ECLI:NL:RBDHA:2019:5236
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing aanvraag machtiging tot voorlopig verblijf op basis van middelenvereiste en arbeidsongeschiktheid
In deze zaak heeft eiser, een Turkse nationaliteit, een aanvraag ingediend voor een machtiging tot voorlopig verblijf (mvv) om bij zijn echtgenote, die zowel de Nederlandse als Turkse nationaliteit heeft, te kunnen verblijven. De aanvraag werd afgewezen door de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, omdat niet voldaan zou zijn aan het middelenvereiste. De rechtbank heeft geoordeeld dat de Staatssecretaris nader onderzoek had moeten verrichten naar de specifieke omstandigheden van de referente, die een Wajong-uitkering ontvangt. De rechtbank oordeelt dat het bestreden besluit een motiveringsgebrek vertoont, omdat de Staatssecretaris in het bestreden besluit een ander standpunt heeft ingenomen dan in het verweerschrift. De rechtbank heeft het beroep van eiser gegrond verklaard en het bestreden besluit vernietigd, met de opdracht aan de Staatssecretaris om binnen zes weken een nieuw besluit te nemen. Tevens is de Staatssecretaris veroordeeld tot vergoeding van het griffierecht en de proceskosten van eiser.