarbij een voordeel. De verdachte zal MDFT moeten volgen, bij Brijder moeten starten en naar Stichting 070Watt moeten gaan. Hij zal daardoor zowel dagbesteding (met zicht op perspectief) en behandeling voor zijn drugsgebruik hebben, met als doel een blijvende gedragsverandering. De jeugdreclassering zal regie moeten voeren en de ouders in de behandeling betrekken.
De Raad adviseert een GBM met de volgende modules. De rechtbank begrijpt het advies aldus, dat geadviseerd wordt te bepalen dat de GBM inhoudt:
-het hebben van een dagbesteding, startend bij Watt 070, later scholing;
-het op de afspraken komen en meewerken aan Systeembehandeling middels MDFT (Palmhuis) en individuele behandeling gegeven door de Brijder;
- het meewerken aan elektronisch toezicht (3 maanden) en urinecontroles;
- het zich houden aan de afspraken met de Jeugdreclassering in het kader van het ITB harde kern programma (totaal 6 maanden) en hierna aan reguliere verplichte Jeugdreclassering;
- het luisteren naar zijn ouders.
De Raad adviseert ook te bepalen dat de maatregel dadelijk uitvoerbaar is en om aan de gecertificeerde instelling Stichting Jeugdbescherming West, afdeling Jeugdreclassering opdracht te geven om toezicht te houden op de naleving van de voorwaarden en de verdachte ten behoeve daarvan te begeleiden.
De rechtbank kan zich vinden in de gegeven adviezen en zal een GBM opleggen voor de duur van 12 maanden. De rechtbank is van oordeel dat de ernst van de misdrijven en het feit dat de verdachte zoveel feiten in korte tijd pleegde, aanleiding geeft tot de oplegging van een GBM en dat deze maatregel in het belang is van een zo gunstig mogelijke verdere ontwikkeling van de verdachte.
De rechtbank is, anders dan de officier van justitie, van oordeel dat de verdachte 6 maanden jeugddetentie moet uitzitten als hij zich niet aan de onderdelen van de GBM houdt.
Wat de inhoud van de GBM betreft, zal de rechtbank de adviezen van de Raad en de jeugdreclassering volgen, met uitzondering van het luisteren naar de ouders. Het niet plegen van strafbare feiten wordt door de rechtbank niet passend geacht om als onderdeel van een GBM op te nemen. De eis van de officier van justitie zal op dat punt niet gevolgd worden. Wel zal de rechtbank bepalen dat bij de inhoud van de GBM hoort dat de verdachte zich houdt aan een contactverbod met de [medeverdachte 3] , [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] , zoals de officier van justitie heeft gevorderd.
De rechtbank zal bevelen dat het programma van de GBM dadelijk uitvoerbaar is, omdat er naar het oordeel van de rechtbank ernstig rekening mee moet worden gehouden dat de verdachte opnieuw een strafbaar feit zal plegen en zich belastend zal gedragen. Daarnaast is de rechtbank van oordeel dat de dadelijke uitvoerbaarheid in het belang van de verdachte is.
De rechtbank vindt dat naast deze GBM, jeugddetentie als straf gepast is, gezien het aantal en de ernst van de feiten. De duur hiervan is gelijk aan het voorarrest dat de verdachte al heeft uitgezeten.

6.De vordering benadeelde partij

6.1
De vordering.
Feit 2.
[naam 2] heeft een vordering tot schadevergoeding ingediend en vordert
€ 11.736,52 materiële schade, vermeerderd met de wettelijke rente en met oplegging van de schadevergoedingsmaatregel.
6.2
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft de rechtbank gevraagd de vordering toe te wijzen voor een deel van € 4750,- , hoofdelijk, vermeerderd met de wettelijke rente en met oplegging van de schadevergoedingsmaatregel, en de vordering voor het overige niet ontvankelijk te verklaren. De officier van justitie heeft hierbij rekening gehouden met aftrek van BTW, aanschafwaarde en afschrijving op basis van een geschatte afschrijftermijn voor professionele geluidsapparatuur en kortingen. Zij heeft eveneens rekening gehouden met het feit dat nieuwe spullen zijn aangeschaft blijkens bijlagen 2 en 3, en met het feit dat de kosten voor ruitenwisser, motor en arbeid worden geschat.
