Uitspraak
Rechtbank DEN HAAG
1.[werknemer 1] ,
1.[werkgever] ,
Ostara Supermarkt B.V.,
1.Het procesverloop
2.De feiten
3.Het inleidende verzoek
als voorlopige voorziening, in het geval de kantonrechter niet op korte termijn tot een eindoordeel zal komen, bij wijze van voorlopige voorziening werkgever te bevelen het loon door te betalen vanaf 18 maart 2019 en hen weder tewerk te stellen.
primair, om te oordelen dat de opzegging nietig is en de arbeidsovereenkomsten van werknemers nog leven, daar niet de werkgever heeft opgezegd, althans dat niet bestaande arbeidsovereenkomsten zijn opgezegd, en daaruit voortvloeiend, om werkgever te veroordelen tot het weder tewerkstellen van werknemers en tot doorbetaling van hun loon, gerekend vanaf 28 januari 2019 voor wat betreft de onterecht afgetrokken bedragen aan gefixeerde schadevergoeding en het volledige loon hierna, vermeerderd met de wettelijke rente en verhoging ex artikel 7:625 BW. S
ubsidiair,indien geoordeeld zou worden dat de (formele) werkgever degene is geweest die de arbeidsovereenkomsten met werknemers heeft opgezegd, om de opzegging van de arbeidsovereenkomsten ex artikel 7:681 BW te vernietigen en werkgever te veroordelen tot wedertewerkstelling van werknemers en doorbetaling van hun loon vanaf 28 januari 2019 voor wat betreft de onterecht afgetrokken bedragen aan gefixeerde schadevergoeding en het volledige loon hierna, vermeerderd met de wettelijke rente en verhoging ex artikel 7:625 BW.
€ 18.657,12, of een anderszins in goede justitie te bepalen bedrag en tevens de gefixeerde schadevergoeding ex artikel 7:672, lid 10 BW gebaseerd op een kalendermaandloon van € 2.045,40 voor [werknemer 1] en van € 1.554,76 voor [werknemer 2] en de transitievergoeding van € 5.539,26 aan [werknemer 1] toe te kennen en van € 5.959,87 aan [werknemer 2] .
Nog meer subsidiair, indien het ontslag op grond van een dringende reden stand houdt, verzoeken zij om werkgever te veroordelen tor het betalen van een transitievergoeding van € 5.539,26 voor [werknemer 1] en van € 5.959,87 voor [werknemer 2] en om ten aanzien van het beroep van werkgever op schadevergoeding ex artikel 7:677, lid 2 BW deze schadevergoeding te stellen op € 0,00 en werkgever te veroordelen tot terugbetaling van de reeds geinde gefixeerde schadevergoeding.