Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
DE STAAT DER NEDERLANDEN (Ministerie van Infrastructuur en Milieu, Rijkswaterstaat Programma’s Projecten en Onderhoud)te Den Haag,
HOOGHEEMRAADSCHAP HOLLANDS NOORDERKWARTIERte Heerhugowaard,
1.De procedure
- de dagvaarding van 19 juni 2018, met producties;
- de conclusie van antwoord, met producties;
- het tussenvonnis van 25 september 2018, waarin een comparitie van partijen is bevolen;
- het buiten aanwezigheid van partijen opgemaakte proces-verbaal van comparitie van 19 februari 2019, de daarin genoemde stukken en de opmerkingen bij het proces-verbaal van KWS bij brief van 7 maart 2019.
2.De feiten
4.1 Algemeen
beoogdopdrachtnemer dient een gedetailleerde uitgewerkte lijst (bijlage 1) met in te zetten kentekens en namen van onderaannemers gekoppeld aan het in te zetten materieel van de opdrachtgever in digitale vorm te verstrekken (uiterste datum 2 augustus 2017). Waarbij geborgd is dat er voldoende tractie inzetbaar is om de preventieve acties met het materieel wat beschikbaar wordt gesteld door de opdrachtgever uit te kunnen voeren.
31.6. Materieel van de aannemer: (vracht)auto’s, landbouwtrekkers en/of bedrijfsauto’s, laadschoppen, e.d.
Toegestane laadcapaciteit moet minimaal 2.500 kg bedragen.”
geenoptie.
tot tweemaal toeoverduidelijk gesteld hebt dat u niet kunt voldoen aan de eisen van het contract, heeft de RWS u zorgvuldigheid halve nog een mogelijkheid/een termijn gegeven en u gesommeerd om aan te geven of en hoe u gaat voldoen aan de contractuele eisen.
maandag 24 juli voor 17.00 uurverneemt
hoeKWS kan voldoen aan de eis en of KWS de prijsaanbieding gestand doet.
Hoe gaat KWS voldoen aan die eis?
bestelauto’sbeschikbaar zijn met een laad gewicht van 1.000kg (of minder) én een minimaal laadvermogen van 2500kg.
3.Het geschil
ubsidiair
4.De beoordeling
primairi) tot en met iv) genoemde vorderingen afgewezen. Hetgeen partijen nog hebben gesteld en aangevoerd met betrekking tot de vraag of de inschrijvers al dan niet mochten anticiperen op de op 1 oktober 2017 verleende ontheffing (zie hiervoor in 2.23.), behoeft tegen de achtergrond van het deze beslissing geen bespreking meer.
verificatie(onderstreping rechtbank) aan de aanbesteder dient te verstrekken en dat de opdracht verleend kan worden als de aanbesteder naar aanleiding van de verificatie heeft
geconstateerd(onderstreping rechtbank) dat bijlage 1 voldoet aan de daaraan gestelde eisen.
subsidiairv) voor toewijzing vatbaar, in die zin dat een verklaring voor recht wordt gegeven dat Rijkswaterstaat c.s. onrechtmatig jegens KWS heeft gehandeld door de inschrijving van de Combinatie niet ongeldig te verklaren, maar de opdracht te gunnen aan de Combinatie. In het licht van die beslissing komt de rechtbank niet toe aan een beoordeling van hetgeen partijen hebben gesteld en aangevoerd met betrekking tot een eventuele wezenlijke wijziging van de opdracht.
subsidiairvi)) wordt eveneens toegewezen.
subsidiairvii) en viii)) in zoverre worden afgewezen.
1.086,00(2,0 punten × tarief € 543,00)