3.4De beoordeling van de tenlastelegging
Aangifte [slachtoffer] en verklaring [slachtoffer] bij de rechter-commissaris
Op 20 november 2018 heeft [slachtoffer] aangifte gedaan van mishandeling, gepleegd op 17 november 2018.Zij heeft verklaard dat verdachte die avond, na al eerder om 20.30 uur bij haar te zijn geweest, om 22.00 uur weer bij haar woning aan de [adres] in Zoetermeer kwam. Ze spraken wat met elkaar en ineens merkte ze dat zijn stemming veranderde. Hij begon namen te roepen naar haar: “Familie [naam] en [naam] die ken je wel.” Hij beschuldigde haar ervan dat zij met zijn ex drie jaar geleden iets had gehackt waardoor zijn relatie met zijn kind kapot zou zijn gegaan. Ineens viel hij haar aan. Zij zat op de bank en verdachte stond tegenover haar. Vervolgens deed hij zijn broek open en zij zag dat hij over haar heen plaste. Zij ging naar de wc om haar trui uit te trekken en zag dat verdachte haar volgde. Zij kreeg op de wc een klap in haar gezicht en zij hoorde dat hij zei dat hij haar wilde doodtrappen. Zij ging terug naar de woonkamer en ging op de bank zitten. Hij kwam weer voor haar staan en gaf haar een trap in het gezicht. Hij had zijn schoenen nog aan. Het waren gympen, wit met een kleur. Hij schopte haar meerdere keren in haar gezicht en zei daarbij dat hij haar dood wilde trappen. Zij voelde pijn in haar gezicht en zag de bloedspetters in het rond vliegen. Zij probeerde met haar beide armen de schoppen, die waren gericht op haar gezicht, af te weren. Haar armen zaten hierdoor ook helemaal onder de blauwe plekken en de verwondingen.
Verdachte pakte de riem die [slachtoffer] om haar middel droeg van haar af en ging voor haar staan. Hij spande deze riem horizontaal tussen zijn handen en trok deze een aantal keer voor haar heen en weer. Hij deed daarop de riem om haar nek en wikkelde deze een aantal keer om haar nek en trok er heel hard aan. Ze dacht dat hij haar dood ging maken. Zij probeerde hem van zich af te trappen, waarop hij nog bozer werd. Hierop liet hij de riem even los en schopte haar in haar gezicht. Hierna trok hij nogmaals heel hard aan beide uiteinden van de riem. Zij voelde dat haar luchttoevoer werd afgesloten. Zij kon nog met moeite ademhalen. Daarop pakte hij haar bij de haren en trok haar van de bank en sleepte haar richting de keuken. Toen liet hij haar los en gaf haar nog een aantal trappen in haar gezicht. Zij voelde dat de voortanden van haar kunstgebit uit haar mond werden getrapt. Zij stond op, waarbij hij nog haar een aantal trappen na gaf. Zij kwam op de wc terecht waar ze erachter kwam dat haar BH kapot was en zij half ontbloot was. Verdachte trok de deur van de wc open en ze zei dat hij haar met rust moest laten. Zij is nog even naar buiten gegaan en heeft daar haar neus gesnoten. Er kwam allemaal bloed uit. Op een gegeven moment is zij naar boven gegaan. Hij heeft toen nog tegen de deur getrapt maar omdat haar bed ervoor stond kon die niet helemaal open. Toen is zij op bed gaan liggen en is ze in slaap gevallen.
Toen ze de volgende dag wakker werd, zag ze in de spiegel dat ze gewond was. Ze is naar beneden gelopen en zag overal bloed liggen. Zij zag op haar telefoon dat ze berichten had van verdachte. Op 20 november kwam haar schoonzoon langs die de politie heeft gebeld, waarna zij met een ambulance naar het ziekenhuis is gebracht. In het ziekenhuis werd gezegd dat ze een gebroken neus, blauwe plekken en een gat in haar achterhoofd had. Zij heeft weken lang veel pijn aan haar hele lichaam gehad en niet kunnen eten.