6.3
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft bepleit om niet meer dan € 2.000,- tot € 2.500,- toe te wijzen en daarvoor aangevoerd dat onduidelijk is welke goederen door de aangever zijn teruggekocht en voor hoeveel dat is geweest, dat op bijlage 1 ook goederen staan waarover onduidelijkheid bestaat, dat het niet duidelijk is hoe lang bepaalde goederen meegaan, noch wat de kwaliteit van de gestolen goederen was. De verdachte wil zich evenwel niet onttrekken aan zijn verantwoordelijkheid voor de schade.
6.4
Het oordeel van de rechtbank
De rechtbank zal de benadeelde partij niet-ontvankelijk verklaren in zijn vordering tot schadevergoeding, omdat de behandeling van de vordering een onevenredige belasting van het strafgeding oplevert. De vordering bevat namelijk teveel onduidelijkheden en nadere informatie en onderzoek is nodig om een juiste beslissing te kunnen geven. Zo is onvoldoende duidelijk welke goederen het precies betreft, wat de waarde daarvan was, welke goederen zijn teruggekocht door de aangever en voor welke schade aan de auto de verzekering een bedrag heeft uitgekeerd.
De benadeelde partij kan de vordering bij de burgerlijke rechter aanbrengen.
Dit brengt mee, dat de rechtbank de kosten die in verband met deze vordering zijn gemaakt zal compenseren door te bepalen dat de verdachte en de benadeelde partij ieder de eigen kosten dragen.

7.De inbeslaggenomen goederen

De lijst van inbeslaggenomen voorwerpen (beslaglijst) vermeldt de volgende onder de verdachte inbeslaggenomen voorwerpen:
9 1.00 STK Vorderingen RABOBANK,
saldo op bankrekening [rekeningnummer 1]
10 1.00 STK Vorderingen RABOBANK
saldo op bankrekening [rekeningnummer 2]
11 1.00 STK Vorderingen RABOBANK
saldo op bankrekening [rekeningnummer 3]
1. GR Hashish
2 1.00 STK Telefoontoestel SAMSUNG met hoesje
3 1.00 PR Schoenen K1:zwart NIKE AIR Max maat 42
4 1.00 STK Schroevedraaier Kltzwart SUNDOVE 086166
5 1.00 STK Vuilniszak Kltgrijs
6 1.00 STK Sieraad Kl:rood DIVERSEN ring, oorbellen met diamantjes
7 1.00 STK Breekijzer met tape om de steel
8 1.00 STK Breekijzer aangetroffen door plaatselijke politie in woning.
7.1
De vordering van de officier van justitie.
De officier van justitie heeft ten aanzien van deze voorwerpen het volgende gevorderd.
Ten aanzien van voorwerp nummer:
1. GR Hashish: onttrekking aan het verkeer.
2 1.00 STK Telefoontoestel, SAMSUNG, met hoesje: verbeurdverklaring.
3 1.00 PR Schoenen K1:zwart, NIKE AIR Max, maat 42: retour aan rechthebbende.
4 1.00 STK Schroevedraaier Kltzwart, SUNDOVE 086166: verbeurdverklaring.
5 1.00 STK Vuilniszak Kltgrijs: retour aan rechthebbende.
6 1.00 STK Sieraad Kl:rood, DIVERSEN, ring, oorbellen: retour verdachte.
7,8 breekijzers: verbeurdverklaring.
Ten aanzien van nummers 9, 10, 11 saldo bankrekeningen heeft de officier van justitie geen vordering gedaan, nu dit conservatoire beslagen betreft en de officier van justitie voornemens is een vordering ontneming wederrechtelijk verkregen voordeel in te stellen.
7.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft zich niet over het beslag uitgelaten.
7.3
Het oordeel van de rechtbank
De rechtbank zal voorwerp nummer 5, de vuilniszak, verbeurdverklaren.
