Uitspraak
Rechtbank DEN HAAG
1.de vennootschap onder firma [naam VOF] v.o.f.,
[verweerder 2],
[verweerder 3],
1.Het verloop van de procedures
2.De overwegingen
[verweerders] ( [naam VOF] ) stoppen na 34 jaar in [plaats] samen. In dat artikel is onder meer het volgende vermeld:
Ouderdom. Met een knipoog geeft [verweerder 3] dat als antwoord op de vraag van de verslaggever waarom [naam VOF] (…) dichtgaat. Zelf is hij ‘nog maar’ 68 jaar oud, maar zijn compagnon [verweerder 2] heeft al zeven kruisjes achter zijn naam staan. [verweerder 3] : We wilden al eerder met pensioen, maar we konden geen opvolgers vinden. Nu doet de kans zich voor dat we op een goede manier kunnen stoppen. Hij doelt daarmee op [naam bedrijf] [plaats] dat de afdeling schuifwandkasten, binnendeuren en laminaatvoeren overneemt. [verzoeker] is verder bekend met een flyer van [naam VOF] waarin is vermeld
, de maatwinkel voor kasten, deuren en vloeren, wordt vanaf 1 januari 2019 overgenomen door [naam bedrijf]en met een flyer van [naam bedrijf] waarin is vermeld:
breidt uit door ruim 30 jaar vakmanschap over te nemen van [naam VOF] [plaats]. Op de website
www.indebuurt.nl/ [plaats]heeft [verzoeker] verder nog aangetroffen een artikel van 31 januari 2019 met de titel
De mannen van [naam bedrijf] nemen doe-het-zelfzaak [naam VOF] over. In dit artikel is onder meer vermeld:
Na ruim 24 jaar sluiten [verweerder 2] & [verweerder 3] voorgoed de deuren van de door de meeste [inwoners] welbekende doe-het-zelf zaak aan de [adres] . [naam bedrijf] ging met de heren om tafel. We hebben in overleg besloten dat het stukje maatwerk (interieur) wordt overgenomen door de mannen van [naam bedrijf] , zegt [verweerder 2] . Onze keukens konden wel op maat leveren, hoe mooi is het dan om nu nog meer van het interieur van onze klant op maat te kunnen maken! Wij maken het feestje compleet, zegt [eigenaar bedrijf]Op grond van deze berichten is het er voor te houden dat [naam VOF] in de ontslagprocedure bij het UWV niet de waarheid heeft gesproken, althans ten onrechte niet heeft gemeld dat zij haar afdeling Interieur ging overdragen aan [naam bedrijf] . Indien dat wel aan het UWV was gemeld, was geen ontslagvergunning verleend. Die overname brengt immers met zich mee dat [verzoeker] ex artikel 7:663 BW mee had moeten overgaan naar [naam bedrijf] . [naam VOF] heeft het UWV ook misleid door niet mee te delen dat zij haar onderneming niet wegens financiële problemen wilde sluiten, maar omdat haar vennoten met pensioen wilden gaan. Het UWV heeft de bedrijfseconomische redenen die [naam VOF] aan haar ontslagaanvraag ten grondslag heeft gelegd onnodig getoetst. Door ten onrechte te stellen dat zij te kampen had met financiële moeilijkheden heeft [naam VOF] het UWV, in het nadeel van [verzoeker] , de verklaring Overbruggingsregeling Transitievergoeding ten onrechte afgegeven. Indien die verklaring niet zou zijn afgegeven, had [verzoeker] recht gehad op een transitievergoeding ad € 18.123,53 bruto. [naam VOF] heeft ten titel van transitievergoeding een bedrag ad € 3.125,46 aan [verzoeker] betaald. Dit betekent dat [naam VOF] in verband hiermee nog aan [verzoeker] heeft te betalen een bedrag ad € 14.908,07 bruto. Aangezien [naam VOF] de arbeidsovereenkomst tussen partijen heeft opgezegd in strijd met artikel 7:671BW, heeft [verzoeker] voorts op grond van artikel 7:681 BW aanspraak op de billijke vergoeding. Bij de bepaling van de hoogte van deze vergoeding is er van uit te gaan dat [verzoeker] tot aan zijn pensioengerechtigde leeftijd bij [naam bedrijf] had kunnen blijven werken. Hij loopt aldus mis het loon over 180 maanden. Dit totaliseert op een bedrag ad € 1.753,89 (inclusief vakantiegeld) x 180 maanden = € 315.700,20. De billijke vergoeding is in de gegeven omstandigheden vast te stellen op een bedrag ad € 350.000,=.