Op 20 november 2018 is [slachtoffer] in het LageLand Ziekenhuis onderzocht, waar door de behandelend arts is geconstateerd dat zij een neusfractuur, een brilhematoom, meerdere hematomen in hals, op de rug, de linker onderarm, het linker bovenbeen en linker onderbeen en een hoofdwond had.Blijkens een op 8 mei 2019 opgestelde verklaring van een plastisch chirurg heeft [slachtoffer] aan de mishandeling een blijvend, ontsierend litteken aan haar onderlip overgehouden. De onderlip is gevoelloos en [slachtoffer] kwijlt daardoor. Een operatie van het litteken is niet zinvol.
Er zijn ook foto’s gemaakt van het letsel. Op de foto’s is te zien dat [slachtoffer] bont en blauw is en een striem in de hals en een wond aan haar onderlip heeft.
Bevindingen van de politie ter plaatse
Op 20 november 2018 zijn verbalisanten naar de woning van [slachtoffer] gegaan en zij zagen in de hal op de rechtermuur bloedspatten en bloedvegen. Op de vloer van de woonkamer zagen zij meerdere opgedroogde bloedspatten en op de eettafel lagen twee kunststof tanden. Op het deurkozijn van de woonkamer naar de keuken waren meerdere bloedspatten en bloedvlekken te zien en ook in de slaapkamer op het hoofdkussen waren bloedvlekken zichtbaar. In de vuilcontainer zagen zij tussen het afval een kapotte BH en een ceintuur liggen, die zij hebben veiliggesteld voor mogelijk DNA-onderzoek.
DNA-bemonstering en rapportage NFI
Op 20 november 2018 zijn de Adidas-sportschoenen die verdachte bij zijn aanhouding droeg bemonsterd op de aanwezigheid van biologische sporen.[slachtoffer] herkende deze schoenen op de haar getoonde foto’s (“een soort Nike-achtige gymschoenen”) als de schoenen die verdachte op de betreffende avond droeg.
Het Nederlands Forensisch Instituut (hierna: NFI) heeft een DNA-onderzoek uitgevoerd. Op de schoenen van verdachte is een DNA-profiel aangetroffen dat overeenkomt met het profiel van [slachtoffer] ; de kans dat het DNA-profiel van een willekeurig gekozen vrouw matcht met de afgeleide DNA-kenmerken van [slachtoffer] is kleiner dan 1 op 1 miljard.
Ook de riem van [slachtoffer] is bemonsterd voor DNA-onderzoek. Omdat de ceintuur mogelijk gebruikt is om het slachtoffer te verwurgen is verzocht de uiteinden van de ceintuur te bemonsteren. De ceintuur was echter erg bebloed. Om die reden zijn de randen van de ceintuur in delen bemonsterd. De bemonsteringen [nummer] #01 tot en met #05 van biologische sporen zijn veiliggesteld voor DNA-onderzoek.
Omdat het slachtoffer mogelijk met haar ceintuur is verwurgd, is de ceintuur ook onderzocht op de aanwezigheid van speeksel. Hierbij zijn op meerdere plaatsen aanwijzingen verkregen voor de aanwezigheid van speeksel. Twee van de oplichtende vlekken zijn uitgeknipt en veiliggesteld als [nummer] #08 en #09 voor DNA-onderzoek en voor een aanvullende test op de aanwezigheid van speeksel. Met de aanvullende test is een aanwijzing verkregen voor de aanwezigheid van speeksel in deze bemonstering.
