4.3Het oordeel van de rechtbank
De rechtbank is van oordeel dat uit het dossier voldoende blijkt dat de benadeelde partij schade heeft geleden die het rechtstreekse gevolg is van de bewezen verklaarde feiten.
Ten aanzien van de materiële schade overweegt de rechtbank als volgt.
De hierna te noemen schadeposten zijn niet betwist en komen de rechtbank redelijk voor, zodat zij kunnen worden toegewezen:
o Eigen risico 2018 i.v.m. ziekenhuisopname (€ 186,07),
o Eigen risico 2019 i.v.m. verpleeghuisopname (€ 315,15),
o Ziekenhuisdaggeldvergoeding (€ 420,00),
o Revalidatiedaggeldvergoeding (€ 675,00),
o Ontvreemde gelden d.m.v. pinpasopname 3-12-2018 (€ 200,00),
o Verlies arbeidsvermogen (PM),
o Reinigingskosten woning (€ 100,00),
o Vervanging bril € 150,00) en
o Reiskosten (€ 3,12)
- De schadepost Vergoeding huishoudelijke hulp (€ 845,00) wordt toegewezen. Uit de toelichting ter terechtzitting is gebleken dat de benadeelde partij meer huishoudelijke hulp nodig heeft dan voorheen het geval was. Deze schade mag abstract worden berekend, zodat niet relevant is of de ingeschakelde huishoudelijke hulp daarvoor wordt betaald en welk bedrag daarmee gemoeid is.
- De schadeposten Extra kosten van maaltijdverzorging ~4 mnd (€ 105,78) en Maaltijdverzorging ~8 mnd (€ 211,56) zijn onvoldoende onderbouwd. Uit het dossier blijkt dat de benadeelde partij ook voor de bewezenverklaarde feiten gebruik maakte van maaltijdverzorging. Dat dit eerder een vorm van luxe was die nu noodzaak is geworden, betekent nog niet dat de benadeelde partij op dit punt financieel nadeel heeft geleden. De benadeelde partij zal ten aanzien van dit onderdeel van de vordering niet-ontvankelijk worden verklaard.
- De schadeposten Vervanging sloten en sleutels (€ 64,82) en Kosten van beveiligingsinstallatie (€ 146,68) zijn onvoldoende onderbouwd. Deze posten zouden voor vergoeding in aanmerking komen als een bestaande beveiligingsinstallatie en of de sloten van de benadeelde partij als gevolg van de bewezenverklaarde feiten zouden moeten worden hersteld of vervangen, maar daarvan is geen sprake. De kosten van een nieuw aangelegde beveiligingsinstallatie en de vervanging van sloten en sleutels komen voor rekening van de benadeelde partij. De benadeelde partij zal ten aanzien van dit onderdeel van de vordering niet-ontvankelijk worden verklaard.
- De schadepost Kosten neurologische en neuropsychologische expertise (€ 4.005,10) is onvoldoende onderbouwd. Op dit moment is onzeker of die kosten in de toekomst zullen worden gemaakt en welke omvang zij hebben. Gelet op deze dubbele onzekerheid is het niet opportuun om deze schadepost op voorhand te begroten en toe te wijzen. De benadeelde partij zal ten aanzien van dit onderdeel van de vordering niet-ontvankelijk worden verklaard.
- De schadeposten Laptop (€ 300,00) en Twee jassen (€ 100,00) worden afgewezen, nu diefstal van deze goederen niet ten laste is gelegd en ook anderszins niet is gebleken dat de verdachte zich deze goederen heeft toegeëigend.
Ten aanzien van de immateriële schade is de rechtbank van oordeel dat de vordering voldoende is onderbouwd tot een bedrag van € 7.500,00. Naar het oordeel van de rechtbank is het gevorderde bedrag van € 19.752,25 hoger dan naar het oordeel van de rechtbank doorgaans in vergelijkbare gevallen wordt toegewezen. De benadeelde partij zal daarom niet-ontvankelijk worden verklaard voor het deel van deze vordering dat het bedrag van € 7.500,00 te boven gaat.
De rechtbank zal derhalve de vordering toewijzen tot een bedrag van € 10.394,34, te weten € 2.894,34 aan materiële schade en € 7.500,00 aan immateriële schade. De vordering zal voor een bedrag van € 400,00 worden afgewezen. Voor het overige (€ 4.533,94) zal de benadeelde partij niet-ontvankelijk worden verklaard in de vordering.
De rechtbank zal de gevorderde wettelijke rente toewijzen:
- over de materiële schade (€ 2.894,34) met ingang van 19 juni 2019, de datum waarop de vordering is ingediend, omdat de ingangsdatum van de wettelijke rente voor elke schadepost anders is.
- over de immateriële schade (€ 7.500,00) met ingang van 3 december 2018, de dag waarop de schade is ontstaan.
Nu de vordering grotendeels wordt toegewezen, zal de verdachte worden veroordeeld in de kosten die de benadeelde partij tot aan deze uitspraak in verband met de vordering heeft gemaakt, welke kosten de rechtbank tot op heden begroot op nihil, en in de kosten die de benadeelde partij ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog moet maken.
Nu de verdachte voor de bewezen verklaarde strafbare feiten zal worden veroordeeld en hij jegens het slachtoffer naar burgerlijk recht aansprakelijk is voor de schade die door deze feiten is toegebracht, zal de rechtbank aan de verdachte de verplichting opleggen tot betaling aan de Staat van een bedrag van € 10.394,34, te vermeerderen met de wettelijke rente over een bedrag van € 2.894,34 vanaf 19 juni 2019, en over een bedrag van € 7.500,00 vanaf 3 december 2018, beide tot aan de dag van de algehele voldoening, ten behoeve van [slachtoffer] .