ECLI:NL:RBDHA:2019:6456
Rechtbank Den Haag
- Verzet
- Rechtspraak.nl
Verzet tegen niet-ontvankelijk verklaring van beroep wegens termijnoverschrijding in bestuursrechtelijke procedure
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 2 mei 2019 het beroep van de opposant niet-ontvankelijk verklaard, omdat het beroepschrift niet tijdig was ingediend. De opposant, die in Marokko verblijft, heeft op 13 mei 2019 verzet aangetekend tegen deze uitspraak. De rechtbank heeft besloten om zonder zitting uitspraak te doen, aangezien de opposant niet heeft verzocht om gehoord te worden. De opposant heeft aangevoerd dat de postbezorging in Marokko trager is dan in Nederland, wat hem zou hebben belet om tijdig te reageren.
De rechtbank heeft echter geoordeeld dat in verzet slechts kan worden beoordeeld of de bestuursrechter terecht tot vereenvoudigde behandeling is overgegaan. De rechtbank heeft vastgesteld dat de gestelde vertraging in de postbezorging niet automatisch leidt tot een verschoonbare termijnoverschrijding. De opposant heeft nagelaten te onderbouwen op welke datum hij de beschikking op bezwaar heeft ontvangen, waardoor de rechtbank niet kon vaststellen dat de termijnoverschrijding verschoonbaar was.
Uiteindelijk heeft de rechtbank het verzet ongegrond verklaard, waardoor de eerdere uitspraak van 2 mei 2019 in stand blijft. Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep open.