Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
1.De procedure
- de dagvaarding van 13 augustus 2018, met producties,
- de conclusie van antwoord tevens eis in reconventie, met producties,
- het tussenvonnis van 14 november 2018, waarin een comparitie van partijen is gelast,
- de conclusie van antwoord in reconventie,
- het proces-verbaal van comparitie van 4 april 2019 en de daarin genoemde aanvullende producties van Creatie I.
2.De feiten
5.De beslissing
De voorzieningenrechter:
(…)”
is niet een direct gevolg van het wijzigingsbesluit zelf. (…) Daar komt bij dat in artikel 18 van de koopovereenkomst al was voorzien in “renovatiewerkzaamheden”. [gedaagde] heeft gesteld dat hij ten tijde van deze koopovereenkomst niet wist dat Creatie een extra bouwlaag zou gaan aanbrengen, maar hij heeft deze stelling tegenover de gemotiveerde betwisting door de VvE niet voldoende toegelicht of gesubstantieerd. Integendeel: hij heeft tijdens de comparitie verklaard dat hij bekend was met het eerdere “ [het Plan] ” en wist dat ook daarin een extra bouwlaag was opgenomen. Dat [gedaagde] ten tijde van het tekenen van de akte van splitsing zich niet heeft gerealiseerd dat de splitsing zich behalve tot de [adres 2a/b] ook zou uitstrekken tot de [adres 1a/b] en de [adres 4] en [5] , en mogelijk evenmin heeft beseft wat de gevolgen hiervan zouden zijn voor zijn positie in verhouding tot die van andere appartementseigenaren, zijn omstandigheden die voor zijn rekening en risico komen.
e-mail van 12 november 2015 onder meer geantwoord dat hij vragen heeft over het werkelijke grondoppervlak van de VvE en een inmeting van het grondoppervlak en het vloeroppervlak noodzakelijk acht om het breukdeel te kunnen bepalen. Op 16 maart 2016 is een nieuwe VvE-vergadering belegd. Op de vergadering is een gewijzigd concept van de splitsingsakte met meerderheid van stemmen goedgekeurd, waarbij Creatie I (met negen stemmen) vóór stemde en [gedaagde] (met één stem) tegen stemde.
in de splitsingsakte anders gesitueerd is dan in de bouwtekening. Verweerster gaat hier niet op in, zodat de kantonrechter ervan uitgaat dat het bezwaar gegrond is. Daarnaast betoogt verzoeker dat het gebouw van nummer [adres 4] de erfgrens met nummer [adres 3] overschrijdt, hetgeen onjuist is en een bron van toekomstige geschillen kan zijn. Hoewel Creatie I B.V. thans eigenaar is van zowel nummer [adres 3] als nummer [adres 4] en derhalve de erfgrensoverschrijding nu niet tot problemen leidt, dient Creatie I B.V. óf de erfgrensoverschrijding op te heffen óf de eigendomssituatie te wijzigen. In zoverre is het bezwaar van verzoeker gegrond.