ECLI:NL:RBDHA:2019:6336
Rechtbank Den Haag
- Wraking
- Rechtspraak.nl
Wraking van een rechter wegens vermeende partijdigheid en informele communicatie tijdens zitting
Op 26 juni 2019 heeft de meervoudige wrakingskamer van de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan op het wrakingsverzoek van verzoekster, bijgestaan door haar advocaat mr. M.T. Wernsen. Verzoekster meende dat de rechter, mr. M.J.C. Dijkstra, partijdig was vanwege een (te) informele wijze van communiceren tijdens de zitting. Ze voerde aan dat de rechter haar niet de kans gaf om te reageren en dat de rechter onderwerpen ter sprake bracht die niet door de wederpartij waren genoemd. De wrakingskamer oordeelde dat de wrakingsprocedure niet bedoeld is voor klachten over de wijze van bejegening door de rechter. De regierol van de rechter staat het toe om op een informele manier te communiceren en te bepalen wie wanneer het woord krijgt. De wrakingskamer concludeerde dat er geen objectief gerechtvaardigde schijn van partijdigheid was en wees het verzoek tot wraking af. De behandeling van de hoofdzaak zal worden voortgezet in de stand waarin deze zich bevond ten tijde van het indienen van het wrakingsverzoek.