ECLI:NL:RBDHA:2019:4393
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing asielaanvraag op basis van ongeloofwaardige homoseksuele geaardheid
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 23 april 2019 uitspraak gedaan in een asielprocedure. Eiser, een Togolees, heeft een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning asiel, welke door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid is afgewezen. De staatssecretaris heeft de aanvraag als kennelijk ongegrond beoordeeld, met als belangrijkste reden dat de homoseksuele geaardheid van eiser ongeloofwaardig werd geacht. Eiser heeft aangevoerd dat hij vanwege zijn seksuele geaardheid problemen heeft ondervonden in Togo, maar de rechtbank oordeelt dat hij onvoldoende bewijs heeft geleverd om zijn claims te onderbouwen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de identiteit en nationaliteit van eiser geloofwaardig zijn, maar dat zijn verklaringen over zijn homoseksualiteit inconsistent en niet overtuigend zijn. Eiser heeft niet in detail kunnen uitleggen over zijn relatie met zijn partner en de omstandigheden rondom zijn seksuele activiteiten. De rechtbank heeft ook geoordeeld dat de staatssecretaris niet onterecht de zaak in de grensprocedure heeft behandeld en dat er geen noodzaak was voor een registertolk. Uiteindelijk heeft de rechtbank het beroep van eiser ongegrond verklaard, wat betekent dat de afwijzing van de asielaanvraag standhoudt.