ECLI:NL:RBDHA:2019:6099

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
6 juni 2019
Publicatiedatum
14 juni 2019
Zaaknummer
C/09/562720 / HA RK 18-547
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Ondernemingsrecht
Procedures
  • Rekestprocedure
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verkoop van in beslag genomen aandelen en termijn voor indiening verzoekschrift na overgang van conservatoir beslag in executoriaal beslag

In de zaak tussen Inno Nautic Holding B.V. en verschillende vennootschappen, heeft de rechtbank Den Haag op 6 juni 2019 een beschikking gegeven in een rekestprocedure. Inno Nautic Holding B.V. had conservatoir beslag gelegd op aandelen van Cuckoo Company B.V. in verschillende vennootschappen. Na een arrest van het Gerechtshof Den Haag op 8 mei 2018, waarin Cuckoo Company B.V. werd veroordeeld tot betaling aan Inno Nautic Holding B.V., verzocht Inno Nautic de rechtbank om toestemming voor de verkoop van de in beslag genomen aandelen. De rechtbank oordeelde dat het verzoek te laat was ingediend, omdat de termijn voor indiening van het verzoekschrift volgens artikel 474g lid 1 Rv was verlopen. De rechtbank verklaarde Inno Nautic Holding B.V. niet-ontvankelijk in haar verzoek en veroordeelde haar in de proceskosten. De beslissing is gebaseerd op de wettelijke bepalingen die de termijn voor het indienen van een verzoekschrift na de overgang van conservatoir beslag naar executoriaal beslag regelen. De rechtbank benadrukte dat de beslaglegger tijdig een verzoek moet indienen om het beslag te handhaven, anders vervalt het recht op het beslag.

Uitspraak

beschikking

RECHTBANK DEN HAAG

Team handel
zaaknummer / rekestnummer: C/09/562720 / HA RK 18-547
Beschikking van 6 juni 2019
in de zaak van
INNO NAUTIC HOLDING B.V.,
gevestigd te Huizen,
verzoekster,
advocaat mr. P.C.M. Ouwens te Spijkenisse,
tegen

1.CUCKOO COMPANY B.V.,

gevestigd te Delft,
niet verschenen,

2.ERGOTRAY B.V.

gevestigd te Den Haag,
niet verschenen,
3.
FLEXIFLOW B.V.,
gevestigd te Delft,
niet verschenen,

4.CERVINIA B.V.,

statutair gevestigd te Amsterdam, kantoorhoudende te Rhenen,
5.
TUBE TRAINER B.V.,
gevestigd te Delft,
6.
TOP FLOOR B.V.,
statutair gevestigd te Delft, kantoorhoudende te Delfgauw,
7.
PERLATECH B.V.,
gevestigd te Delft,
8.
SEMPER FORTUNA N.V.,
statutair gevestigd te Willemstad, kantoorhoudende te Rhenen,
9.
[X],
wonende te [plaats 1] ,
advocaten sub 4 t/m 9: mrs. E.K. Ditvoorst en E.J. Voorn te Rotterdam,

10.[Y] ,

toegevoegd kandidaat gerechtsdeurwaarder te [plaats 2] .

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • het bij de rechtbank Amsterdam op 3 september 2018 ingekomen verzoekschrift met 14 producties,
  • de beschikking van de rechtbank Amsterdam van 1 november 2018, waarbij de zaak in de stand waarin deze zich bevond naar de rechtbank Den Haag is verwezen,
  • de brief van 9 april 2019 van mr. M. Kooiman waarbij namens verzoekster producties 15, 16 en 17 in het geding zijn gebracht,
  • het op 12 april 2019 ingekomen verweerschrift van Cervinia BV en Tube Trainer BV, met 5 producties,
  • het op 12 april 2019 ingekomen verweerschrift van Top Floor BV, Perlatech BV, Semper Fortuna NV en de heer [X] , met 5 producties.
1.2.
De mondelinge behandeling heeft plaatsgevonden op 18 april 2019.
Verschenen zijn:
  • de heer [A] , namens verzoekster, vergezeld van mr. M. Kooiman,
  • de heer [B] namens Top Floor BV, tevens schriftelijk gevolmachtigd namens de heer [X] ,
  • de heer [C] , namens PerlaTech BV,
  • de heer [D] en mevrouw [E] namens Semper Fortuna NV,
  • mr. Ditvoorst en mr. Voorn namens belanghebbenden 4 tot en met 9.
Mr. Kooiman heeft pleitnoties overgelegd en voorgedragen.

