Uitspraak
Beschikking op het op 12 september 2016 ingekomen verzoekschrift van:
[X] ,
DE STAAT DER NEDERLANDEN,
Procedure
- het verzoekschrift;
- de brief van 13 oktober 2016 van de IND, met bijlagen;
- de brief van 22 december 2016 van verzoekster, met bijlagen;
- de brief van 27 januari 2017 van verzoekster, met bijlagen;
- de brief van 9 februari 2017 van verzoekster, met bijlagen;
- de brief van 21 april 2017 van verzoekster, met bijlagen;
- de e-mailwisseling tussen verzoekster en de IND, waarbij het laatste bericht dateert van 24 april 2017;
- de brief van 6 juli 2017 van de IND, met bijlagen;
- de brief van 2 november 2017 van verzoekster, met bijlagen;
- het e-mailbericht van 19 december 2017 van de IND;
- de conclusie van de officier van justitie van 21 februari 2018;
- de brief van 13 april 2018 van verzoekster, met bijlagen;
- de e-mailwisseling tussen verzoekster en de IND, waarbij het laatste bericht dateert van 13 juni 2018;
- de brief van 28 september 2018 van verzoekster.
J.E.A. Pesch namens de IND. Van de zijde van zowel verzoekster als de IND is een pleitnotitie overgelegd.
Feiten
- Verzoekster is op [geboortedatum] 1974 in [geboorteplaats] geboren.
- Zij is het kind van [ouder van X 1] geboren op [geboortedatum] 1938 in [geboorteplaats] , Hongkong, en [ouder van X 2] , geboren op [geboortedatum] 1946 te [geboorteplaats] , Hongkong.
- Bij Koninklijk Besluit van 27 februari 1987 hebben de ouders van verzoekster de Nederlandse nationaliteit gekregen door naturalisatie.
- Verzoekster is op die datum met haar ouders mee genaturaliseerd.
- Als productie 14 bij het verzoekschrift heeft verzoekster een “certificate of registered particulars Hong Kong Identity Card No [nr.] ”, gedateerd 14 december 2015 overgelegd. Hieruit blijkt dat verzoekster op 20 juli 1994 als “new arrival” is geregistreerd voor “Identity Card No. [nr.] )”. Onder punt (iv) staat
- Op 6 februari 2006 is aan verzoekster een “Hong Kong permanent Identity Card” afgegeven (productie 13 bij het verzoekschrift).
- Op 12 februari 2009 is aan verzoekster het “Hong Kong Special Administrative Region Peoples’s republic of China Passport” afgegeven, geldig tot 12 februari 2019. Hierop wordt als nationaliteit “Chinese” vermeld (productie 12 bij het verzoekschrift).
Beoordeling
welke grond(artikel 5 of 7 van de Chinese nationaliteitswet van 1980, of anders) en op welk tijdstip verzoekster de Chinese nationaliteit heeft ver- of herkregen. De door verzoekster overgelegde verklaring van 3 augustus 2017, overgelegd bij haar brief van 2 november 2017, geeft geen gewenste duiding van de wijze en het tijdstip van verkrijging van de Chinese nationaliteit, aldus de IND. Hierbij merkt de IND op dat ook het Internationaal Juridisch Instituut met betrekking tot de verkrijging, het behoud en het verlies van de Chinese nationaliteit van verzoekster (voorlopig) geen eenduidige conclusie heeft kunnen trekken. De IND heeft een concept brief gedateerd 3 mei 2018 opgesteld met een aantal vragen gericht aan de “Immigration Department Hong Kong”. Verzoekster heeft de IND geen toestemming gegeven om deze vragen te stellen, zodat volgens de IND door toedoen van verzoekster geen opheldering van de autoriteiten in Hong Kong over de verkrijging van de Chinese nationaliteit door verzoekster is gekomen.
met terugwerkende kracht(tot aan de geboorte van de ouders of in ieder geval tot aan de geboorte van verzoekster of tot aan 1 juli 1997) wordt verkregen na vestiging in Hong Kong. Volgens de IND is niet komen vast te staan dat verzoekster op grond van artikel 5 van de Chinese nationaliteitswetgeving 1980 de Chinese nationaliteit heeft verkregen.
Beslissing
1 oktober 2019 pro formateneinde verzoekster in de gelegenheid te stellen nadere stukken in het geding te brengen, te weten: