Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
1.[eisende partij sub 1] , te [plaats] ,
[eisende partij sub 2], te [plaats] ,
1.De procedure
- de dagvaarding van 10 augustus 2018, met producties;
- de conclusie van antwoord van Haag Wonen, met producties;
- de conclusie van antwoord van [Makelaarskantoor] , met producties,
- het tussenvonnis van 7 november 2018, waarbij een comparitie van partijen is bevolen;
- het proces-verbaal van comparitie van 13 maart 2019.
2.De feiten
“kantoor-/praktijk-/winkelruimte”.
“multifunctionele (casco) bedrijfsruimte”. Verder is vermeld dat de ruimte “
door de brede bestemming ideaal voor praktijk- of kantoorruimte”is. Tenslotte is vermeld dat de ruimte in de huidige casco staat wordt opgeleverd.
Verkoper verkoopt aan koper, die van verkoper koopt het appartementsrecht waaronder wordt begrepen het appartementsrecht rechtgevende op het uitsluitend gebruik van de winkel-/bedrijfsruimte op de begane grond met verder toebehoren.”
“Aan deze koopakte is geen roerende zakenlijst gehecht. Het gekochte wordt in de huidige “casco” staat, bezemschoon, opgeleverd.”
3.Het geschil
4.De beoordeling
cascobedrijfsruimte, aldus een ruimte zonder installaties en inrichting. Deze wijze van opleveren is volgens Haag Wonen en [Makelaarskantoor] bij bedrijfsruimten ook gebruikelijk en wenselijk. Welke installaties en voorzieningen nodig zijn voor de exploitatie van een bedrijfs-of winkelruimte, en welke inrichting gewenst is, is immers volledig afhankelijk van de aard van het bedrijf of de winkel die in de ruimte geëxploiteerd gaat worden. Het ligt daarom in de rede dat de uiteindelijke gebruiker (hetzij een koper, hetzij een huurder) degene is die de voor zijn specifieke gebruik noodzakelijke dan wel wenselijke installaties, voorzieningen en inrichting verzorgt. Het verkochte is door Haag Wonen aangeboden als een casco bedrijfsruimte en dat is in koopovereenkomst ook nadrukkelijk opgenomen. Aan een casco oplevering is volgens Haag Wonen en [Makelaarskantoor] eigen dat de installaties, zoals een eventuele mechanische ventilatie en verwarmingsinstallaties, nog niet aanwezig zijn en door de koper of huurder zelf worden aangebracht.
alser in een ruimte een opstelplaats voor een verbrandingstoestel aanwezig is, in die ruimte ook een voorziening moet zijn voor de toevoer van verbrandingslucht en de afvoer van rookgas. Die voorziening moet dan aan de eisen van artikel 3.59 van het Bouwbesluit 2012 voldoen. Als er echter geen opstelplaats voor een verbrandingstoestel aanwezig is, zoals hier het geval is, hoeft er ook geen voorziening te zijn voor de aanvoer van verbrandingslucht en de afvoer van rookgas.