Genoemd onderzoeksmateriaal is onderworpen aan een DNA-onderzoek. Er zijn DNA-mengprofielen aangetroffen van verdachte en [slachtoffer] . De verkregen DNA-mengprofielen op de bemonsteringen met de nummers [nummer] #05, #08 en #09 zijn volgens het NFI elk meer dan 1 miljard keer waarschijnlijker wanneer ervan wordt uitgegaan dat de bemonsteringen DNA bevatten van [slachtoffer] en verdachte, dan wanneer de bemonsteringen DNA bevatten van [slachtoffer] en een willekeurige, onbekende persoon.
Telecomgegevens
Op 19 november 2018 is er berichtenverkeer geweest tussen verdachte en [slachtoffer] .
Onder deze berichten bevonden zich de volgende:
: weetje hoe dit genoemd zwaar zinloos gewld (...)Verdachte: zinloos geweld? achter een laptop. gewoon kinderachtig en triest.[slachtoffer] : daklozenopvang in Den Haag is weer geopend misschien wat voor jouw in plaats vrouwen naar de klote helpen ,jij bent aan mij gekomen ! Snap jeVerdachte: en jij aan mij kind. en waarom blijf jij mij berichten sturen. En ik sla niemand.(..)
Bevindingen van de politie bij de woning van [zijn vriendin (naam)]
[naam] (hierna: [zijn vriendin (naam)] ) heeft een relatie met verdachte.Op 18 november 2018 omstreeks 4.50 uur ging de politie naar de [adres] te Zoetermeer, het adres van [zijn vriendin (naam)] , naar aanleiding van haar melding dat haar ex tegen de deur stond te trappen en die mogelijk geforceerd had. Verbalisanten troffen ter plaatse een man aan die later verdachte bleek te zijn. Zij zagen dat hij behoorlijk opgefokt was en onder invloed van alcoholhoudende drank. Hij was verbaal agressief, hing een onsamenhangend verhaal op en gaf geen antwoorden op de vragen die hem werden gesteld. Op de vraag: “Wat is je naam?, hoorden de verbalisanten hem in eerste instantie antwoorden: “ [verdachte] , [geboortedag] 1984”. Op de vraag: “ [naam] , waar ben je geboren?”, hoorden ze hem antwoorden: “Ik ben [naam] .” Ze zagen dat de handen van verdachte bebloed waren en dat hij bloed op zijn spijkerbroek had ter hoogte van zijn knie.
Tapgesprekken tussen verdachte en [zijn vriendin (naam)]
Op 27 november 2018 is [zijn vriendin (naam)] door de politie verhoord.De dag ervoor, op 26 november 2018, voerde verdachte gesprekken met [zijn vriendin (naam)] vanuit de PI waarin onder meer het volgende is gezegd.
Gespreksnummer 549 te 26 november 2018 te 21.30:
- verdachte: Ja hun hebben gezegd dat jij hebt gezegd dat ik er niet ben geweest en dat [(naam) zoon van zijn vriendin] ook duidelijk heb gezegd dat ik daar de hele nacht niet ben geweest en dat is nu hun verhaal (…)
- [zijn vriendin (naam)] : Oke maar wat moet ik daar nu aan doen dan. Ik hoef toch niks te veranderen of moet ik het wel even van hun veranderen?
- verdachte: Nee, ja ligt eraan wat er gezegd wordt morgen (onverstaanbaar) gewoon opletten (…)
- [zijn vriendin (naam)] : Dus en ik ben gewoon naar bed op een gegeven moment gegaan en jij ook
- verdachte: Dat je moe was, juist, dat je moe was dat moet je gewoon aanhouden
- [zijn vriendin (naam)] : Ja als ze dan vragen waarom stop je dan om 5 uur voor de deur
- verdachte: Dan zeg je nou ja ik had een bakkie op enne we hadden weet ik veel wat een meningsverschil of zoiets en de buren bellen wel vaker voor ongein, het is nogal gehorig
- [zijn vriendin (naam)] : Nee, maar ik had toen toch zelf gebeld eerst?
- verdachte: Ja, maar ja als ze daar niet over beginnen
- [zijn vriendin (naam)] : Wat?
