4.14.Unit D, Matissepassage 92:
Door [opposant] gestelde niet opgeleverde werkzaamheden/gebreken :
i.
De ruimte tussen het dak van de winkel en de onderzijde van de woonflat moet nog worden dichtgezet en brandwerend worden afgetimmerd;
Volgens Koenen klopt het dat er brandwerend afgetimmerd moet worden, maar op verzoek van Laroo heeft zij dit destijds niet meer gedaan. Het bedrag wat in rekening zou worden gebracht voor deze post is in overleg in mindering gebracht en opgenomen in de meer-/minderwerklijst van 10 april 2013 (de meer-/minderwerklijst), welke lijst door Laroo is goedgekeurd. Koenen heeft in de akte verwezen naar post 23 (bedoeld zal zijn post 33, rb) op die lijst, waarin een bedrag van € 8.936,44 in mindering is gebracht voor timmerwerk flats/winkel. De rechtbank overweegt dat [opposant] niet voldoende weersproken heeft dat er, zoals Koenen stelt en uit de meer-/minderlijst van april 2013 blijkt, afspraken zijn gemaakt over het al dan niet uitvoeren van deze werkzaamheden. In het licht van het gemotiveerde betoog van Koenen over de meer-/minderlijst heeft [opposant] niet (voldoende) weersproken dat de beraamde kosten van deze werkzaamheden door Koenen in mindering zijn gebracht. De rechtbank houdt het er daarom voor dat Koenen deze werkzaamheden niet hoefde uit te voeren omdat voldoende vast is komen te staan dat sprake is van minderwerk en daarvoor ook een verrekening voor minderwerk heeft plaatsgevonden.
De winkelscheidingswand tussen 92 en 94 (Unit D en Unit E) brandwerend opleveren;
Volgens Koenen klopt het dat de scheidingswand niet geheel brandwerend is. Dit gebrek doet zich voor bij de bestaande scheidingswanden van het pand en bij de doorvoeringen rondom installatie onderdelen en/of voormalige installatie onderdelen. Koenen voert aan dat zij alleen ten aanzien van nieuw te plaatsen binnenwanden werkzaamheden hoefde te verrichten. Deze nieuwe binnenwanden zijn, naar de rechtbank de stellingen van Koenen begrijpt, wel volledig brandwerend. Koenen stelt verder dat zij wel de optie heeft aangeboden om ook werkzaamheden te verrichten aan de bestaande wanden maar dat Laroo, die voor [opposant] optrad, daar niet voor gekozen heeft. Ook voor deze post is een minderprijs in aftrek gebracht, aldus Koenen. Voorts stelt Koenen dat tijdens de opname gebleken is dat de installatietechnische doorvoeringen die door een derde partij (de installateur) zijn doorgevoerd incidenteel niet brandwerend zijn uitgevoerd.
De rechtbank stelt vast dat ook voor deze post geldt dat [opposant] niet (voldoende) heeft weersproken dat het brandwerend maken van bestaande binnenwanden niet tot de overeenkomst met Koenen behoorden en dat een derde partij, de installateur, dit had moeten doen maar dat heeft nagelaten. Niet is komen vast te staan dat Koenen niet heeft opgeleverd, wat zij behoorde op te leveren.
Er moet een minderprijs komen om twee stalen dak opbouwen te laten staan en niet weg te halen;
Koenen heeft gemotiveerd betwist dat overeen zou zijn gekomen dat zij op dit punt werkzaamheden moest verrichten. De werkzaamheden aan het dak zijn in zijn geheel uitbesteed aan een derde partij, aldus Koenen. [opposant] heeft de stellingen van Koenen niet weersproken en ook niet aangetoond dat die werkzaamheden aan het dak wel tot de opdracht van Koenen behoorden. Dat [opposant] met Koenen overeen is gekomen dat Koenen genoemde werkzaamheden moest verrichten, kan de rechtbank niet vaststellen bij gebreke van concrete stellingen van [opposant] , zodat voor Koenen terzake geen verplichtingen golden en er geen aanleiding bestaat voor een minderprijs.
De post ‘onvoorzien’ moet komen te vervallen omdat alle werkzaamheden zijn doorbelast;
Volgens Koenen zijn alle door haar uitgevoerde werkzaamheden geaccordeerd door Laroo. De post ‘onvoorziene werkzaamheden’ is volgens Koenen in zijn geheel teruggegeven en in mindering gebracht op de aanneemsom. Koenen verwijst hierbij naar de meer-/minderwerklijst, waarin onder punt 9 ‘onvoorziene omstandigheden’ een minderpost van
€ 10.000 is opgenomen en doorgerekend. [opposant] heeft niet voldoende concreet weersproken dat de weergave op deze meer-/minderlijst van april 2013 juist is en op die lijst en in de facturen juist is doorgerekend. Het totaal bedrag aan minderwerk is vervolgens verwerkt in de factuur voor termijn 5 en in mindering gebracht op de aanneemsom. Niet is vast komen te staan dat [opposant] daarnaast nog recht heeft op een extra minderprijs.
De post ‘glaswerk’ moet vervallen want alle glaswerk is in de aanneming van de aluminium puien opgenomen.
Koenen stelt dat een deel van het glaswerk is opgenomen in de door haar aangebrachte houten kozijnen aan de achtergevel van het pand. Een minderprijs is dan ook niet van toepassing omdat er wel brandwerende beglazing is aangebracht in door Koenen geleverde houten kozijnen, aldus Koenen. Volgens Koenen hebben partijen dit tezamen beoordeeld tijdens de opname. [opposant] heeft deze lezing niet weersproken en daarmee volgt de rechtbank Koenen in haar verweer.