ECLI:NL:RBDHA:2019:7722
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing aanvraag machtiging tot voorlopig verblijf voor ouders van Syrische vreemdeling
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 3 juli 2019 uitspraak gedaan in het beroep van een Syrische vreemdeling, eiser, tegen de afwijzing van zijn aanvraag voor een machtiging tot voorlopig verblijf (mvv) voor zijn ouders. De aanvraag was afgewezen door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, omdat eiser niet voldeed aan de vereisten van het jongvolwassenenbeleid en er geen sprake zou zijn van een meer dan gebruikelijke afhankelijkheidsrelatie tussen eiser en zijn ouders. Eiser, die op dat moment 26 jaar oud was, stelde dat hij onder het jongvolwassenenbeleid viel en dat zijn ouders afhankelijk van hem waren vanwege hun gezondheidsproblemen. De rechtbank oordeelde dat de staatssecretaris zich terecht op het standpunt had gesteld dat eiser niet als jongvolwassene kon worden aangemerkt, aangezien hij de leeftijdsgrens van 25 jaar had overschreden. Bovendien oordeelde de rechtbank dat de door eiser aangevoerde omstandigheden niet voldoende waren om aan te tonen dat er een bijzondere afhankelijkheidsrelatie bestond die de normale band tussen volwassen familieleden overstijgt. De rechtbank verklaarde het beroep ongegrond en wees het verzoek om vrijstelling van griffierecht af, omdat eiser niet voldeed aan de voorwaarden voor vrijstelling. De uitspraak werd openbaar gemaakt op 3 juli 2019.