Overwegingen
1. Eiser werkte als chief executive officer (CEO) bij [multinational X] en woont in Nederland. Op 1 september 2005 is eiser een Profit Sharing Loan Agreement (PSL) aangegaan met de houdstermaatschappij van de [X] groep, [Y] B.V. Eiser heeft daarbij
€ 500.000 geleend aan de [X]-groep.
2. In een memo aan eiser van de adviseur van 18 juni 2008 worden naar aanleiding van het wetsvoorstel “Belastingheffing excessieve beloningsbestanddelen” voorstellen gedaan de structuur van de managementparticipatie aan te passen. Er staat onder meer:
“Om belastingheffing in Nederland te voorkomen over de opbrengst van de winstdelende leningen, is het van belang dat Guernsey Ltd. niet geacht kan worden haar feitelijke leiding in Nederland te hebben of in Nederland een vaste inrichting te hebben. Hierbij is het volgende van belang:
(…)
c) De bestuurders van de Guernsey vennootschap dienen bij voorkeur ieder kwartaal (en ten minste twee maal per jaar) te vergaderen in Guernsey, met fysieke aanwezigheid van alle bestuurders, met name ook met fysieke aanwezigheid van […] of [eiser] op Guernsey. Er dienen minutes van deze board meetings te worden bijgehouden.
d) Belangrijke beslissingen ten aanzien van de investering in de winstdelende leningen dienen tijdens board meetings in Guernsey genomen te worden (wederom: met fysieke aanwezigheid van de bestuurders aldaar).
(…)
Vestigingsplaats Guernsey vennootschappen
De opbrengsten op de PSL zullen niet of nauwelijks belast zijn op Guernsey. Om te voorkomen waardoor de opbrengst van de PSL in Nederland belast zou zijn met vennootschapsbelasting, is het nodig dat de Guernsey vennootschappen daadwerkelijk op Guernsey gevestigd zijn. Indien de noodzakelijke discipline wordt betracht m.b.t. het vergaderen en het nemen van beslissingen op Guernsey, kan voorkomen worden dat Guernsey vennootschappen hun feitelijke leiding in Nederland heeft. (…)”
3. Op 14 november 2008 heeft eiser [E1 Ltd.] opgericht. Eiser was enig aandeelhouder van deze vennootschap. Eveneens op 14 november 2008 heeft eiser [E2 Ltd.] opgericht. Eiser was ook enig aandeelhouder van deze vennootschap. Beide vennootschappen zijn naar het recht van Guernsey opgericht. Als eerste bestuurder van E2 Ltd. is benoemd [een trustkantoor], gevestigd op Guernsey [het trustkantoor].
4. Tijdens bestuursvergaderingen op 2 december 2008 van E1 Ltd. en E2 Ltd. is eiser (voor E2 Ltd.: naast [het trustkantoor]) als bestuurder van die vennootschappen aangetreden. Blijkens de notulen van de op die dag gehouden bestuurs- en aandeelhoudersvergadering is besloten dat [het trustkantoor] niet meer zelfstandig bevoegd is besluiten te nemen die een belang van € 5.000 te boven gaan.
5. Tot de gedingstukken behoort een overeenkomst van 2 december 2008, gesloten tussen E1 Ltd. en eiser, waarbij eiser de PSL verkoopt aan E1 Ltd. voor € 18.349.000 (de waarde van de PSL op dat moment). E1 Ltd. blijft 99% van de waarde, te weten
€ 18.165.510, schuldig aan eiser. Afgesproken is dat E1 Ltd. als rente dient te betalen 99% van de opbrengsten die zij uit de PSL ontvangt voor zover die opbrengsten het bedrag van
€ 18.349.000 overtreffen. De schuld van E1 Ltd. aan eiser heeft vergelijkbare voorwaarden als die waaronder de PSL is verstrekt.
6. Tot de gedingstukken behoort een overeenkomst van 2 december 2008, aangegaan tussen E1 Ltd., E2 Ltd. en eiser, waarbij eiser zijn vordering op E1 Ltd. van € 18.165.510 overdraagt aan E2 Ltd. met alle daarmee verband houdende rechten en plichten.
E2 Ltd. en eiser zijn overeengekomen dat de overdracht van die vordering in de vorm van een agiostorting plaatsvindt.