- verdachte: Dan moet je gewoon zeggen, weet ik je had gebeld voor mij he, weet je nog wat je gezegd hebt toen of niet? (…)
-
Gespreksnummer 563 te 26 november 2018 te 23.06 uur
- [zijn vriendin (naam)] : Ze gaan zeker morgen mij die foto’s laten zien of zo?
- verdachte: Ja, misschien gaat ie je onder de indruk laten raken daarvan (…)
- [zijn vriendin (naam)] : Dus
- verdachte: Zeg maar dat ze een stoorzender was, weet ik veel wat, maak het maar gewoon in haar nadeel
- [zijn vriendin (naam)] : Hè?
- verdachte: Maak het maar gewoon in haar nadeel, zeg maar gewoon dat je der niet kent of weet ik veel wat, dat je alleen maar last van der hebt
- [zijn vriendin (naam)] : Nou ja ik ken der ook niet dus ze hoeven er bij mij niet mee te komen dus opgerot
- verdachte: Ja toch, nee is goed
Getuigenverklaringen van [zijn vriendin (naam)] en [(naam) zoon van zijn vriendin]
[zijn vriendin (naam)] en haar zoon, [(naam) zoon van zijn vriendin] , zijn zowel door de politie als bij de rechter-commissaris als getuige gehoord.
[(naam) zoon van zijn vriendin] heeft op 21 november 2018 aan de politie verklaard dat verdachte op 17 november 2018 niet bij hen in huis is geweest.Bij de rechter-commissaris verklaart hij op 14 mei 2019 dat hij het eigenlijk niet zou weten waar verdachte was op zaterdagavond 17 november 2018 en zondagochtend, dat verdachte hem een bord eten heeft gebracht op zaterdagavond rond 21.00 en dat wat de getuige destijds aan de politie heeft verteld waarschijnlijk de waarheid was, omdat het toen een paar dagen later was en dat hij het nu eigenlijk een beetje vergeten is.
[zijn vriendin (naam)] heeft op 14 mei 2019 bij de rechter-commissaris (onder ede) verklaard dat zij en verdachte op zaterdag 17 november 2018 om 20.30 uur hebben gegeten en dat zij daarna heeft afgewassen en haar spullen is gaan opruimen in haar kapperszaak op de benedenverdieping van haar woning. Hier is zij een uurtje of anderhalf uur mee bezig geweest. Zij kan niet verklaren dat verdachte de hele tijd bij haar in huis is geweest.
Contact tussen verdachte en [zijn vriendin (naam)] op 17 november 2018 tussen 19.28 uur en 04.52 uur
Blijkens de historische telefoongegevens van de telefoon in gebruik bij verdachte zijn er tussen verdachte en [zijn vriendin (naam)] meer dan 25 telefonische en sms-contacten geweest op 17 november 2018 tussen 19.28 uur en 04.52 uur, waaronder een telefoongesprek van vijfeneenhalve minuut om 22.49 uur en een sms om 02.25 uur. Verder ligt de woning van [zijn vriendin (naam)] op vijf minuten loopafstand van de woning van [slachtoffer] .
De verklaring van verdachte
Verdachte heeft ontkend [slachtoffer] te hebben mishandeld. Hij heeft verklaard de gehele avond in de woning van [zijn vriendin (naam)] te zijn geweest en pas in de vroege ochtend naar buiten te zijn gegaan om zich klaar te maken voor werk.
