Uitspraak
Rechtbank DEN HAAG
1.Het procesverloop
2.De feiten
- Respect for each as foundation for open conversation with each other. We will not raise concerns with anyone else prior to having openly engaged with the person concerned
- Trust our individual ability to deliver but offer help in the spirit of support and through
- Aim for a zero-error culture. As a matter of principle we will not dwell on mistakes, but learn, or help each other to team and move forward, Where possible, we’ll aim to act as a safety net for each other.
- Ignore hierarchy. We are one team all working for [betrokkene 4] and together we are stronger.
- Increase clarity around individual rotes and fundamentally respect the other’s way of working.
- We will honor meetings, acknowledge that we sometimes need to be flexible, and do better in keeping each other informed.
- Finally, accept, that work has to have meaning for all of us.
- [verwerende partij] is head of [functie 6] . She owns the calendar; paper pre-read and EC/ Board and FLT submissions. [betrokkene 3] acts as second pair of eyes when possible
- [betrokkene 3] is the newly appointed [functie 7] . She owns the Content Locker, overall availability of iPad data, the rolling CFO plan and will work on getting the CFO office online ready. [verwerende partij] will act as second pair of eyes on the content locker where possible.
- Other tasks remain unchanged. (…)”
3.Het verzoek
4.Het verweer
5.De beoordeling
Stcrt.2015/12685) zijn daarvoor nadere regels gesteld (Ontslagregeling).
.Daarbij is rekening gehouden met de datum waarop de arbeidsovereenkomst bij regelmatige opzegging zou zijn geëindigd, verminderd met de duur van deze procedure en met het vereiste dat vanaf de datum van deze beschikking tot aan de ontbindingsdatum nog ten minste een maand dient te resteren. [verwerende partij] heeft zich op het standpunt gesteld dat geen rekening dient te worden gehouden met de duur van de procedure, nu er aan de zijde van Shell sprake is van ernstig verwijtbaar handelen. Zoals hierna onder r.o. 5.12 zal worden besproken, is de kantonrechter van oordeel dat van ernstig verwijtbaar handelen aan de zijde van Shell echter geen sprake is, zodat geen reden wordt gezien om van de hoofdregel van artikel 7:671b lid 8, onderdeel a, BW af te wijken.
Kamerstukken II, 2013-2014, 33 818, nr. 3, pag. 34). Een dergelijke situatie doet zich hier niet voor, nu de grond voor ontbinding van de arbeidsovereenkomst is gelegen in het ontbreken van de benodigde vertrouwensrelatie tussen [verwerende partij] en [betrokkene 4] en Shell hierin geen (ernstige) verwijten kunnen worden gemaakt. Zoals hiervoor reeds is overwogen ziet de kantonrechter geen aanleiding om te twijfelen aan de juistheid van de door Shell ingebrachte verklaringen. De wijze waarop [verwerende partij] is verteld dat ze haar werkzaamheden niet langer kon uitvoeren levert geen ernstig verwijtbaar handelen op. Dat haar niet van tevoren is verteld waar het gesprek over zou gaan levert geen ernstig verwijtbaar handelen aan de zijde van Shell op. Ook is het niet ernstig verwijtbaar dat [verwerende partij] geen scholing of verbetertraject is aangeboden, nu aan het ontbindingsverzoek geen disfunctioneren ten grondslag is gelegd, zodat een dergelijk traject niet tot verbetering van de situatie zou hebben geleid. Uit niets blijkt dat [verwerende partij] geen eerlijke kans heeft gehad. [verwerende partij] is van maart 2017 tot 28 september 2018 werkzaam geweest als PA voor [betrokkene 4] . Shell heeft [verwerende partij] hiermee ruim de tijd gegeven om een vertrouwensrelatie met [betrokkene 4] op te bouwen. Het feit dat deze vertrouwensrelatie op 28 september 2018 nog steeds ontbrak, acht de kantonrechter een goede grond voor het op non-actief stellen van [verwerende partij] , zodat ook dat geen ernstig verwijtbaar handelen oplevert. Ook is niet gebleken dat [verwerende partij] niet op haar handelen is aangesproken. Uit de door Shell overgelegde verklaringen, en de e-mails van 11 oktober 2017 en 10 november 2017 blijkt dat dit wel degelijk is gebeurd. Hiervoor is reeds overwogen dat Shell voldoende heeft gedaan om tot herplaatsing van [verwerende partij] te komen, maar dat dit, mede door de houding van [verwerende partij] zelf, niet mogelijk is gebleken. De door [verwerende partij] aangevoerde omstandigheden zijn aldus niet aan te merken als ernstig verwijtbaar handelen.