ECLI:NL:RBDHA:2019:894

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
17 januari 2019
Publicatiedatum
4 februari 2019
Zaaknummer
NL18.24621
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing asielaanvraag van een Georgische nationaliteit houder met problemen in Rusland

In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 17 januari 2019 uitspraak gedaan in een asielprocedure. Eiser, die zowel de Georgische als de [land] nationaliteit bezit, heeft problemen ondervonden met de Russische FSB en stelt dat hij vanwege zijn religie en etnische afkomst in Georgië niet veilig kan terugkeren. De rechtbank heeft de aanvraag van eiser tot het verlenen van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd afgewezen als ongegrond. De rechtbank oordeelt dat verweerder, de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, het relaas van eiser niet ten onrechte ongeloofwaardig heeft geacht. Verweerder heeft zich op het standpunt gesteld dat de vrees van eiser voor vervolging in Georgië enkel gebaseerd is op vermoedens en dat de omstandigheden, waaronder het feit dat eiser jaarlijks naar [land] kon terugkeren, afbreuk doen aan zijn gestelde vrees. Eiser heeft geen concrete informatie verstrekt die zijn claims over problemen vanwege zijn religie en etnische afkomst aannemelijk maakt. De rechtbank concludeert dat de aanvraag terecht is afgewezen en dat eiser niet in aanmerking komt voor toelating op grond van de Vreemdelingenwet 2000. De uitspraak is openbaar gedaan en er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Amsterdam
Bestuursrecht
zaaknummer: NL18.24621 (beroep)
[V-nr.]

uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen

[eiser] , eiser

(gemachtigde: mr. T.R. Hüpscher),
en

de staatssecretaris van justitie en veiligheid, verweerder

(gemachtigde: mr. J.E.P. Pijnenburg).

ProcesverloopBij besluit van 13 december 2018 (het bestreden besluit) heeft verweerder de aanvraag van eiser tot het verlenen van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd in de algemene procedure afgewezen als ongegrond.

Eiser heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld.
Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 10 januari 2019. Eiser heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde.

