ECLI:NL:RBDHA:2019:6456

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
4 juni 2019
Publicatiedatum
28 juni 2019
Zaaknummer
AWB 18 / 7500
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Vreemdelingenrecht
Procedures
  • Verzet
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzet tegen niet-ontvankelijk verklaring van beroep wegens termijnoverschrijding in bestuursrechtelijke procedure

In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 2 mei 2019 het beroep van de opposant niet-ontvankelijk verklaard, omdat het beroepschrift niet tijdig was ingediend. De opposant, die in Marokko verblijft, heeft op 13 mei 2019 verzet aangetekend tegen deze uitspraak. De rechtbank heeft besloten om zonder zitting uitspraak te doen, aangezien de opposant niet heeft verzocht om gehoord te worden. De opposant heeft aangevoerd dat de postbezorging in Marokko trager is dan in Nederland, wat hem zou hebben belet om tijdig te reageren.

De rechtbank heeft echter geoordeeld dat in verzet slechts kan worden beoordeeld of de bestuursrechter terecht tot vereenvoudigde behandeling is overgegaan. De rechtbank heeft vastgesteld dat de gestelde vertraging in de postbezorging niet automatisch leidt tot een verschoonbare termijnoverschrijding. De opposant heeft nagelaten te onderbouwen op welke datum hij de beschikking op bezwaar heeft ontvangen, waardoor de rechtbank niet kon vaststellen dat de termijnoverschrijding verschoonbaar was.

Uiteindelijk heeft de rechtbank het verzet ongegrond verklaard, waardoor de eerdere uitspraak van 2 mei 2019 in stand blijft. Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep open.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG
Zittingsplaats Middelburg
Bestuursrecht
Zaaknummers: AWB 18/7500

uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak van

[naam], opposant

Overwegingen

1. Bij uitspraak van deze rechtbank van 2 mei 2019 met bovengenoemd zaaknummer is het beroep van opposant met toepassing van artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) niet-ontvankelijk verklaard omdat het beroepschrift niet tijdig was ingediend en omdat eiser geen verschoonbare reden voor de termijnoverschrijding heeft gegeven.
2. Bij brief van 13 mei 2019, door de rechtbank ontvangen op 22 mei 2019, heeft opposant verzet gedaan tegen deze uitspraak. De rechtbank ziet op grond van artikel 8:55, vierde lid, van de Awb aanleiding om uitspraak te doen zonder zitting omdat opposant in Marokko verblijft en niet heeft verzocht over het verzet te worden gehoord.
3. Opposant voert aan dat hij niet in staat was om tijdig te reageren omdat de postbezorging in Marokko trager verloopt dan in Nederland. Hij verzoekt de rechtbank zijn zaak alsnog inhoudelijk te behandelen.
4. In verzet kan slechts worden beoordeeld of de bestuursrechter terecht tot vereenvoudigde behandeling is overgegaan. Het verzetschrift geeft geen aanleiding voor het oordeel dat dit niet het geval is geweest. De gestelde omstandigheid dat de termijnoverschrijding is veroorzaakt door de trage Marokkaanse postbezorging maakt nog niet dat de termijnoverschrijding ook verschoonbaar is. Dat laatste is in dit geval niet vast te stellen doordat opposant heeft nagelaten om te onderbouwen op welke datum hij de beschikking op bezwaar wel heeft ontvangen.
5. Het verzet is ongegrond, zodat de uitspraak van 2 mei 2019 in stand blijft.

Beslissing

De rechtbank verklaart het verzet ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door mr. J.F.I. Sinack, rechter, in aanwezigheid van mr. W.H. Mentink, griffier.
Afschrift verzonden op:

Rechtsmiddel

Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep open.