ECLI:NL:RBDHA:2019:8733
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen besluit van de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid inzake asielaanvraag van minderjarige eiser met terugnameverzoek door Duitsland
In deze zaak heeft eiser, die stelt minderjarig te zijn, beroep ingesteld tegen een besluit van de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid. Dit besluit, gedateerd op 23 juli 2019, betreft de afwijzing van de asielaanvraag van eiser, omdat Duitsland verantwoordelijk is voor de behandeling van deze aanvraag. Eiser heeft in Nederland een asielaanvraag ingediend, maar verweerder heeft Duitsland verzocht eiser terug te nemen, aangezien hij eerder daar een asielverzoek heeft ingediend. De Duitse autoriteiten hebben ingestemd met dit terugnameverzoek.
De rechtbank heeft vastgesteld dat eiser in zijn eerdere asielverzoek in Duitsland en ook in zijn huidige aanvraag in Nederland heeft verklaard minderjarig te zijn. De centrale vraag in deze procedure is of verweerder terecht heeft aangenomen dat eiser meerderjarig is, op basis van de leeftijdsregistratie in Duitsland. Eiser betwist dat er een deugdelijk leeftijdsonderzoek heeft plaatsgevonden in Duitsland en stelt dat de geregistreerde geboortedatum onjuist is.
De rechtbank oordeelt dat verweerder zich voldoende gemotiveerd heeft opgesteld en dat eiser niet aannemelijk heeft gemaakt dat de geregistreerde geboortedatum onjuist is. De rechtbank volgt de vaste rechtspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, die stelt dat verweerder in beginsel mag uitgaan van de juistheid van de registratie in een andere lidstaat. Eiser heeft geen authentieke documenten overgelegd die zijn stelling ondersteunen dat hij minderjarig is. De rechtbank concludeert dat het beroep ongegrond is en dat er geen aanleiding is voor een proceskostenveroordeling.