ECLI:NL:RBDHA:2019:9175

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
30 augustus 2019
Publicatiedatum
2 september 2019
Zaaknummer
NL19.18465
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • B.F.Th. de Roos
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beroep tegen buiten behandelingstelling asielaanvraag

In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 30 augustus 2019 uitspraak gedaan in een beroep tegen een besluit van de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid. Eiser had op 2 augustus 2019 een asielaanvraag ingediend, maar deze was door verweerder buiten behandeling gesteld omdat de aanvraag niet volledig was. Eiser heeft hiertegen beroep ingesteld, waarbij hij werd bijgestaan door zijn gemachtigde. Tijdens de zitting op 22 augustus 2019, waar ook een tolk aanwezig was, is de zaak behandeld. De rechtbank heeft vastgesteld dat de termijn die eiser had gekregen om zijn aanvraag te completeren niet correct was, aangezien hij niet de volledige week de tijd had gekregen om zijn aanvraag in te dienen. De rechtbank oordeelde dat het bestreden besluit onzorgvuldig tot stand was gekomen en dat de aanvraag ten onrechte buiten behandeling was gesteld. De rechtbank verklaarde het beroep gegrond, vernietigde het bestreden besluit en veroordeelde verweerder in de proceskosten van eiser tot een bedrag van € 1.024. De uitspraak werd openbaar gedaan door rechter B.F.Th. de Roos, in aanwezigheid van griffier A.E. Paulus.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Middelburg
Bestuursrecht
zaaknummer: NL19.18465
proces-verbaal van de mondelinge uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen

[naam], eiser

(gemachtigde: mr. A.W.J. van der Meer),
en

de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder

(gemachtigde: mr. E. van Hoof).

ProcesverloopBij besluit van 2 augustus 2019 (het bestreden besluit) heeft verweerder de asielaanvraag van eiser in de algemene procedure buiten behandeling gesteld.

Eiser heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld.
Verweerder heeft een verweerschrift ingediend.
Het onderzoek ter zitting heeft, tezamen met de behandeling van de zaak NL19.18466, plaatsgevonden op 22 augustus 2019. Eiser is verschenen, bijgestaan door zijn gemachtigde. Als tolk is verschenen S. Markarian. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde.
Na afloop van de behandeling van de zaak ter zitting heeft de rechtbank onmiddellijk uitspraak gedaan.

Beslissing

De rechtbank:
- verklaart het beroep gegrond;
- vernietigt het bestreden besluit;
- veroordeelt verweerder in de proceskosten van eiser tot een bedrag van € 1.024 (duizendvierentwintig euro).

Overwegingen

1. Vaststaat dat de opvolgende asielaanvraag van eiser niet volledig is, omdat eiser niet alle vragen heeft beantwoord. Verweerder heeft daarom terecht aan eiser een termijn gegeven om zijn aanvraag compleet te maken.
2. Anders dan in het voornemen staat, heeft eiser niet een termijn van één week gekregen om de aanvraag alsnog te completeren. Uit de inlichtingen van verweerder blijkt namelijk dat het voornemen vlak voor het weekend is verstuurd [1] en duidelijk is dat het pas na het weekend is binnengekomen bij het AZC. Daarbij acht de rechtbank van belang dat het voornemen aan eiser zelf is verstuurd en niet aan een advocaat.
3. Gelet op de inhoud van het voornemen en de omstandigheid dat eiser niet een week de tijd heeft gekregen om zijn aanvraag compleet te maken, is het bestreden besluit onzorgvuldig tot stand gekomen.
4. De aanvraag is ten onrechte buiten behandeling gesteld. Het beroep is gegrond en de rechtbank vernietigt het bestreden besluit. Verweerder zal daarom een nieuw besluit moeten nemen met inachtneming van deze uitspraak.
5. De rechtbank veroordeelt verweerder in de door eiser gemaakte proceskosten. Deze kosten stelt de rechtbank op grond van het Besluit proceskosten bestuursrecht vast op € 1.024 (1 punt voor het indienen van het beroepschrift en 1 punt voor het verschijnen ter zitting met een waarde per punt van € 512 en een wegingsfactor 1).
De beslissing is in het openbaar uitgesproken door mr. B.F.Th. de Roos, rechter, in aanwezigheid van mr. A.E. Paulus, griffier, op 22 augustus 2019.
Dit proces-verbaal is ondertekend en bekendgemaakt op:
Rechtsmiddel
Tegen deze uitspraak kan hoger beroep worden ingesteld bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State binnen één week na de dag van bekendmaking van dit proces-verbaal.

Voetnoten

1.26 juli 2019 te 17:54:02 uur