Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
wonende te [woonplaats] ,
verzoekende partij,
1.Procedure
2.De feiten
3.Het geschil
€ 3.114,08 plus P.M., te voldoen binnen vijf dagen na het geven van de beschikking;
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Den Haag op 20 februari 2019 uitspraak gedaan in een deelgeschilprocedure tussen een verzoeker en ISS Nederland B.V. De verzoeker, vertegenwoordigd door mr. M. Yavuzyiğitoğlu, heeft ISS aansprakelijk gesteld voor een arbeidsongeval dat op 17 september 2015 heeft plaatsgevonden. De verzoeker verzocht om bevoorschotting van de kosten en vergoeding van buitengerechtelijke kosten, maar de kantonrechter heeft geoordeeld dat het verzoek niet voldoende onderbouwd was en dat er sprake was van misbruik van procesrecht. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de aansprakelijkheid door ISS niet was erkend en dat de verzoeker onvoldoende bewijs had geleverd voor de gevraagde bevoorschotting en vergoeding van kosten. De kantonrechter heeft het verzoek afgewezen en benadrukt dat de deelgeschilprocedure niet bedoeld is voor incassoprocedures. De beslissing is genomen met inachtneming van de relevante artikelen uit het Burgerlijk Wetboek en het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering.