Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
eisende partij,
gemachtigde: Bosveld Incasso en Gerechtsdeurwaarders,
gedaagde partij,
in persoon.
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Den Haag op 23 mei 2019 uitspraak gedaan in een geschil tussen Stedin Netbeheer B.V. en een gedaagde partij. Stedin, als netbeheerder, vorderde een rechterlijke machtiging op grond van artikel 3:299 BW en artikel 558 sub a Rv om werkzaamheden te verrichten aan de energiemeters van de gedaagde, die niet meewerkte aan de afsluiting van de energielevering. De gedaagde had geen nieuwe leveringsovereenkomst gesloten na beëindiging van de energievoorziening op 25 augustus 2018, waardoor hij onterecht gebruik maakte van gas en elektriciteit zonder daarvoor te betalen.
De kantonrechter heeft vastgesteld dat Stedin recht heeft op toegang tot de woning van de gedaagde om de meterstanden op te nemen en de energielevering te onderbreken. Echter, de rechter heeft geoordeeld dat het verzoek om een machtiging tot het binnentreden van de woning niet kan worden toegewezen, omdat de wet deze bevoegdheid niet aan de rechter toekent. De kantonrechter heeft wel geoordeeld dat de gedaagde verplicht is om Stedin toegang te verlenen voor het verrichten van de werkzaamheden, en heeft de vordering van Stedin om de gedaagde te veroordelen tot het gedogen van deze werkzaamheden toegewezen.
Daarnaast zijn de kosten van de afsluiting en de buitengerechtelijke kosten toegewezen aan de gedaagde, die als de in het ongelijk gestelde partij werd beschouwd. De kantonrechter heeft de gedaagde ook veroordeeld tot afgifte van de meters indien dit noodzakelijk is vanwege technische of veiligheidsredenen. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, en het meer of anders gevorderde is afgewezen.