Oordeel van de rechtbank
De rechtbank is van oordeel dat op grond van alle voornoemde feiten en omstandigheden, in onderlinge samenhang bezien, wettig en overtuigend bewezen is dat verdachte [slachtoffer] het bij haar geconstateerde letsel heeft toegebracht. De rechtbank stelt in dit verband vast dat haar aangifte op belangrijke punten steun vindt in andere bewijsmiddelen. Zo past het bij [slachtoffer] geconstateerde letsel bij de in de aangifte beschreven geweldshandelingen en bevestigt ook het sporenonderzoek in de woning van [slachtoffer] dat er geweld in haar woning heeft plaatsgevonden. Haar verklaring wordt verder ondersteund door het aantreffen van de losse tanden, de kapotte BH en de riem. Verder is op de schoenen van verdachte bloed aangetroffen dat afkomstig is van [slachtoffer] . Uit de foto’s van de schoenen blijkt, dat het bepaald niet gaat om een minimale hoeveelheid bloed. Bovendien is er DNA van verdachte aangetroffen in speeksel en in een ander biologische spoor op de riem van het slachtoffer. Verdachte heeft voor deze aangetroffen sporen geen afdoende en redengevende verklaring kunnen geven. Ook het berichtenverkeer tussen verdachte en [slachtoffer] bevestigt dat [slachtoffer] betrouwbaar heeft verklaard; zij beschuldigde hem immers van zwaar zinloos geweld en hij verweet haar daarop, zoals hij volgens haar die avond ook had gedaan, dat zij, met behulp van een computer, zijn kind kwaad had berokkend. De betrokkenheid van verdachte wordt ook nog eens bevestigd door een opvallende uitspaak: “Ik ben [naam] ” tegen twee verbalisanten in de vroege ochtend van 18 november 2018, terwijl [slachtoffer] heeft verklaard dat verdachte die avond tegen haar heeft gezegd: “Ken je familie [naam] ”.
De verklaringen van [zijn vriendin (naam)] en [(naam) zoon van zijn vriendin] bij de rechter-commissaris sluiten ook geenszins uit dat verdachte rond 22.00 uur in de woning van [slachtoffer] (gelegen op vijf minuten loopafstand van de woning van [zijn vriendin (naam)] ), is geweest.
Naar oordeel van de rechtbank heeft verdachte kennelijk leugenachtig verklaard over zijn voortdurende aanwezigheid die avond en nacht in de woning van [zijn vriendin (naam)] . Dit blijkt ook uit de tapgesprekken tussen verdachte en [zijn vriendin (naam)] . Duidelijk is, dat zij haar verklaring op dit punt op de zijne aan het afstemmen was. Voor het feit dat ze die nacht rond 04.50 uur zelf de politie heeft gebeld omdat verdachte tegen haar deur stond te schoppen en de grote hoeveelheid sms’jes en telefoongesprekken tussen [zijn vriendin (naam)] en verdachte die avond tussen 19.28 uur en 04.52 uur (waaronder een telefoongesprek van vijfeneenhalve minuut om 22.49 uur en een sms om 02.25 uur), is geen enkele adequate verklaring gegeven.
De rechtbank dient vervolgens de vraag te beantwoorden wat dit handelen van verdachte strafrechtelijk oplevert.
De rechtbank is - met de officier van justitie- van oordeel dat de gedragingen van de verdachte de primair ten laste gelegde poging tot doodslag opleveren. De opzet ligt besloten in de aard van de gedragingen, te weten het dichtsnoeren van de keel van [slachtoffer] met een riem, zodanig dat de luchttoevoer werd afgesloten en het meermalen met geschoeide voet tegen het hoofd schoppen. Deze gedragingen kunnen niet anders worden geïnterpreteerd dan als een poging tot het toebrengen van dodelijk letsel. Dat verdachte deze intentie had, wordt ondersteund door de bewoordingen die hij heeft geuit aan [slachtoffer] tijdens het incident inhoudende dat hij haar dood ging maken. Daarmee acht de rechtbank het volle opzet op de dood van [slachtoffer] bewezen.
Conclusie
De rechtbank is, samengevat, van oordeel dat wettig en overtuigend bewezen kan worden verklaard dat de verdachte de primair ten laste gelegde poging tot doodslag heeft begaan.