7. In een op 2 december 2008 door E2 Ltd., eiser en [het trustkantoor] ondertekende Registered Office and Management Services Agreement (Management Agreement) is onder meer het volgende opgenomen:
“(1) [E2 Ltd.] (…) (the “Company”)
(2) [eiser] (the “Principal”) and
(3) [het trustkantoor] (…)(the “Director”, …) (…)
IT IS HEREBY AGREEDas follows:
(…)
1. Appointments
( b) The Company hereby appoints the Director to provide and the Director hereby agrees to provide director services as more particularly set out in Clause 3 below, (the “
Director Services”) all subject to the term and conditions of this Agreement.
3. Management Services
Subject to the terms of this Agreement, the Director agrees:
( a) To perform and provide the services necessary and appropriate to the management of the
business of the Company in and from within the Jurisdiction and in particular but without limitation
as follows:
( i) the services of managing director of the Company in the Jurisdiction;
(ii) signatories for any bank and investment accounts set up by the Company;
(iii) to act on behalf of and to bind the Company generally;
(iv) to prepare and maintain all reasonable and necessary books of account, minute books,
statutory registers and other corporate records in the Jurisdiction as may be required in
the normal course of the business of the Company and as may be agreed between the
parties and in order to comply with any Laws or regulations of the Jurisdiction and in such
form and manner as may be agreed upon from time to time;
( v) to prepare simple financial statements;
(vi) to deal with correspondence relating to the business of the Company; and
(vii) to facilitate payments of any and all legal fees, accounting fees and other fees and
expenses of the Company.
( b) To comply with the terms of the Memorandum and Articles of Association of the Company and all other agreements to which the Company is a party (subject to relevant documentation being made available to the Director) and without prejudice to the foregoing, not to enter into, on behalf of the Company, any commitments, loans or obligations or charge, mortgage, pledge, encumber or otherwise restrict or dispose of the Company’s property or assets (except with the written consent or on the written instructions of the Principal) and generally not to take any action inconsistent with the business of the Company.
5. Indemnity
( a) Neither of the [trustkantoor] Parties shall be liable for any damage, loss, claims, proceedings, demands, liabilities, costs or expenses whatsoever suffered or incurred by the Company or the Principal at any time from any cause whatsoever unless directly caused by [trustkantoor] or (as the case may be) the Director’s own fraud or dishonesty, gross negligence or that of any of either or both of [trustkantoor] and the Director’s partners, officers, employees or agents as the case may be.
( b) The Company and the Principal jointly and severally agree to indemnify and hold harmless the
[trustkantoor] Parties (severally), their respective directors and officers (if any) employees, shareholders and affiliates and agents and each of them against any liability actions, proceedings, claims, demands costs or expenses whatsoever which they or any of them may incur or be subject to in consequence of this Agreement or as a result of the performance of this Agreement or as a result
of the performance of the functions and services provided for hereunder except to the extent that
the same are a result of the fraud or dishonesty of [trustkantoor] or (as the case may be) the Director or any of its directors and officers (if any) employees and or agents as the case may be and this
indemnity shall expressly inure to the benefit of any director, officer, employee, shareholder,
affiliate or agent existing or future and to the benefit of any successor of [trustkantoor] or the Director
hereunder.”
8. Op 16 februari 2011 hebben E1 Ltd. en eiser een leningsovereenkomst ondertekend waarbij E1 Ltd. € 15.000.000 leent aan eiser. Eveneens op 16 februari 2011 heeft E1 Ltd. de vordering op eiser gecedeerd aan E2 Ltd. Vervolgens heeft E2 Ltd. - eveneens op
16 februari 2011 - haar vordering op eiser gecedeerd aan eiser. E2 Ltd. en eiser hebben dit aangemerkt als een terugbetaling van agio van € 15.000.000 aan eiser.
9. Op 28 februari 2011 wordt door [de X-groep] € 54.609.373 (de waarde van de PSL) overgemaakt aan E1 Ltd. E1 Ltd. lost met dit bedrag haar schuld aan E2 Ltd. af.
10. Op 1 maart 2011 heeft E2 Ltd. € 18.171.248 aan agio terugbetaald aan eiser en een dividend van € € 35.890.036 uitbetaald aan eiser.
