3.3De beoordeling van de tenlastelegging
Verklaring van de aangever [Slachtoffer]
Op 2 februari 2019 heeft [Slachtoffer] (hierna: [Slachtoffer] ) aangifte gedaan. Hij verklaarde dat hij op 31 januari 2019 werkzaam was in het [Bedrijf] in Hillegom. Hij heeft met [Verdachte] (hierna: de verdachte) in de rokersruimte een gesprek gehad, waarbij de verdachte aan [Slachtoffer] vertelde dat hij € 450,00 moest betalen aan het ziekenhuis of het ziekenfonds. De verdachte zei dat hij moest kijken waar hij het dan weer vandaan haalde. [Slachtoffer] is na het roken aan de bar gaan zitten, terwijl de verdachte verder ging met gokken. Behalve de verdachte waren er verder geen klanten. [Slachtoffer] werd ineens beetgepakt, draaide zich om en zag dat de verdachte hem vastpakte met zijn rechterarm om zijn hals heen. [Slachtoffer] werd in een soort wurggreep vastgehouden en voelde meteen dat hij geen lucht meer kreeg. [Slachtoffer] en de verdachte vielen op de grond. [Slachtoffer] viel op zijn linkerzij en lag half op zijn zij, met zijn rug naar de grond. [Slachtoffer] probeerde los te komen van de verdachte, maar dat lukte niet. De verdachte zat met heel zijn lijf bovenop [Slachtoffer] . De verdachte drukte met zijn vuist de keel van [Slachtoffer] dicht. [Slachtoffer] probeerde met zijn linkerarm de vuist van de verdachte weg te trekken, maar als dit een beetje lukte, zette de verdachte zijn andere vuist tegen de keel van [Slachtoffer] aan. De verdachte zat op de rechterarm van [Slachtoffer] , waardoor hij die arm niet kon gebruiken. [Slachtoffer] merkte dat hij steeds minder lucht kreeg en dacht dat hij bijna dood ging. De verdachte zei: “Jullie hebben allemaal mijn leven verwoest”. [Slachtoffer] is daarna bewusteloos geraakt. [Slachtoffer] werd wakker en kon zijn rechterbeen bijna niet bewegen. [Slachtoffer] zag dat de geldlade, waarin rond de € 300,00 zat, weg was.
Kort na het incident, op 31 januari 2019, heeft de aangever tegenover de politie verklaard dat de verdachte ineens achter hem stond en zei: "Ik heb geld nodig".
Medische informatie
Uit de letselverklaring met betrekking tot het bij de aangever geconstateerde letsel blijkt als volgt:
“Brief van de SEH, die dhr op 31-1-19 heeft bezocht, met medische info ontvangen:
CT-scan hals: breuk van het tongbeen en vocht ophoping rechts naast de schildklier.
Röntgenfoto thorax: 3 ribbreuken links in de oksellijn.
past de opgegeven toedracht bij het letsel: goed
omdat de bloeduitstortingen in de hals en het gebroken tongbeen zich bevinden op de contactplaats van de arm van de klant tegen de keel van dhr. Ook past het goed bij het met vuisten stevig duwen op dit gebied, zoals bij de aangegeven toedracht. De bloeduitstorting op de kin kan hier ook bij passen wanneer deze is geraakt tijdens het plaatsen van de vuisten op de hals.
De bloeduitstorting links hoog op de borstkas, links op de buik en de ribbreuken links kunnen passen bij de val en ook bij de inklemming tussen vloer en belager (belager zou op dhr zijn gaan zitten). Bij het zitten op de borstkas kunnen ribben breken.”
Aanhouding van de verdachte
De verbalisanten kwamen omstreeks 14.23 uur ter plaatse op de [Adres] te [Woonplaats] . De verbalisanten zagen dat de deur van de schuur open stond en ze zagen een man staan. Dit bleek later de verdachte te zijn. De verbalisanten stonden ongeveer dertig seconden geluidloos in de deur van de schuur. Ze zagen dat de verdachte met een voorwerp in zijn rechterhand aan een zwart voorwerp aan het wrikken was. De verbalisanten zagen dat dit zwarte voorwerp een kassalade betrof. Ze zagen dat de verdachte in zijn rechterhand een schroevendraaier vasthield.
