Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
1.De procedure
- de dagvaarding van 17 september 2018, met producties 1 tot en met 23;
- de conclusie van antwoord, met producties 1 tot en met 10;
- het tussenvonnis van 28 november 2018, waarbij een comparitie van partijen is bevolen;
- het proces-verbaal van comparitie van 3 april 2019.
2.De feiten
Iedere eigenaar of gebruiker heeft het recht op uitsluitend gebruik van zijn privé gedeelte, mits hij bij de uitoefening van dat recht het reglement en het huishoudelijk reglement in acht neemt en mits hij aan de andere eigenaars en gebruikers geen onredelijke hinder toebrengt.
De vergadering beslist over het beheer van de gemeenschappelijke gedeelten en de gemeenschappelijke zaken, voor zover de beslissing hierover niet aan de administrateur is opgedragen.”
nog het volgende bepaald:
Bij deze wordt opgericht een vereniging van eigenaars (...).
en bij de wet heeft[de vereniging van eigenaars]
voorts ten doel het – al dan niet tezamen met haar leden – mede-oprichten van eenbelangenvereniging[arcering rechtbank]
, als bedoeld in artikel 875, in de 3 van het van het Burgerlijk Wetboek. Iedere eigenaar is van rechtswege lid van genoemde vereniging van eigenaars en welk lidmaatschap onverbrekelijk is verbonden met dat van de op te richten belangenvereniging.
6. Artikel 13van het Modelreglement 1973 met onderwerp: wijze van gebruik privégedeelten, rechtbank]
vervalt en zal luiden: De bewoners mogen elkander geen hinder toebrengen. Bij huishoudelijk reglement kunnen nadere regels omtrent gebruik en bewoning worden voorgeschreven. ”
In afwijking van het bepaalde in het reglement van splitsing van de in artikel 2 genoemde verenigingen van eigenaars, beslist de vergadering van de bij deze akte opgerichte vereniging over het beheer van de gemeenschappelijke gedeelten en de gemeenschappelijke zaken, voor welke begrippen wordt verwezen naar het meergenoemde reglement van splitsing, een en ander voor zover de beslissing daarover niet aan het bestuur is opgedragen.”
3.Het geschil
- I) zorg te dragen voor deugdelijke ventilatie van het appartementencomplex, primair conform de aanbevelingen in het deskundigenbericht van 5 oktober 2017 van ir. Segeren;
- II) zorg te dragen voor verbetering van de brandveiligheid van het appartementencomplex tot minimaal het niveau dat is vereist om de veiligheid van de bewoners van het complex te kunnen waarborgen, een en ander primair ter beoordeling van ir. Segeren;
- III) de bewoners van de appartementencomplexen te verbieden motorvoertuigen te stallen in de berging, alsmede dit verbod te handhaven althans toe te zien op naleving van het verbod door de bewoners;
4.De beoordeling
gemeenschappelijkebelangen van de appartementseigenaren van de vijf flatgebouwen, niet het voldoen aan de eisen van één individueel lid, buiten de besluitvorming van de vereniging om. De rechtbank merkt op dat niet is gesteld dat uit het rapport van ir. Segeren volgt dat de situatie in strijd is (geweest) met de Woningwet. BLV heeft aldus, voor zover zij niet aan verzoeken van [eiseres] heeft voldaan, geen statutaire plicht geschonden of in strijd gehandeld met de redelijkheid en billijkheid. Ten slotte was BLV gerechtigd om met [eiseres] te spreken over de persoon van de te benoemen deskundige. Zonder toelichting, die ontbreekt, valt niet in te zien dat dit overleg strijdig is met de verplichtingen van BLV uit de lidmaatschapsverhouding.
€ 1.086(2,0 punt × tarief € 543)