Ten aanzien van de overige voorwerpen zal de rechtbank de vordering van de officier volgen, waarbij zij overweegt
- ten aanzien van goed nummer 1, de hashish: dat bij wet verboden is om dit voorwerp in bezit te hebben;
- ten aanzien van nummers 2, 4, 5, 7, 8: de telefoon, de schroevendraaier, de vuilniszak en 2 breekijzers: dat met behulp van dit deze voorwerpen de bewezenverklaarde feiten zijn begaan of voorbereid, terwijl zij aan de verdachte toebehoren of aan een persoon die had kunnen vermoeden dat zij zouden dienen om de strafbare feiten te plegen of aan een persoon van wie de identiteit niet is kunnen worden vastgesteld;
- 3 en 6: de schoenen en de sieraden, dat het belang van de strafvordering zich niet meer tegen teruggave verzet.
Ten aanzien van de voorwerpen genoemd onder 9, 10 en 11 hoeft de rechtbank geen beslissing te geven.

8.De toepasselijke wetsartikelen

De straffen en maatregelen zijn gebaseerd op de artikelen:
-33, 33a, 36b, 36d, 45, 47, 77a, 77g, 77i, 77w, 77wa, 77wc, 77gg, 311 en 420bis van het
Wetboek van Strafrecht en
-3 en 11 van de Opiumwet,
zoals ze golden op het moment dat de feiten gepleegd werden.

9.De beslissing

De rechtbank:
verklaart wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte de feiten 1 tot en met 9 heeft gepleegd. Dat is volgens de wet:
feit 1
poging tot diefstal gedurende de voor de nachtrust bestemde tijd, door twee of meer verenigde personen, waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van braak;
feit 2
diefstal, door twee of meer verenigde personen, waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van braak;
feiten 3, 4, 5, 6 en 7
diefstal gedurende de voor de nachtrust bestemde tijd, door twee of meer verenigde personen, waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van braak;
feit 8
medeplegen van witwassen, meermalen gepleegd;
feit 9
handelen in strijd met het in artikel 3, onder C, van de Opiumwet gegeven verbod, strafbaar gesteld bij artikel 11 lid 1 van de Opiumwet;
verklaart deze feiten en de verdachte strafbaar;
verklaart niet bewezen wat aan de verdachte bij dagvaarding meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven is bewezen verklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij;
veroordeelt de verdachte tot
jeugddetentie voor de duur van 208 dagen
bepaalt dat de tijd die de veroordeelde al in verzekering en voorlopige hechtenis heeft doorgebracht, hierop in mindering moet worden gebracht, tenzij dat al bij een andere straf is gedaan;
legt aan de verdachte op de
maatregel betreffende het gedrag van de jeugdigevoor de duur van
12 maanden, die bestaat uit het volgende programma:
- deelnemen aan ITB Harde Kern voor de duur van maximaal zes maanden, en in dat kader elektronische controle voor de duur van maximaal 3 maanden;
- opvolgend op ITB Harde Kern: begeleiding door de jeugdreclassering;
- het hebben van dagbesteding, beginnend bij 070Watt en daarna scholing;
- meewerken aan MDFT bij het Palmhuis;
- meewerken aan behandeling bij Brijder;
- meewerken aan urinecontroles;
- geen contact hebben, direct of indirect, met de [medeverdachte 3]
, [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] ;
waarbij de Stichting Jeugdbescherming west Zuid-Holland, een gecertificeerde instelling die jeugdreclassering uitvoert, de taak heeft de tenuitvoerlegging van de maatregel te begeleiden;
beveelt voor het geval dat de veroordeelde niet naar behoren aan de tenuitvoerlegging van de maatregel heeft meegewerkt, dat vervangende jeugddetentie zal worden toegepast voor de duur van
6 maanden;
beveelt dat het programma waaruit de maatregel bestaat,
dadelijk uitvoerbaaris;
feit 2:
bepaalt dat de benadeelde partij niet ontvankelijk is in de vordering tot schadevergoeding;
bepaalt dat de benadeelde partij en de verdachte ieder de eigen kosten dragen;
verklaart
onttrokkenaan het verkeer het op de beslaglijst onder 1 genummerde voorwerp, te weten:
1. GR Hashish;
verklaart
verbeurdde op de beslaglijst onder 2, 4, 5, 7 en 8 genummerde voorwerpen, te weten:
2 1.00 STK Telefoontoestel, SAMSUNG, met hoesje;
4 1.00 STK Schroevedraaier Kltzwart, SUNDOVE 086166;
5 1.00 STK Vuilniszak Kltgrijs;
7 1.00 STK Breekijzer met tape om de steel
8 1.00 STK Breekijzer aangetroffen door plaatselijke politie in woning;
gelast de
teruggaveaan de rechthebbende van de op de beslaglijst onder 3 en 6 genummerde voorwerpen, te weten:
3 1.00 PR Schoenen K1:zwart, NIKE AIR Max, maat 42, aan rechthebbende;
6 1.00 STK Sieraad Kl:rood, DIVERSEN, ring, oorbellen, aan verdachte;
heft op het bevel tot voorlopige hechtenis van de verdachte.