2.De feiten

2.1.
Inno Nautic Holding BV heeft met verlof van de voorzieningenrechter van de rechtbank Den Haag op 25 januari 2013 conservatoir beslag laten leggen op de aandelen die Cuckoo Company BV hield in Cervinia BV, Tube Trainer BV, ErgoTray BV en FlexiFlow BV (gezamenlijk verder te noemen ‘de vennootschappen’). De beslagen zijn op 1 februari 2013 overbetekend aan Cuckoo Company BV.
2.2.
Alle door Cuckoo Company BV gehouden aandelen in Cervinia BV en Tube Trainer BV zijn op 26 april 2013 verkocht en geleverd aan PerlaTech BV.
2.3.
Inno Nautic Holding BV heeft vervolgens met verlof van de voorzieningenrechter van de rechtbank Den Haag op 29 augustus 2014 nogmaals conservatoir beslag laten leggen op de aandelen die Cuckoo Company BV hield in Cervinia BV en FlexiFlow BV. Deze twee beslagen zijn op 5 september 2014 overbetekend aan Cuckoo Company BV.
2.4.
Bij arrest van 8 mei 2018 heeft het Gerechtshof Den Haag een door de rechtbank Den Haag op 15 juli 2015 tussen Inno Nautic Holding BV en Cuckoo Company BV gewezen vonnis voor zover in conventie gewezen vernietigd en opnieuw rechtdoende Cuckoo Company BV veroordeeld om aan Inno Nautic Holding BV te betalen een bedrag van € 1.131.341,- te vermeerderen met rente en kosten. Het arrest is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.
2.5.
De grosse van het arrest van 8 mei 2018 is op verzoek van Inno Nautic Holding BV op 23 mei 2018 aan Cuckoo Company BV betekend, met bevel om binnen twee dagen aan de inhoud daarvan te voldoen. Het arrest is op 23 mei 2018 eveneens betekend aan Cervinia BV, ErgoTray B.V., FlexiFlow B.V. en Tube Trainer B.V.
2.6.
Door besluiten van de respectievelijke aandeelhoudersvergaderingen zijn Cuckoo Company BV (op 22 juni 2018), ErgoTray BV (op 6 juni 2018) en FlexiFlow BV (op 22 juni 2018) ontbonden.
2.7.
Nadat het arrest op 8 augustus 2018 in kracht van gewijsde is gegaan, is het op 12 april 2019 (wederom) betekend aan Cuckoo Company BV en aan de vennootschappen.

3.Het verzoek en het verweer

3.1.
Inno Nautic Holding BV verzoekt de rechtbank te bepalen dat zij tot verkoop en overdracht van de door Cuckoo Company BV gehouden en door haar in beslag genomen aandelen in de vennootschappen kan overgaan, met - kort samengevat - vaststelling van de wijze waarop de verkoop dient plaats te vinden en met veroordeling van Cuckoo Company BV in de kosten van deze procedure, te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:199 BW vanaf veertien dagen na de datum van de uitspraak.
3.2.
Inno Nautic Holding BV voert aan dat Cuckoo Company BV bij exploit van 23 mei 2018 bevel is gedaan om over te gaan tot betaling van het bedrag waartoe zij bij arrest van 8 mei 2018 is veroordeeld, maar dat Cuckoo Company BV daarmee in gebreke blijft. Inno Nautic Holding BV stelt daarom belang te hebben bij de tegeldemaking van de beslagen aandelen in de vennootschappen. Zij verzoekt de rechtbank de gerechtsdeurwaarder daartoe de nodige machtigingen te verlenen en bevelen te verstrekken zodat tot verkoop van de aandelen kan worden overgegaan.
3.3.
Cervinia BV en Tube Trainer BV voeren gemotiveerd verweer. Bij afzonderlijk verweerschrift voeren ook Top Floor BV, Perlatech BV, Semper Fortuna NV en de heer [X] gemotiveerd verweer. De stellingen van partijen zullen hierna - voor zover nodig - worden behandeld.

