ECLI:NL:RBDHA:2019:8257
Rechtbank Den Haag
- Wraking
- Rechtspraak.nl
Wraking van de rechter in bestuursrechtelijke procedure met betrekking tot de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
In deze zaak heeft verzoekster een wrakingsverzoek ingediend tegen mr. M.C.J.A. Huijgens, de rechter in haar procedure tegen de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap. Verzoekster vreesde dat de wrakingskamer vooringenomen was, gebaseerd op de wijze waarop haar moeder in een eerdere zaak was behandeld. De wrakingskamer heeft het verzoek afgewezen, omdat de bejegening van een ander in een andere procedure niet kan leiden tot de schijn van vooringenomenheid jegens verzoekster zelf. De wrakingskamer oordeelde dat er geen concrete feiten waren die de vrees voor vooringenomenheid konden onderbouwen. Verzoekster had geen gelegenheid gekregen om haar bezwaren te uiten, omdat zij de rechter direct bij binnenkomst had gewraakt. De wrakingskamer concludeerde dat de door verzoekster aangevoerde gronden voornamelijk betrekking hadden op procedurele beslissingen, die volgens vaste rechtspraak geen grond voor wraking kunnen zijn. De wrakingskamer besloot dat een volgend verzoek tot wraking in deze zaak niet meer in behandeling zal worden genomen, om onredelijke vertraging van de rechtspleging te voorkomen. De beslissing werd openbaar uitgesproken op 8 augustus 2019.