Dit vonnis is gewezen door
mr. J.E.M.G. van Wezel, kinderrechter, voorzitter,
mr. C.M. van der Kleijn, kinderrechter,
en mr. M.F.M, de Groot, kinderrechter-plv.,
in tegenwoordigheid van mr. E.A.W. Hoefnagels, griffier.
Het is uitgesproken op de openbare terechtzitting van deze rechtbank van 8 juli 2019.
mr. De Groot is buiten staat dit vonnis te ondertekenen.
Bijlagen:
1) tenlastelegging
2) bewezenverklaring
Bijlage 1. De tenlastelegging
Aan de verdachte is tenlastegelegd dat
1.
(zaaksdossier 2.1)
hij op of omstreeks 12 december 2018, gedurende de voor de nachtrust bestemde
tijd, te Den Hoorn, gemeente Midden-Delfland,
tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,
ter uitvoering van het door verdachte en/of zijn mededader(s) voorgenomen
misdrijf om
uit een woning (gelegen aan het [adres 2] )
geld en/of (een) goed(eren), in elk geval enig goed, dat geheel of ten dele
aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s) toebehoorde, te weten
aan [naam 1] ,
weg te nemen
met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen
en zich de toegang tot de plaats van het misdrijf te verschaffen en/of dat/die
weg te nemen goed/goederen onder zijn/haar/hun bereik te brengen door middel
van braak en/of verbreking
een schroevendraaier en/of een koevoet en/of een hard langwerpig voorwerp
tussen de (achter)deur en de deurpost heeft/hebben gezet en/of heeft/hebben
bewogen tussen die deur en die deurpost (teneinde die deur open te krijgen),
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
2.
(zaaksdossier 2.3)
hij op of omstreeks 25 november 2018 te Delft, tezamen en in vereniging met
een of meer anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke
toeëigening heeft weggenomen uit een bestelbus
- twee, althans een, wielplankje(s) en/of
- een koffertje met inhoud
in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [naam 2]
, in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn
mededader(s), zulks na zich de toegang tot de plaats des misdrijfs te hebben
verschaft en/of die/dat weg te nemen geluidsapparatuur en/of wielplankje(s)
en/of dat koffertje onder zijn/hun bereik te hebben gebracht door braak en/of
verbreking te weten door de achterruit van die bestelbus kapot te maken;
3.
(zaaksdossier 2.4)
hij in of omstreeks de periode van 7 december 2018 tot en met 8 december 2018
te Den Hoorn, gemeente Midden-Delfland, tezamen en in vereniging met een of
meer anderen, uit een woning gelegen aan de [adres 3] , gedurende de voor de nachtrust bestemde tijd, met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening heeft weggenomen
- schilderijen en
- kroonluchters en
- een klok en
- glas in lood lampen en
- gordijnen en
- een schildbord en
- een vaas en
- een dekbedovertrek,
toebehorende aan [naam 3] , zulks na zich de toegang tot de plaats des misdrijfs te hebben verschaft door braak en inklimming te weten door het sluitwerk van een bovenraam van de woning te forceren;
4.
(zaaksdossier 2.7)
hij in of omstreeks de periode van 1 december 2018 tot en met 2 december 2018
te Den Hoorn, gemeente Midden-Delfland, tezamen en in vereniging met een of
meer anderen, althans alleen, uit een woning gelegen aan het [adres 4]
gedurende de voor de nachtrust bestemde tijd met het oogmerk van
wederrechtelijke toeëigening heeft weggenomen
- een viool met toebehoren en/of
- twee, althans een, laptop(1) (merk Acer en/of merk HP) met toebehoren en/of
- meerdere cheques/cadeaubonnen en/of
- een Roland Synthesizer en/of
- meerdere sieraden
in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [naam 4] , in elk
geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s),
zulks na zich de toegang tot de plaats des misdrijfs te hebben verschaft en/of
die/dat weg te nemen goed(eren) onder zijn/hun bereik te hebben gebracht door
middel van braak en/of verbreking te weten door met een koevoet, althans een
hard voorwerp, een raamkozijn van de woning open te wrikken, althans te
forceren;
5.
