ECLI:NL:RBDHA:2019:6946
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing asielaanvraag op basis van ongeloofwaardige geaardheid en veilig land van herkomst
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 10 juli 2019 uitspraak gedaan in een asielprocedure. Eiser, van Marokkaanse nationaliteit, had op 9 mei 2019 een asielaanvraag ingediend, waarin hij stelde dat hij als homoseksueel niet terug kon naar Marokko. De staatssecretaris van Justitie en Veiligheid heeft de aanvraag echter afgewezen als kennelijk ongegrond, omdat eiser niet aannemelijk kon maken dat hij daadwerkelijk homoseksueel is en dat hij problemen ondervond vanwege zijn seksuele gerichtheid. De rechtbank heeft vastgesteld dat eiser inconsistent heeft verklaard over zijn seksuele gevoelens en de omstandigheden waaronder hij zijn geaardheid heeft ontdekt. Bovendien heeft de rechtbank geoordeeld dat Marokko als een veilig land van herkomst wordt beschouwd, wat de afwijzing van de asielaanvraag verder ondersteunt.
Tijdens de zitting op 27 juni 2019 is eiser bijgestaan door zijn gemachtigde en is er ook een tolk aanwezig geweest. Eiser heeft verklaard dat hij in 2000 Marokko heeft verlaten en dat hij in Nederland woont sinds 2003. De rechtbank heeft de verklaringen van eiser kritisch beoordeeld en geconcludeerd dat hij niet voldoende bewijs heeft geleverd voor zijn claims. De rechtbank heeft ook opgemerkt dat eiser pas negentien jaar na zijn vertrek uit Marokko om bescherming heeft gevraagd, wat de geloofwaardigheid van zijn verklaringen ondermijnt.
De rechtbank heeft uiteindelijk geoordeeld dat de staatssecretaris terecht heeft geconcludeerd dat eiser niet in aanmerking komt voor een verblijfsvergunning asiel. Het beroep van eiser is ongegrond verklaard, en de rechtbank heeft geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gemaakt en er is een rechtsmiddel tegen deze uitspraak mogelijk binnen één week na bekendmaking.