ECLI:NL:RBDHA:2019:894
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing asielaanvraag van een Georgische nationaliteit houder met problemen in Rusland
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 17 januari 2019 uitspraak gedaan in een asielprocedure. Eiser, die zowel de Georgische als de [land] nationaliteit bezit, heeft problemen ondervonden met de Russische FSB en stelt dat hij vanwege zijn religie en etnische afkomst in Georgië niet veilig kan terugkeren. De rechtbank heeft de aanvraag van eiser tot het verlenen van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd afgewezen als ongegrond. De rechtbank oordeelt dat verweerder, de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, het relaas van eiser niet ten onrechte ongeloofwaardig heeft geacht. Verweerder heeft zich op het standpunt gesteld dat de vrees van eiser voor vervolging in Georgië enkel gebaseerd is op vermoedens en dat de omstandigheden, waaronder het feit dat eiser jaarlijks naar [land] kon terugkeren, afbreuk doen aan zijn gestelde vrees. Eiser heeft geen concrete informatie verstrekt die zijn claims over problemen vanwege zijn religie en etnische afkomst aannemelijk maakt. De rechtbank concludeert dat de aanvraag terecht is afgewezen en dat eiser niet in aanmerking komt voor toelating op grond van de Vreemdelingenwet 2000. De uitspraak is openbaar gedaan en er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.