(2018330891 - zaaksdossier 2.9)
hij in of omstreeks de periode van 2 december 2018 tot en met 4 december 2018
te Delft, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,
uit een woning gelegen aan de [adres 5] , gedurende de voor de
nachtrust bestemde tijd, met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening
heeft weggenomen:
- ( een) postzegel(s)/(verzameling) en/of
- een (oude) munt(en) en/of
- een microscoop,
in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan (de moeder van)
[naam 5] , in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte
en/of zijn mededader(s), zulks na zich de toegang tot de plaats des misdrijfs
te hebben verschaft en/of die/dat weg te nemen postzegel(s) en/of munt(en)
en/of microscoop onder zijn/hun bereik te hebben gebracht door middel van
braak en/of verbreking te weten door met een koevoet, althans een hard
voorwerp, de achterdeur te forceren;
6.
(2018315375 - zaaksdossier 2.10)
hij in of omstreeks de periode van 20 november 2018 tot en met 22 november
2018 te Den Hoorn, gemeente Midden-Delfland, tezamen en in vereniging met een
of meer anderen, althans alleen, uit een woning gelegen aan het [adres 6]
, gedurende de voor de nachtrust bestemde tijd, met het oogmerk van
wederrechtelijke toeëigening heeft weggenomen:
- een Imac/laptop/computer (merk Apple) en/of
- een externe harde schijf en/of
- navigatieapparatuur,
in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [naam 7] , in
elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s),
zulks na zich de toegang tot de plaats des misdrijfs te hebben verschaft en/of
die/dat weg te nemen laptop en/of harde schijf en/of navigatieapparatuur onder
zijn/hun bereik te hebben gebracht door middel van braak en/of verbreking te
weten door met een koevoet, althans een hard (breek)voorwerp, de (achter)deur
te forceren;
7.
(2018292707 - zaaksdossier 2.11)
hij in of omstreeks de periode van 25 oktober 2018 tot en met 26 oktober 2018
te Den Hoorn, gemeente Midden-Delfland, tezamen en in vereniging met een of
meer anderen, althans alleen, uit een woning gelegen aan de [adres 7]
gedurende de voor de nachtrust bestemde tijd,
met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening heeft weggenomen:
- twee, althans een, geluidsbox(en) (merk JBL) en/of
- diverse sieraden (waaronder een horloge en/of (een) ketting(en) en/of (een)
armband(en) en/of (een) oorbel(len) en/of een trouwring) en/of
- een fles vodka, althans alcoholhoudende drank (merk Belvedere) en/of
- een zaklantaarn en/of
- een camera (merk Gopro) en/of
- ( auto)sleutels en/of
- een Ipad/tablet (merk Apple)
in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [naam 8] ,
in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn
mededader(s), zulks na zich de toegang tot de plaats des misdrijfs te hebben
verschaft en/of die/dat weg te nemen goed(eren) onder zijn/hun bereik te
hebben gebracht door middel van braak en/of verbreking te weten door een raam
te forceren met een koevoet, althans een hard voorwerp;
8.