11. Op 15 oktober 2012 zijn E1 Ltd en E2 Ltd ontbonden.
12. Naar aanleiding van een vragenbrief van 27 september 2013 van [inspecteur S] aan eiser over zijn aangifte IB/PVV 2011 en zijn verzoek om een (voorlopige) carry back beschikking voor een ab-verlies uit 2012 heeft de voormalig adviseur van eiser (de adviseur) bij brief van 8 oktober 2013 onder meer aan verweerder geschreven:
“(…) Op 14 november 2008 heeft [eiser] door oprichting 100% van de aandelen
verkregen in twee vennootschappen gevestigd in Guernsey, [E1 Ltd.] en [E2 Ltd.]. Bij de oprichting is er in elke vennootschap een bedrag van € 5.750 gestort. Ik sluit kopieën van de oprichtingsakte/ statuten bij (Bijlagen 1 en 2).
Op 2 december 2008 heeft [eiser] een vordering die hij had op [Y] B.V. (“profit sharing loan” “c.q. “PSL”) overgedragen aan [E1 Ltd.] voor een bedrag van € 18.349.000. Ter uwer informatie sluit ik een waarderingsrapport van […] bij waaruit de waarde van de vordering ten tijde van de overdracht blijkt (Bijlage 3).
1% van de koopsom van € 18.349.000 is door [eiser] gestort in [E1 Ltd.], zijnde € 183.490, tegen uitgifte van één aandeel met een nominale waarde van € 1 en agio voor de rest van het bedrag. Voor het restant van de koopsom zijnde € 18.165.510 heeft [eiser] een lening verstrekt aan [E1 Ltd.]. Vervolgens heeft [eiser] ook op 2 december 2008 deze vordering van € 18.165.510 op [E1 Ltd.] gestort in [E2 Ltd.] tegen uitgifte van één aandeel met een nominale waarde van € 1 en agio voor de rest van het bedrag. (…)
2012 - Liquidatie van [E1 Ltd.] en [E2 Ltd.]
In 2012 zijn [E1 Ltd.] en [E2 Ltd.] geliquideerd (zie bijlage 4). (…). De reden van liquidatie van de vennootschappen is gelegen in het feit dat de vennootschappen geen activiteiten meer hadden en besloten is om ook geen nieuwe activiteiten meer te starten. -
Jaarstukken
Hierbij stuur ik u kopieën van de jaarrekeningen van [E1 Ltd.] en [E2 Ltd.] voor de jaren 2008 tot
en met 2012 (Bijlagen 5 t/m 14).
2. Samenhang met de aangifte inkomstenbelasting 2011
In 2011 heeft [Y] B.V. de PSL (met rente) afgelost. Het bedrag dat [E1 Ltd.] van . [Y] B.V. heeft ontvangen bedroeg € 54.609.373. [E1 Ltd.] heeft een bedrag van € 54.409.385 gebruikt om haar lening (met rente) aan [E2 Ltd.] af te lossen. (…). [E2 Ltd.] heeft (zie jaarrekening 2011) aan [eiser] een dividend uitgekeerd van € 35.890.036 en een bedrag aan agio terugbetaald van € 18.171.248, zijnde samen een regulier voordeel van € 54.061.284. (…).”
13 Bij een email van 13 november 2013 aan [inspecteur S] heeft de adviseur de overeenkomst van de overdracht van de PSL door eiser aan E1 Ltd., de leningsovereenkomst tussen eiser en E1 Ltd. en de overeenkomst waarbij de vordering op E1 Ltd. aan E2 Ltd. is overgedragen, overgelegd.
14. Op 19 december 2013 is er een bespreking tussen [inspecteur S] en de adviseur geweest. Bij brief van 29 januari 2014 heeft de adviseur de achterliggende stukken met betrekking tot de waardering van de PSL die […] heeft beoordeeld aan [inspecteur S] overgelegd.
