ECLI:NL:RBDHA:2019:6837
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Ontslag van een militair wegens wangedrag en overtreding van het drugsbeleid
In deze zaak gaat het om het ontslag van een militair, eiser, die als soldaat der tweede klasse bij de Koninklijke Landmacht werkte. Eiser werd op 14 mei 2018 ontslagen wegens wangedrag, nadat er harddrugs en softdrugs in zijn portemonnee waren aangetroffen. De drugs waren op of omstreeks 13 augustus 2017 in de stad aangetroffen, waarna eiser een bekennende verklaring aflegde aan de Koninklijke Marechaussee. Eiser verklaarde aanvankelijk dat hij de drugs van een vriend had gevonden, maar later wijzigde hij zijn verklaring, wat door de autoriteiten als ongeloofwaardig werd beschouwd. De Commissie van Onderzoek en Advies (COA) had ook twijfels over de verklaring van eiser en de verklaring van zijn vriend, [A], die niet persoonlijk was verschenen om zijn verklaring toe te lichten. Eiser stelde dat hij niet in het bezit was van de drugs en dat de omstandigheden van zijn verklaring niet goed waren meegewogen. De rechtbank oordeelde dat de eerste verklaring van eiser als meest betrouwbaar moest worden beschouwd en dat er voldoende bewijs was dat eiser de drugs in zijn bezit had. De rechtbank verklaarde het beroep van eiser ongegrond en oordeelde dat het ontslag niet onevenredig was, gezien de ernst van het wangedrag en de gevolgen voor de dienstvervulling.