ECLI:NL:RBDHA:2019:5000
Rechtbank Den Haag
- Verstek
- Rechtspraak.nl
Toewijzing van een gering bedrag in een civiele procedure met afwijzing van buitengerechtelijke incassokosten
In deze civiele procedure heeft de kantonrechter van de Rechtbank Den Haag op 15 mei 2019 uitspraak gedaan in een zaak tussen de naamloze vennootschap AnderZorg N.V. als eiseres en een gedaagde die niet is verschenen. De eiseres vorderde een bedrag van € 52,76, waarvan € 0,14 resteerde na betaling van een groter bedrag door de gedaagde. De eiseres had gedaagde aangemaand tot betaling van het verschuldigde bedrag, maar gedaagde had slechts een deel voldaan. De kantonrechter verleende verstek tegen gedaagde, die niet op de dagvaarding had gereageerd.
De kantonrechter beoordeelde de vordering en oordeelde dat deze niet onrechtmatig of ongegrond was. Echter, de kantonrechter merkte op dat het vorderen van een dergelijk gering bedrag niet de bedoeling is van een gerechtelijke procedure, gezien de belasting van het gerechtelijk systeem. De vordering tot betaling van de buitengerechtelijke incassokosten werd afgewezen, omdat gedaagde de facto had voldaan aan de aanmaning door het grootste deel van het verschuldigde bedrag te betalen.
De kantonrechter heeft de gedaagde veroordeeld tot betaling van € 4,36 aan eiseres, vermeerderd met wettelijke rente over € 0,14, en heeft eiseres in de proceskosten aan de zijde van gedaagde veroordeeld, die op nihil zijn begroot. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard en het meer of anders gevorderde is afgewezen.