Verklaringen van de verdachte
De verdachte heeft verschillende verklaringen afgelegd. Op 31 januari 2019, meteen na zijn aanhouding, heeft de verdachte verklaard dat hij de kassalade bij [Bedrijf] had meegenomen. Hij was aan het gokken geweest en op het moment dat hij van het toilet af kwam, lag een man bewusteloos op de vloer. De verdachte heeft vervolgens de kassalade van het [Bedrijf] gepakt en is in de taxi gestapt.De verdachte heeft bij de politie in zijn verhoor op 31 januari 2019 verklaard dat hij gestommel en geschreeuw hoorde terwijl hij op het toilet zat. Hij liep het toilet uit en zag die man op de grond liggen. De verdachte heeft aan de keel van de aangever gevoeld en voelde niets. Er stond een gele tas met daarin een geldlade naast de aangever. De verdachte heeft deze tas meegenomen.In zijn later afgelegde verklaringen en ter terechtzitting heeft de verdachte verklaard dat zijn eerste verklaringen onzin zijn en dat hij niet meer precies weet hoe het is gegaan, maar dat het wel gegaan moet zijn als de aangever vertelt.
Getuige
[Getuige] (hierna: [Getuige] ) heeft verklaard dat de verdachte op 31 januari 2019 omstreeks 14.20 uur in het [Bedrijf] binnen kwam met een gele big shopper van Dekamart. De verdachte vertelde dat er in de tas een computerkast zat die hij zou repareren. De verdachte kwam op [Getuige] als rustig over, heeft een biertje gedronken en een sigaret gerookt. Hij is na ongeveer 10 tot 15 minuten met de taxi weggegaan.
Oordeel van de rechtbank
[Slachtoffer] heeft een uitgebreide en gedetailleerde verklaring afgelegd. Deze verklaring wordt op belangrijke punten ondersteund door andere bewijsmiddelen. Zo blijkt uit de medische informatie dat [Slachtoffer] letsel heeft opgelopen wat overeenkomt met zijn afgelegde verklaring. Verder heeft de verdachte bekend dat hij ten tijde van het incident in het [Bedrijf] aanwezig was en dat hij de kassalade heeft gestolen. De rechtbank acht de verklaring van [Slachtoffer] dan ook betrouwbaar.
De raadsman heeft zich op het standpunt gesteld dat de verdachte geen opzet had op de dood van [Slachtoffer] .
Gelet op bovenstaande bewijsmiddelen staat naar het oordeel van de rechtbank vast dat de verdachte zijn arm om de nek van [Slachtoffer] heeft geklemd, [Slachtoffer] in een wurggreep heeft vastgehouden, de keel van [Slachtoffer] heeft dichtgedrukt met zijn vuisten en de keel van [Slachtoffer] dicht gedrukt heeft gehouden. Dat de verdachte dit alles met de nodige kracht moet hebben gedaan, leidt de rechtbank af uit het geconstateerde letsel en de letselverklaring.
Het met kracht omklemmen van de nek, in een wurggreep vasthouden en de keel met kracht dichtdrukken en dichtgedrukt houden, levert naar algemene ervaringsregels de aanmerkelijke kans op dat het slachtoffer deze handelingen met de dood moet bekopen. De verdachte heeft, door aldus te handelen, die aanmerkelijke kans ook bewust aanvaard. Anders dan de verdediging heeft betoogd, was bij de verdachte volgens de rechtbank door aldus te handelen dan ook sprake van tenminste het voorwaardelijk opzet op de dood van [Slachtoffer] .
Naar het oordeel van de rechtbank was het handelen van de verdachte er verder op gericht om [Slachtoffer] uit te schakelen, zodat hij ongestoord zijn gang kon gaan en [Slachtoffer] van zijn geld kon beroven. De verdachte heeft namelijk kort voor zijn verwurgingshandelingen geroepen ”Ik heb geld nodig” en “Jullie hebben allemaal mijn leven verwoest”. Nadat [Slachtoffer] buiten bewustzijn was geraakt, heeft hij de kassalade meegenomen en is hij naar [Bedrijf] gegaan. Daar kwam hij rustig over, heeft hij een sigaretje gerookt en een biertje gedronken en heeft hij over de kassalade gelogen. Hij is vervolgens met een taxi vertrokken naar de woning van zijn partner. Bij zijn aanhouding, kort daarna, was hij daar bezig de kassalade open te wrikken.
Onder deze omstandigheden acht de rechtbank wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan de primair ten laste gelegde poging tot doodslag, gevolgd door diefstal, gepleegd met het oogmerk om de uitvoering van dat feit voor te bereiden en gemakkelijk te maken.