Overwegingen

1.1.
Eiser heeft de Georgische en [land] nationaliteit is geboren op [geboortedatum] .
1.2.
Naar aanleiding van de asielaanvraag heeft op achtereenvolgens 5 en 7 december 2018 een eerste gehoor en een nader gehoor plaatsgevonden.
Verklaringen eiser
2.1.
Tijdens deze gehoren heeft eiser het volgende naar voren gebracht ter onderbouwing van zijn asielaanvraag. Eiser is geboren in [land] . Toen hij ongeveer zes jaar was is hij naar Rusland verhuisd, waar hij het grootste gedeelte van zijn leven heeft gewoond. In Rusland heeft hij problemen gekregen met de FSB, de Russische veiligheidsdienst, die hem oppakte op verdenking van terroristische activiteiten die eiser samen met zijn huisgenoten zou ondernemen. Hij werd tijdens het verhoor mishandeld. Toen heeft de FSB hem gedwongen een verklaring te ondertekenen, waarin hij onder meer zijn huisgenoten beschuldigt. Na dertien dagen werd hij vrijgelaten met de mededeling dat hij zijn mond moest houden. De FSB vroeg hem voor hen te gaan werken, dat aanbod accepteerde hij omdat hij hoopte dat ze hem zouden laten gaan en dacht zo te kunnen vluchten via [land] naar Georgië. Hij zei dat hij eerst zijn [land] paspoort wilde verlengen zodat hij het kon ruilen voor een Russisch paspoort. In werkelijkheid zou hij met het [land] paspoort illegaal naar Georgië reizen, daar zijn Georgische paspoort ophalen en dan naar het buitenland vluchten.
2.2.
In [land] heeft hij een gesprek gehad met het plaatsvervangend hoofd van de veiligheidsdienst die hem vragen stelde over zijn religie en etnische achtergrond en hem zei dat hij zich koest moest houden. Eiser vermoedt dat dit gesprek plaatsvond op aangeven van de FSB. Dit gesprek was de directe aanleiding voor eiser om te vertrekken, in combinatie met de omstandigheid dat hij door de samenwerking met de FSB niet normaal kan werken. Eiser betoogt dat hij niet naar Georgië terug kan omdat hij formeel medewerker van de FSB is en hij daarvoor vervolgd kan worden. Hij heeft geen binding met Georgië, spreekt de taal niet en heeft er nooit gewoond. Hij verwacht dat hij in Georgië problemen zal krijgen omdat hij Russisch spreekt, een [stamnaam] is, de [land] nationaliteit heeft, en bekeerd is tot de islam. Hij is al eerder op het internet beledigd vanwege zijn religie.
Relevante elementen
3. Het asielrelaas van eiser bevat volgens verweerder de volgende relevante elementen:
- eiser is [eiser] , geboren op [geboortedatum] te [geboorteplaats] . Hij beschikt zowel over de Georgische nationaliteit als de [land] nationaliteit;
- eiser heeft in Rusland problemen gehad met de FSB;
- eiser heeft in Rusland problemen ondervonden vanwege zijn religie van de zijde van Georgische burgers.
Het bestreden besluit
4.1.
Verweerder heeft in het bestreden besluit naar het voornemen verwezen. Hij heeft eisers nationaliteit, identiteit en herkomst geloofwaardig geacht. Verweerder heeft de door eiser gestelde gebeurtenissen in Rusland niet betrokken bij zijn beoordeling van de asielaanvraag, aangezien Rusland niet als land van herkomst wordt beschouwd. Verweerder heeft dan ook slechts de door eiser gestelde problemen in Georgië (inclusief [land] ) inhoudelijk getoetst.
4.2.
De gestelde problemen in Georgië (inclusief [land] ) worden door verweerder niet aannemelijk geacht. Verweerder acht weliswaar geloofwaardig dat eiser in [land] een gesprek heeft gehad met het plaatsvervangend hoofd van de veiligheidsdienst, maar dit is volgens verweerder onvoldoende om te zeggen dat hij in de negatieve aandacht staat van de autoriteiten. Hij kan evenmin aannemelijk maken dat de Georgische
autoriteiten hem tegen de gestelde problemen met de Russische autoriteiten
niet kunnen of willen beschermen. Het enkele betoog van betrokkene dat zij
pro Russisch zijn, is in dit verband niet voldoende. Hij kon zonder problemen legaal uitreizen. De omstandigheden dat eiser voor zijn vertrek nog anderhalve maand zonder problemen in [land] heeft verbleven en verder geen concrete afspraken zijn gemaakt of een meldplicht is opgelegd door de [land] autoriteiten, doet verder afbreuk aan de gestelde vrees. Dat hij stelt dat hij problemen zal krijgen met de FSB in [land] omdat het hoofdkantoor [plaats verwijzing] is gevestigd en hij [land] ziet als deel van Rusland, maakt dat niet anders.
4.3.
De gestelde bedreigingen door Georgiërs wegens zijn geloof heeft eiser evenmin aannemelijk gemaakt. Dat eiser enkel Russisch spreekt en tot de [stamnaam] behoort, is niet voldoende om te concluderen dat hij niet terug kan naar Georgië.
Het standpunt van eiser
5. Eiser heeft betwist dat hij terug kan keren naar [land] . Het hoofdkwartier van de Russische FSB is [plaats verwijzing] in [land] en er zijn duizenden Russische troepen in [land] gestationeerd. Hij kan zich evenmin vestigen in een ander gedeelte van Georgië omdat hij vreest voor de autoriteiten die hem aan Rusland zouden kunnen uitleveren. Eiser spreekt bovendien de taal niet en heeft er nooit gewoond.
De geloofwaardigheid van het asielrelaas
6.1.
Met verweerder is de rechtbank van oordeel dat het asielrelaas enkel beoordeeld kan worden in het licht van terugkeer naar Georgië en [land] . In dat verband is de rechtbank van oordeel dat verweerder het relaas niet ten onrechte ongeloofwaardig heeft geacht. Verweerder mocht zich op het standpunt stellen dat de gestelde vrees van de [land] en Georgische autoriteiten enkel gebaseerd is op vermoedens. Desgevraagd heeft eiser daarnaast verklaard dat hij niet zeker weet of hij door de autoriteiten in zijn land van herkomst wordt gezocht. Verweerder heeft zich verder op goede gronden op het standpunt gesteld dat afbreuk wordt gedaan aan de gestelde vrees door de omstandigheden dat eiser jaarlijks kon terugkeren naar [land] toen hij in Rusland woonde, en dat hij na zijn vrijlating nog anderhalve maand in [land] heeft verbleven. Verweerder heeft verder op goede gronden aan eiser tegengeworpen dat hij geen concrete informatie heeft verstrekt op basis waarvan de gestelde problemen wegens zijn religie en etnische afkomst aannemelijk zijn geworden. Dat eiser in Georgië de taal niet spreekt en daar nooit gewoond heeft, maakt vorenstaande niet anders.
6.2.
De rechtbank is van oordeel dat verweerder het asielrelaas niet ten onrechte ongeloofwaardig heeft geacht.
7. De rechtbank concludeert dat de aanvraag terecht is afgewezen als ongegrond. Eiser komt niet in aanmerking voor toelating op grond van artikel 29, eerste lid, aanhef en onder a of b, van de Vreemdelingenwet 2000.
8. De aanvraag is terecht afgewezen als ongegrond. Het beroep is ongegrond.
9. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door mr. A.K. Mireku, rechter, in aanwezigheid van mr. C.E. van Diepen, griffier.
Deze uitspraak is in het openbaar gedaan, digitaal ondertekend en bekendgemaakt op:
Rechtsmiddel
Tegen deze uitspraak kan hoger beroep worden ingesteld bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State binnen één week na de dag van bekendmaking. Als hoger beroep is ingesteld, kan bij de voorzieningenrechter van de hogerberoepsrechter worden verzocht om het treffen van een voorlopige voorziening of om het opheffen of wijzigen van een bij deze uitspraak getroffen voorlopige voorziening.