15.1In een interne email van 8 januari 2014 van [inspecteur Z] aan [inspecteur R] met daarin [inspecteur A] en [inspecteur S] in de cc, staat het volgende geschreven:
“De collega die bezig is met de aspecten rondom [de andere multinational X manager] van [multinational X] is [inspecteur Y]. Bijgaand een scan van zijn notitie inclusief het fiscaal nummer van belastingplichtige. De handgeschreven opmerkingen daarop zijn van mij. Zoals besproken ga ik er vanuit dat jullie de coördinatie rondom de lucratief belang aspecten met [inspecteur Y] oppakken. Op 17 februari heb ik een intern overleg met [inspecteur A] waarbij we de klant in beeld proberen te brengen en een behandelwijze zullen vaststellen. Ik ga ervanuit dat we daaropvolgend contact zullen leggen met de klant voor een bedrijfsgesprek. Mochten jullie van mening zijn dat vanuit IB perspectief meer haast geboden is om in beeld te krijgen of deze problematiek bij meer personen speelt en een gecoördineerde aanpak geboden is, laat dat dan weten aan mij.
Nogmaals: in mijn entiteit [X BV] (…) zijn geen natuurlijke personen
opgenomen. (…)”
In de bijlage bij de email staat het volgende:
“Overzicht [de andere multinational X manager]
(…)
2008
In 2008 worden [S Ltd.] en [H Ltd.] opgericht. Volgens een brief van […] wordt
een “Profit sharing Loan” met een nominaal bedrag van € 200.000 van [de andere multinational X manager] aan [Y BV] gewaardeerd op € 7.340.000. In de jaarstukken van [H Ltd.] over 2008 wordt [de andere multinational X manager] genoemd als directeur. De “principal activity of the company is that of an investment holding company”. De lening staat op de balans van [H Ltd.]. [H Ltd.] draait een gering verlies, die voornamelijk veroorzaakt worden door managementkosten, etc. In 2011 wordt een rentebetaling ontvangen van € 14.358.712 van [S Ltd.]. Deze wordt vervolgens als dividend uitgekeerd. In de jaarstukken van [S Ltd.] over 2008 wordt de [de andere multinational X manager] genoemd als directeur. De “principal activity of the company is that of an investment holding company”. Er staat een lening ([Y] BV Profit Sharing Loan) en een schuld [H Ltd.] op de balans voor resp. € 7.340.000 en € 7.269.100. [S Ltd.] draait een gering verlies, die voornamelijk veroorzaakt worden door managementkosten, etc. In 2011 wordt een rentebetaling ontvangen van € 14.503.749 van [S Ltd.]. Deze wordt vervolgens als betaalde rente uitgekeerd. In de aangifte inkomstenbelasting van [eiser] wordt als AB-belang [H Ltd.] en [S Ltd.] vermeld met 1 aandeel. In box-3 daalt het contant geld en vorderingen van € 2.280.000 naar € 2.080.000. een daling derhalve van € 200.000.
2011.
In 2011 heeft [Y BV] de PSL met rente afgelost. [S Ltd.] heeft € 21.625.312
ontvangen. Met dit bedrag werd de schuld inclusief rente afgelost. [H Ltd.] heeft vervolgens het
ontvangen bedrag als dividend aan [de andere multinational X manager] uitbetaald. Deze dividenduitkering is verantwoord in 2011.
2012
In 2012 worden de LTD’s geliquideerd. (…).
15.2In een interne notitie van 11 augustus 2014, opgemaakt door [inspecteur S] staat onder meer het volgende:
“(…)[eiser] (…)”
Uitworp: hoog negatief box 2 inkomen. Carry-back naar 2011.
Betreft: een dossier dat in kader aanslagregeling 2011 uitvoerig is onderzocht in samenhang met een verzoek van [de adviseur] inzake een voorlopige carry-back van verlies 2012 naar 2011. Eerder dit jaar is verzoek voorlopige carry-back geaccordeerd. Wel is nog een onderzoek ingesteld naar de waarde van [de PSL] t.t.v. vervreemding in 2008 aan de LTD van [eiser]. Dit waarde-onderzoek is verricht door (…) van de Belastingdienst Rijnmond. Kortgeleden kreeg ik bericht van (…) dat de waarde van de PSL volgens aangifte (18 mio) akkoord was na onderzoek door (…). [De adviseur]
vervolgens bericht dat de aangifte 2012 dan afgedaan zou kunnen worden conform.”
