ECLI:NL:RBDHA:2019:6907

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
11 juli 2019
Publicatiedatum
11 juli 2019
Zaaknummer
C/09/566921 / HA RK 19-49
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Beschikking
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vaststelling van het Nederlanderschap van een minderjarige geboren uit een Nederlandse vader en Afghaanse moeder

Op 11 juli 2019 heeft de Rechtbank Den Haag een beschikking gegeven in de zaak met rekestnummer HA RK 19-49, waarin het verzoek tot vaststelling van het Nederlanderschap van een minderjarige werd behandeld. Het verzoekschrift was ingediend door [Y], die in zijn hoedanigheid van wettelijk vertegenwoordiger van de minderjarige, geboren op [geboortedatum] 2002 in Afghanistan, het verzoek deed. De minderjarige is geboren uit het huwelijk van haar Nederlandse vader en Afghaanse moeder. De IND, vertegenwoordigd door mr. C.M. Meijer, heeft in haar standpunt aangegeven dat het verzoek kan worden ingewilligd.

De rechtbank heeft kennisgenomen van de ingediende stukken, waaronder het verzoekschrift en correspondentie van de IND. De rechtbank heeft vastgesteld dat de minderjarige, op basis van artikel 3 lid 1 van de Rijkswet op het Nederlanderschap, bij haar geboorte de Nederlandse nationaliteit heeft verkregen door afstamming van haar vader. De IND concludeert dat het verzoek tot vaststelling van het Nederlanderschap kan worden toegewezen, en de rechtbank heeft dit verzoek als onweersproken en op de wet gegrond toegewezen.

In de beschikking heeft de rechtbank vastgesteld dat de minderjarige sinds haar geboorte de Nederlandse nationaliteit bezit. Deze uitspraak is gedaan door mr. J.C. Sluymer, rechter, bijgestaan door P. Hillebrand als griffier, en is uitgesproken ter openbare terechtzitting op 11 juli 2019.

Uitspraak

Rechtbank DEN HAAG
Enkelvoudige kamer
Rekestnummer: HA RK 19-49
Zaaknummer: C/09/566921
Datum beschikking: 11 juli 2019

Beschikking op het op 17 januari 2019 ingekomen verzoekschrift van:

[Y]

verzoeker,
wonende in de Verenigde Arabische Emiraten,
in zijn hoedanigheid van wettelijk vertegenwoordiger van
[minderjarige], geboren op [geboortedatum] 2002 te [geboorteplaats] , Afghanistan,
advocaat mr. A. Fakiri te ’s-Gravenhage.
Als belanghebbende wordt aangemerkt:

DE STAAT DER NEDERLANDEN,

(Ministerie van Justitie en Veiligheid, Immigratie- en Naturalisatiedienst,
verder te noemen “de IND”),
zetelende te ’s-Gravenhage,
vertegenwoordigd door mr. C.M. Meijer.

Procedure

De rechtbank heeft kennisgenomen van de stukken, waaronder:
- het verzoekschrift;
- de brief van 7 maart 2019 van de zijde van de IND;
- de brief van 23 april 2019, met bijlagen, van de zijde van verzoeker,
- de brief van 17 mei 2019 van de zijde van de IND.

Verzoek en het standpunt van de IND

Het verzoekschrift strekt tot vaststelling van het Nederlanderschap van [minderjarige] .
De IND concludeert tot toewijzing van het verzoek.

Feiten

  • Verzoeker is geboren op [geboortedatum] 1976 te [geboorteplaats] , Afghanistan.
  • Verzoeker is op [huwelijksdatum] 1998 gehuwd met [X] , van Afghaanse nationaliteit.
  • Aan verzoeker is bij Koninklijk Besluit van 7 februari 2001 het Nederlanderschap verleend.
  • [minderjarige] is geboren op [geboortedatum] 2002 te [geboorteplaats] , Afghanistan.

Beoordeling

Blijkens de overgelegde gelegaliseerde Afghaanse geboorteakte van [minderjarige] werd zij op
[geboortedatum] 2002 geboren uit het huwelijk van haar Nederlandse vader en Afghaanse moeder. Op grond van artikel 3 lid 1 van de Rijkswet op het Nederlanderschap verkreeg [minderjarige] bij haar geboorte de Nederlandse nationaliteit door afstamming van haar vader.
De IND stelt zich op het standpunt dat het verzoek kan worden ingewilligd. De rechtbank wijst het verzoek derhalve als onweersproken en op de wet gegrond toe.

Beslissing

De rechtbank:
stelt vast dat [minderjarige] , geboren op [geboortedatum] 2002 te [geboorteplaats] , Afghanistan, sinds haar geboorte en nog steeds de Nederlandse nationaliteit bezit.
Deze beschikking is gegeven door mr. J.C. Sluymer, rechter, bijgestaan door P. Hillebrand als griffier en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 11 juli 2019.