ECLI:NL:RBDHA:2019:5034
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Verduistering en schuldwitwassen in een strafzaak tegen een vrouw en haar partner
Op 20 mei 2019 heeft de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een 48-jarige vrouw uit Den Haag, die werd beschuldigd van verduistering van goederen bij een landelijke winkelketen in Delft. De rechtbank heeft de vrouw veroordeeld tot een taakstraf van 240 uur, waarvan 80 uur voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaar. Haar 43-jarige partner, die werd verdacht van schuldwitwassen, is vrijgesproken. De rechtbank oordeelde dat er onvoldoende bewijs was voor de betrokkenheid van de partner bij de verduistering. De vrouw had een groot aantal goederen verduisterd, waaronder accessoires voor elektronische apparatuur en andere artikelen, die zij had meegenomen uit haar functie als leidinggevende bij de winkel. De rechtbank heeft vastgesteld dat de partner van de vrouw niet op de hoogte was van de verduistering en dat er geen sprake was van grove of aanmerkelijke onvoorzichtigheid ten aanzien van de herkomst van de goederen. De rechtbank heeft de benadeelde partij, de winkelketen, niet-ontvankelijk verklaard in haar vordering tot schadevergoeding, omdat de verdachte werd vrijgesproken van de ten laste gelegde feiten. De kosten die de benadeelde partij had gemaakt in verband met de vordering zijn begroot op nihil.