Uitspraak
Echtscheiding met nevenvoorzieningen
Beschikking op het op 31 mei 2018 ingekomen verzoek van:
[X]
[Y] ,
Procedure
- het verzoekschrift;
- het verweerschrift;
- het formulier “verdelen en verrekenen” van de zijde van de man, ingekomen op 27 maart 2019;
- het formulier “verdelen en verrekenen” van de zijde van de vrouw, ingekomen op 18 april 2019;
- de brief van 24 juli 2019 van de zijde van de vrouw, met bijlagen.
Verzoek en verweer
- vaststelling van door de man te betalen bijdrage in de kosten van levensonderhoud (hierna: partneralimentatie) van € 1.865,-- netto per maand,
- vaststelling van de wijze van verdeling van de huwelijksgemeenschap, conform het voorstel van de vrouw;
Feiten
- De vrouw en de man zijn gehuwd op [huwelijksdatum] 1990 te [huwelijksplaats] .
- Partijen hebben thans geen minderjarige kinderen.
- Partijen zijn gehuwd in gemeenschap van goederen.
- Bij beschikking van 9 mei 2018 heeft de kantonrechter van de rechtbank Noord-Holland, locatie Haarlem, onder meer beslist dat het verzoek van de man tot vernietiging van het op 4 december 2017 gekregen ontslag op staande voet door zijn werkgever, [bedrijfsnaam ex werkgever man] , afgewezen.
Beoordeling
€ 300,--). De behoefte van de vrouw bedraagt volgens de Hof-norm dan 60% van € 4.200,-- zijnde € 2.520,-- netto per maand.
€ 1.494,59, een onregelmatigheidstoeslag van gemiddeld € 183,67 per maand, ingehouden pensioenpremie (ouderdomspensioen en arbeidsongeschiktheidspensioen) van gemiddeld
€ 131,20 en een ingehouden premie “PAWW” van gemiddeld € 5,95 per maand. Daarnaast zal de rechtbank voor de dienstbetrekking van de vrouw als mantelzorger ( [naam bedrijf 2] ), volgens de overgelegde salarisspecificaties over de maanden april en mei 2019, uitgaan van een bruto maandsalaris van gemiddeld € 70,32, een ingehouden whk-wga-premie van gemiddeld € 0,83 per maand en een ingehouden ouderdomspensioenpremie van gemiddeld € 4,34 per maand.
Beslissing
1 november 2019 pro forma;
verdeling van de huwelijksgoederengemeenschap en de proceskostenaan.