4.De beoordeling

4.1.
Als verweer wordt onder meer aangevoerd dat het verzoekschrift te laat is ingediend. De rechtbank overweegt op dit onderdeel als volgt.
4.2.
Op grond van het bepaalde in artikel 474g lid 1 Rv dient de beslaglegger een verzoek tot verkoop en overdracht van in beslag genomen aandelen, op straffe van verval van het gelegde beslag, binnen één maand na het leggen van executoriaal beslag, bij de rechtbank in te dienen. Ingeval de beslaglegger eerst conservatoir beslag op de aandelen heeft gelegd, bepaalt artikel 715 lid 3 Rv dat voormelde termijn voor indiening van het verzoekschrift eindigt één maand na de dag waarop de in kracht van gewijsde gegane executoriale titel aan de vennootschap is betekend.
4.3.
Artikel 704 lid 1 Rv bepaalt dat zodra de beslaglegger in de hoofdzaak een executoriale titel heeft verkregen en deze voor tenuitvoerlegging vatbaar is geworden, het conservatoir beslag overgaat in een executoriaal beslag, mits de verkregen titel aan de beslagene en, zo het beslag onder een derde is gelegd, ook aan deze is betekend. Dit artikel stelt voor het overgaan in de executoriale vorm niet de eis dat het vonnis in kracht van gewijsde moet zijn gegaan.
4.4.
In de onderhavige zaak is de executoriale titel, het arrest van het Gerechtshof Den Haag van 8 mei 2018, uitvoerbaar bij voorraad verklaard en op 23 mei 2018 betekend aan zowel de schuldenaar, Cuckoo Company BV, als aan de vier vennootschappen waarvan (een deel van) de aandelen in beslag zijn genomen. Dat het arrest nog niet in kracht van gewijsde was gegaan heeft Inno Nautic Holding BV er niet van weerhouden om het arrest op 23 mei 2018 te betekenen en tot nakoming te sommeren.
4.5.
De rechtbank is van oordeel dat de op 25 januari 2013, respectievelijk 29 augustus 2014 gelegde beslagen, gelet op het bepaalde in artikel 715 lid 3 jo. 474g lid 1 Rv van rechtswege zijn komen te vervallen. Dat is het gevolg van het verzuim binnen één maand na betekening van het arrest op 23 mei 2018 aan Cuckoo Company BV (debiteur) en aan de vier rechtspersonen waarvan de aan Cuckoo Company BV toebehorende aandelen in beslag zijn genomen, een verzoekschrift in te dienen ter verkrijging van verlof tot verkoop van de beslagen aandelen. Dat oordeel luidt niet anders wanneer bedacht wordt dat het arrest pas op 8 augustus 2018 in kracht van gewijsde is gegaan. Inno Nautic Holding BV heeft er voor gekozen het uitvoerbaar bij voorraad verklaarde arrest op 23 mei 2018 aan alle betrokkenen te betekenen en aanspraak te maken op nakoming van de veroordeling in dat arrest. Daardoor is het conservatoir beslag overgegaan in een executoriaal beslag. Hoewel artikel 715 Rv spreekt van ‘een in kracht van gewijsde gegane executoriale titel’ in relatie tot de maandstermijn van artikel 474g Rv., past het in het stelsel van de wet dat deze termijn van een maand een aanvang neemt dadelijk nadat de uitvoerbaar bij voorraad verklaarde uitspraak is betekend en het beslag in de executoriale fase is beland. Mocht de beslaglegger menen dat behandeling van het verzoek als bedoeld in artikel 474g Rv. niet opportuun is zolang de uitspraak niet in kracht van gewijsde is gegaan, dan zal hij de rechtbank kunnen verzoeken de behandeling van dat verzoek aan te houden. Dat verzoek zal de rechtbank in de regel inwilligen.
4.6.
Het vorenstaande leidt tot de conclusie dat Inno Nautic Holding BV niet-ontvankelijk dient te worden verklaard in haar verzoek. Inno Nautic Holding BV zal als de in het ongelijk gestelde partij worden veroordeeld in de kosten van deze procedure.

5.De beslissing

De rechtbank:
- verklaart Inno Nautic Holding BV niet-ontvankelijk in haar verzoek,
- veroordeelt Inno Nautic Holding BV in de kosten van deze procedure, tot op heden aan de zijde van Cervinia BV en Tube Trainer BV begroot op € 639,- aan verschotten (griffierecht) en € 543,- aan salaris voor de advocaat en aan de zijde van Top Floor BV, Perlatech BV, Semper Fortuna NV en [X] eveneens begroot op € 639,- aan verschotten en € 543,- aan salaris voor de advocaat.
Deze beschikking is gegeven door mr. H.J. Vetter en in het openbaar uitgesproken op 6 juni 2019. [1]

Voetnoten

1.type: 206