16.1Tot de gedingstukken behoort een verslag van een interne bespreking van verweerder op 23 januari 2015. In dat verslag, met als titel ‘Verslag interne bespreking inzake behandeling structuren [de X-groep] managers’, staat onder meer:
“[inspecteur X]. kijkt allereerst terug naar de transacties in 2011, te weten de afwikkeling van de PSL’s, de dividenduitkering en daarmee samenhangend de liquidatie van de ltd’s in 2012 en het ab verlies daarop in de aangiften IB 2012. Het bevreemdt [inspecteur X] dat niet de stelling is ingenomen dat de vestigingsplaats van de Guernsey ltd’s in Nederland is gelegen. In een verslag van [inspecteur Y] heeft [inspecteur X] gelezen dat de directie wordt gevoerd door [eiser] op grond daarvan is zij van mening dat de vestigingsplaats van de ltd’s in Nederland is gelegen.
[Inspecteur Z] geeft aan dat er ook een lokale directeur is [het trustkantoor] op Guernsey. (…) Door [inspecteur Y] is geen woonplaatsonderzoek uitgevoerd. Indien wij van mening zijn dat de vestigingsplaats van de ltd’s in Nederland is gelegen, zal dat woonplaatsonderzoek nog wel moeten worden uitgevoerd. [Inspecteur X] wil graag weten wat er in het kader van de behandeling van de structuur van [eiser] in Den Haag tot op heden is gecommuniceerd met betrekking tot de vestigingsplaats van de buitenlandse (Guernsey) ltd’s. [Inspecteur R] zal aan [inspecteur S] vragen welke overwegingen er rond de vestigingsplaats van de Guernsey ltd’s zijn gemaakt en of er iets is gecommuniceerd met de klant omtrent de vestigingsplaats van de ltd’s (…)[Inspecteur Z] geeft aan dat ter zake van de ltd’s van [de andere X-groep manager] in ieder geval geen enkele uitlating is gedaan over de vestigingsplaats (…)”
16.2In een email van 9 februari 2015 van [inspecteur X] aan [inspecteur Z] naar aanleiding van het in 16.1 vermelde verslag staat onder meer:
“(…) [inspecteur Y] heeft in zijn verslag opgenomen dat [de andere X-groep manager] (…) niet [eiser], de directie voert over de Guernsey Ltds. In verband met verstrijkende termijnen heeft het de voorkeur dat het vestigingsplaatsonderzoek bij de Ltds. van [de andere X-groep manager] en [eiser] op korte termijn wordt uitgevoerd. (…)”
17. Bij brief van 22 september 2015 vraagt [inspecteur A] de adviseur om de gehele boekhouding met betrekking tot de jaren 2008 tot en met 2012, inclusief de originele digitale bestanden, waaronder het emailverkeer en het primaire tijdschrijven van het bestuur van E2 Ltd., en overeenkomsten/akten en onderliggende bescheiden met betrekking tot
E1 Ltd. en E2 Ltd. op om te kunnen beoordelen waar de vestigingsplaats van deze vennootschappen is. Bij brief van 4 januari 2016 verstrekt de adviseur diverse stukken, waaronder kopieën van notulen van directievergaderingen, kopieën van facturen en e-mails, aan verweerder. Bij brief van 17 oktober 2016 heeft de adviseur diverse e-mails verstrekt.
18.1Verweerder heeft bij brieven van 9 december 2016 aangekondigd een navorderingsaanslag en vergrijpboete aan E2 Ltd. op te leggen en aan eiser een vergrijpboete van € 9.055.093 op grond van artikel 5.1 van de Awb in verbinding met artikel 67e Algemene wet inzake rijksbelastingen (Awr) op te leggen (feitelijk leidinggever/medepleger).
18.2Verweerder heeft aan E2 Ltd. voor het jaar 2011 een navorderingsaanslag vennootschapsbelasting opgelegd naar een belastbaar bedrag van € 36.260.373 en een belastingbedrag van € 9.055.092, alsmede bij beschikking een vergrijpboete van
€ 9.055.092 opgelegd. De navorderingsaanslag is als volgt berekend:
Waarde PSL: € 54.609.373
Inbrengwaarde:
€ 18.349.000
Winst eiseres: € 36.260.373
Verweerder heeft de vergrijpboete aan E2 Ltd. bij de uitspraak op bezwaar vernietigd omdat E2 Ltd. is ontbonden.
18.3Bij beschikking van 28 december 2016 heeft verweerder een vergrijpboete van
€ 9.055.093 aan eiser opgelegd.