hij in of omstreeks de periode van 1 oktober 2018 tot en met 12 december 2018,
te Delft en/of te Rijswijk en/of te 's-Gravenhage en/of te Den Hoorn, gemeente
Midden-Delfland, en/of elders in Nederland, tezamen en in vereniging met een
ander of anderen, althans alleen, van het plegen van witwassen een gewoonte
heeft gemaakt, altahsn zich schulig heeft gemaakt aan witwassen immers
heeft/hebben verdachte en/of zijn mededader(s) (van) (een) voorwerp(en), te
weten - onder meer - :
- ( een) geluidsbox(en) en/of (een) versterker en/of
- ( een) schilderij(en) en/of (een) kroonluchter(s) en/of een klok en/of (een)
lamp(en) en/of (een) gordijn(en) en/of (een) schildbord en/of een vaas en/of
- ( een) muziekinstrument(en) en/of (een) laptop(s) en/of sieraden en/of
- ( een) postzegel(s) en/of (een) munt(en) en/of (een) microscoop en/of
- ( een) Imac/laptop en/of een externe harde schijf en/of navigatieapparatuur
en/of
- ( een) geluidsbox(en) (merk JBL) en/of diverse sieraden en/of een fles
alcoholhoudende drank en/of een zaklantaarn en/of een camera en/of
autosleutels en/of een Ipad en/of
- ( een) e-bike en/of
- een metalen (geld)kistje en/of
- ( een) andere goed(eren)
althans van enig(e) voorwerp(en)
de herkomst en/of de vindplaats en/of de vervreemding en/of de verplaatsing
verborgen en/of verhuld en/of verborgen en/of verhuld wie de rechthebbende is
en/of
verworven, voorhanden gehad, overgedragen, omgezet en/of ervan gebruik
gemaakt,
terwijl hij en/of zijn mededader(s) wist(en) dat dat/die voorwerp(en) geheel
of gedeeltelijk - onmiddellijk of middellijk - afkomstig was/waren uit enig
misdrijf;
9.
hij op of omstreeks 12 december 2018 te Den Hoorn, gemeente Midden-Delfland,
aanwezig heeft gehad ongeveer 18,7 gram,
in elk geval een hoeveelheid van niet meer dan 30 gram van een gebruikelijk
vast mengsel van hennephars en plantaardige elementen van hennep
waaraan geen andere substanties zijn toegevoegd (hasjiesj),
zijnde hasjiesj een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst
II, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet.
Bijlage 2. De bewezenverklaring
De rechtbank verklaart ten aanzien van de verdachte bewezen dat:
1.
hij op 12 december 2018, gedurende de voor de nachtrust bestemde tijd, te Den Hoorn, gemeente Midden-Delfland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, ter uitvoering van het door verdachte en zijn mededader(s) voorgenomen misdrijf om uit een woning (gelegen aan het [adres 2] ) enig goed, dat aan een ander dan aan verdachte en zijn mededaders(s) toebehoorde. weg te nemen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen en zich de toegang tot de plaats van het misdrijf te verschaffen door middel van braak, een koevoet tussen de (achter)deur en de deurpost heeft gezet en heeft bewogen tussen die deur en die deurpost (teneinde die deur open te krijgen), terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
2.
hij op 25 november 2018 te Delft, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening heeft weggenomen uit een bestelbus
- twee wielplankjes en
- een koffertje met inhoud,
in elk geval enig goed, toebehorende aan [naam 2] , zulks na zich de toegang tot de plaats des misdrijfs te hebben verschaft door braak te weten door de achterruit van die bestelbus kapot te maken;
3.
hij in de periode van 7 december 2018 tot en met 10 december 2018 te Den Hoorn, gemeente Midden-Delfland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, uit een woning gelegen aan de [adres 3] , gedurende de voor de nachtrust bestemde tijd, met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening heeft weggenomen
- schilderijen en
- kroonluchters en
- een klok en
- glas in lood lampen en
- gordijnen en
- een schildbord en
- een vaas en
- een dekbedovertrek,
toebehorende aan [naam 3] , zulks na zich de toegang tot de plaats des misdrijfs te hebben verschaft door braak te weten door het sluitwerk van een bovenraam van de woning te forceren;
4.
hij in de periode van 1 december 2018 tot en met 2 december 2018 te Den Hoorn, gemeente Midden-Delfland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, uit een woning gelegen aan het [adres 4] , gedurende de voor de nachtrust bestemde tijd met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening heeft weggenomen
- een viool met toebehoren en
- twee laptops (merk Acer en merk HP) met toebehoren en
- meerdere cheques/cadeaubonnen en
- een Roland Synthesizer en
- meerdere sieraden
toebehorende aan [naam 4] , zulks na zich de toegang tot de plaats des misdrijfs te hebben verschaft door middel van braak, te weten door met een koevoet een raamkozijn van de woning open te wrikken;
5.
