ECLI:NL:RBDHA:2019:5109
Rechtbank Den Haag
- Beschikking
- Rechtspraak.nl
Wijziging van gezag en omgangsregeling in een complexe echtscheiding met internationale elementen
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 15 mei 2019 uitspraak gedaan in een geschil tussen de ouders van de minderjarige [minderjarige], geboren op [geboortedatum] 2012. De ouders, beiden wonende in Duitsland, hebben een langdurig conflict over de zorg en opvoeding van hun kind, dat heeft geleid tot meerdere juridische procedures en betrokkenheid van hulpverleningsinstanties. De moeder verzoekt om het gezamenlijk gezag te beëindigen en het gezag aan haar alleen toe te kennen, terwijl de vader verzoekt om het hoofdverblijf van [minderjarige] bij hem te vestigen en om vervangende toestemming voor inschrijving bij een voetbalclub. De rechtbank heeft de verzoeken van de moeder afgewezen en de verzoeken van de vader gedeeltelijk toegewezen. De rechtbank oordeelt dat de huidige gezagssituatie niet leidt tot verbetering van de communicatie tussen de ouders en dat het in het belang van [minderjarige] is dat hij een stabiele opvoedsituatie heeft. De rechtbank heeft de zorgregeling gewijzigd, zodat [minderjarige] voortaan bij de vader verblijft van vrijdag uit school tot maandag naar school en van maandag uit school tot woensdag naar school. Tevens is de vader vervangende toestemming verleend om [minderjarige] in te schrijven bij een voetbalclub. De rechtbank benadrukt het belang van hulpverlening voor zowel de ouders als [minderjarige] en adviseert om een traject te starten gericht op verbetering van de communicatie tussen de ouders.