ECLI:NL:RBDHA:2019:6500
Rechtbank Den Haag
- Mondelinge uitspraak
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van asielaanvraag wegens gebrek aan procesbelang
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 20 juni 2019 uitspraak gedaan in een beroep tegen een besluit van de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, waarbij de asielaanvraag van eiser op 15 mei 2019 was afgewezen als kennelijk ongegrond. Eiser heeft tegen dit besluit beroep ingesteld, maar is niet verschenen op de zitting. De gemachtigde van eiser heeft aangegeven dat er de afgelopen weken geen contact meer is geweest met eiser, die sinds 5 juni 2019 als met onbekende bestemming vertrokken staat geregistreerd. Dit leidde de rechtbank tot de conclusie dat eiser geen procesbelang meer heeft bij de beoordeling van zijn beroep.
De rechtbank heeft ambtshalve onderzocht of eiser nog procesbelang had en kwam tot de conclusie dat, gezien de omstandigheden, eiser blijkbaar geen prijs meer stelt op toelating tot Nederland. Daarom werd het beroep niet-ontvankelijk verklaard. De rechtbank heeft geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar uitgesproken door rechter K.M. de Jager in aanwezigheid van griffier W.H. Mentink. Tegen deze uitspraak kan binnen één week hoger beroep worden ingesteld bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.