Uitspraak
Alimentatie
Beschikking op het op 12 maart 2019 ingekomen verzoek van:
[de vrouw] ,
[de man] ,
Procedure
- het verzoekschrift;
- het verweerschrift;
- het f-formulier d.d. 13 augustus 2019 met bijlagen van mr. Balkenende;
- het faxbericht d.d. 13 augustus 2019 met bijlagen van mr. Meershoek;
- het faxbericht d.d. 21 augustus 2019 met bijlagen van mr. Meershoek.
- de vrouw met haar advocaat;
- de man met zijn advocaat.
Verzoek en verweer
Feiten
- Partijen zijn gehuwd geweest van [huwelijksdatum] 1984 tot [datum inschrijving echtscheiding] 2015.
- Bij beschikking van deze rechtbank van [datum echtscheidingsbeschikking] 2015 is de echtscheiding tussen partijen uitgesproken en is bepaald dat het tussen partijen gesloten convenant deel uitmaakt van de beschikking.
- In het door partijen op [datum tekening convenant] 2015 ondertekende echtscheidingsconvenant zijn zij onder meer het volgende overeengekomen:
Beoordeling
1: 159 lid 3 BW wijziging van de afspraak omtrent partneralimentatie wordt verzocht, worden zware eisen gesteld aan de stelplicht van de partij die de wijziging verzoekt, in dit geval de vrouw. De wijziging moet immers in het licht worden gezien van de overeenkomst, omdat juist een uitdrukkelijk beding is opgenomen dat deze overeenkomst niet op grond van een wijziging van omstandigheden voor wijziging vatbaar is.
Beslissing
mr. I.M. Talstra - Touwen als griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van
6 september 2019.