hij in de periode van 2 december 2018 tot en met 4 december 2018 te Delft, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, uit een woning gelegen aan de [adres 5] gedurende de voor de nachtrust bestemde tijd, met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening heeft weggenomen:
- een postzegelverzameling en
- munten en
- een microscoop,
in elk geval enig goed, toebehorende aan (de moeder van) [naam 5] , zulks na zich de toegang tot de plaats des misdrijfs te hebben verschaft door middel van
braak te weten door met een koevoet de achterdeur te forceren;
6.
hij in de periode van 20 november 2018 tot en met 22 november 2018 te Den Hoorn, gemeente Midden-Delfland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, uit een woning gelegen aan het [adres 6] , gedurende de voor de nachtrust bestemde tijd, met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening heeft weggenomen:
- een Imac (merk Apple) en
- navigatieapparatuur,
in elk geval enig goed, toebehorende aan [naam 7] , zulks na zich de toegang tot de plaats des misdrijfs te hebben verschaft door middel van braak te weten door met een koevoet de achterdeur te forceren;
7.
hij op 25 oktober 2018 te Den Hoorn, gemeente Midden-Delfland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, uit een woning gelegen aan de [adres 7] , gedurende de voor de nachtrust bestemde tijd, met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening heeft weggenomen:
- een geluidsbox (merk JBL), en
enig goed, toebehorende aan [naam 8] , zulks na zich de toegang tot de plaats des misdrijfs te hebben verschaft door middel van braak te weten door een raam te forceren met een koevoet;
8.
hij in de periode van 25 oktober 2018 tot en met 12 december 2018, te Nederland, tezamen en in vereniging met anderen zich schuldig heeft gemaakt aan witwassen immers heeft/hebben verdachte en/of zijn mededader(s) voorwerpen, te weten - onder meer - :
- schilderijen en/of kroonluchters en/of een klok en/of lampen en/of gordijnen en/of een schildbord en/of een vaas en/of
- een geluidsbox (merk JBL)
althans enige voorwerpen,
verworven, voorhanden gehad, overgedragen, omgezet,
terwijl hij en/of zijn mededader(s) wist(en) dat dat die voorwerpen onmiddellijk of middellijk - afkomstig waren uit enig misdrijf;
9.
hij op 12 december 2018 te Den Hoorn, gemeente Midden-Delfland, aanwezig heeft gehad 18,7 gram van een gebruikelijk vast mengsel van hennephars en plantaardige elementen van hennep (hasjiesj), zijnde hasjiesj een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst II.

Voetnoten

1.De hierna genoemde pagina’s zijn te vinden in het dossier met het nummer 2018333090, naam onderzoek: Aphrodite.
2.Pag. 251, 252, aangifte door [naam 1] .
3.Pag. 255, 256, verklaring van [getuige] .
4.Pag. 454 t/m 457, aangifte door [naam 2] .
5.Pag. 467 t/m 471, aangifte door [naam 3] .
6.Pag. 1163, proces verbaal van bevindingen.
7.Pag. 294, 296, proces verbaal van bevindingen, en pag. 310, prints whatsapp gesprek.
8.Pag. 738, proces-verbaal uitwerken OVC.
9.Pag. 525 t/m 529, aangifte door [naam 4] met aanvullende verklaring.
10.Pag. 533, 534, proces-verbaal sporenonderzoek.
11.Pag. 535, 536, rapport van het NFI.
12.Pag. 537, 538, rapport van het NFI.
13.Pag. 544, 545, aangifte door J. [naam 5] .
14.Pag. 289 j onderaan, whatsapp-gesprek van de verdachte.
15.Pag. 548 t/m 554, aangifte en aanvullende aangifte door [naam 6] namens [naam 7] , pag. 555, bevindingen verbalisant.
16.Pag. 558 t/m 561, aangifte door [naam 8] .
17.Pag. 1176, bevindingen verbalisant.
18.Verklaring van de verdachte op de zitting van 24 juni 2019.
19.Pag. 797 t/m 800, bevindingen verbalisant.
20.Pag. 486 t/m 490, bevindingen verbalisanten.
21.Pag. 273 midden onderaan, prints van whatsapp gesprek tussen de verdachte en [naam 9] .
22.Pag. 39, bevindingen verbalisant bij aanhouding van de verdachte, pag. 993, bevindingen drugstest.
23.Verklaring van de verdachte op de zitting.