ECLI:NL:RBDHA:2019:4454
Rechtbank Den Haag
- Voorlopige voorziening+bodemzaak
- Rechtspraak.nl
Afwijzing asielaanvragen van Servische Roma op grond van geloofwaardigheid en veilig land van herkomst
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan over de asielaanvragen van een Servisch Roma-gezin. De eisers, een echtpaar met zes minderjarige kinderen, hebben asiel aangevraagd op basis van medische problemen van hun zoon en economische problemen. De aanvragen zijn op 5 maart 2019 door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid afgewezen als kennelijk ongegrond, met een inreisverbod van twee jaar. De rechtbank heeft op 29 maart 2019 de zitting gehouden, waarbij de eisers en hun gemachtigde aanwezig waren, evenals de vertegenwoordiger van de staatssecretaris.
De rechtbank oordeelt dat de staatssecretaris de aanvragen terecht heeft afgewezen. De rechtbank stelt vast dat de door eisers aangevoerde medische problemen van de zoon niet geloofwaardig zijn, omdat deze niet met documenten zijn onderbouwd. Bovendien is Servië, het land van herkomst van de eisers, aangemerkt als een veilig land van herkomst. De rechtbank verwijst naar eerdere uitspraken van de Raad van State die bevestigen dat Roma in Servië niet systematisch worden vervolgd en dat er voldoende rechtsmiddelen beschikbaar zijn. De rechtbank concludeert dat eisers niet aannemelijk hebben gemaakt dat zij in Servië in hun bestaansmogelijkheden worden beperkt op basis van hun Roma-afkomst.
De rechtbank verklaart de beroepen ongegrond en ziet geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. Tegen deze uitspraak kan binnen een week hoger beroep worden ingesteld bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.