Uitspraak
Rechtbank DEN HAAG
1.Het onderzoek ter terechtzitting
2.De tenlastelegging
3.Bewijsoverwegingen
- het proces-verbaal van doorzoeking van 7 februari 2019, blz. 39-40;
- het proces-verbaal Wet Wapens en Munitie van 13 februari 2019, blz. 140-141;
- de verklaring van de verdachte ter terechtzitting;
- het proces-verbaal van doorzoeking van 7 februari 2019, blz. 39-40;
- het proces-verbaal Wet Wapens en Munitie van 6 februari 2019, blz. 72-74;
- het proces-verbaal Wet Wapens en Munitie van 6 februari 2019, blz. 75-76;
- het proces-verbaal Wet Wapens en Munitie van 6 februari 2019, blz. 78-80;
- het proces-verbaal Wet Wapens en Munitie van 6 februari 2019, blz. 82-83;
- het proces-verbaal Wet Wapens en Munitie van 6 februari 2019, blz. 84-86;
- de verklaring van de verdachte ter terechtzitting;
- het proces-verbaal van doorzoeking van 7 februari 2019, blz. 39-40;
- het proces-verbaal van de politie Den Haag, team Forensische Opsporing; Wapens, munitie en explosieven, van 7 februari 2019;
- het proces-verbaal van verhoor verdachte van 8 februari 2019, blz 121-122
- de rapportage van het Nederlands Forensisch Instituut van 29 april 2019, blz. 153-168;
- de verklaring van de verdachte ter terechtzitting.
4.De strafbaarheid van het bewezenverklaarde
5.De strafbaarheid van de verdachte
6.De strafoplegging
7.De in beslag genomen goederen
8.De toepasselijke wetsartikelen
9.De beslissing
ontslaat de verdachte te dier zake van alle rechtsvervolging;
150 (HONDERDVIJFTIG) dagen;
91 (EENENNEGENTIG) dagen, niet zal worden ten uitvoer gelegd onder de algemene voorwaarde dat de veroordeelde: