ECLI:NL:RBDHA:2019:8979
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Asielaanvraag en verantwoordelijkheid onder de Dublinverordening; beoordeling van kwetsbaarheid en medische omstandigheden
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 17 mei 2019 uitspraak gedaan in een asielprocedure waarbij eiseres, geboren in 1955 met een onbekende nationaliteit, een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd heeft aangevraagd. De staatssecretaris van Justitie en Veiligheid heeft de aanvraag niet in behandeling genomen, omdat België verantwoordelijk werd geacht voor de behandeling van de aanvraag op basis van de Dublinverordening. Eiseres heeft hiertegen beroep ingesteld, maar is niet verschenen op de zitting. De rechtbank heeft overwogen dat de aanvraag niet in behandeling genomen kon worden, omdat Nederland een verzoek om terugname aan België had gedaan, dat door België was aanvaard. Eiseres heeft aangevoerd dat Nederland nader onderzoek naar de verantwoordelijkheid van Portugal had moeten verrichten, omdat zij in het bezit was van een Schengenvisum van Portugal. De rechtbank heeft echter geoordeeld dat Portugal niet langer als verantwoordelijke lidstaat kan worden aangemerkt, omdat het visum op het moment van de aanvraag in Nederland meer dan zes maanden was verlopen. Eiseres heeft ook een beroep gedaan op het arrest Tarakhel, maar de rechtbank oordeelde dat zij niet aannemelijk heeft gemaakt dat er sprake was van bijzondere kwetsbaarheid. De rechtbank heeft geconcludeerd dat de staatssecretaris niet gehouden was om aanvullende garanties te vragen aan de Belgische autoriteiten. Het beroep van eiseres is ongegrond verklaard, en er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.